Onderzoek naar de kritieke succesfactoren voor het gebruik van Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw.
Reacties zijn welkom! Ik hoor graag of je er wat aan hebt gehad.
1. “Volg Mij”
Twitter als middel voor
gemeenschapsopbouw in
de kerk
Onderzoek
Annet Elzinga 125200 @annetelzinga
Saxion, Concept and Product Development
januari 2013
Begeleider: Robin Effing
2. “Volg Mij”
Twitter als middel voor
gemeenschapsopbouw
in de kerk
Onderzoek
Annet Elzinga 125200 @annetelzinga
Saxion, Concept and Product Development
januari 2013
Begeleider: Robin Effing
3. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
3
Samenvatting
Hoofdvraag
Er is genoeg bekend over het gebruik van Twitter in het algemeen, maar wat betreft het gebruik
van Twitter door kerkgemeenschappen is er nog weinig bekend. Daardoor ontstaat de vraag: “Welke
kritieke succesfactoren zijn er voor het betrekken van mensen bij een kerk, met het gebruik van
Twitter door leden van kerkelijke gemeenschappen?”
Aanpak
Om tot een antwoord op de hoofdvraag te komen is er een kwalitatief onderzoek gedaan. Eerst is
er met behulp van deskresearch een lijst met punten van aandacht opgesteld. Vervolgens is deze
getoetst bij deskundigen en beginnende gebruikers van Twitter. Na deze toetsing is de lijst met punten
van aandacht verwerkt tot een lijst met kritieke succesfactoren.
Resultaten
De samenleving is erg veranderd. Hier wordt nog maar weinig op ingespeeld door kerken. Als het wel
gebeurt dan is het vaak door individuele initiatieven. De kerk heeft dus nog veel te winnen, maar moet
hiervoor wel eerst naar zichzelf kijken.
De samenleving is een informatiesamenleving geworden waarin individuen in netwerken zoeken
naar waar ze behoefte aan hebben. Tegelijk kunnen die individuen via die netwerken ook veel geven
aan hun medemens. Social media maken het mogelijk om weer verbonden te zijn met elkaar zoals
vroeger. Alleen nu wordt die verbondenheid niet meer gefaciliteerd door een instelling, maar door een
netwerk.
Boodschap en medium beïnvloeden elkaar. Het beknopte en snelle van Twitter zorgt voor een imago
van oppervlakkigheid, maar juist door alle tweets heen kan men een persoon leren kennen.
Twitter zorgt voor een andere vorm van interactie dan andere social mediaplatforms. Het karakter is
openbaar en daardoor ligt een zendende houding op de loer, terwijl luisteren ook hier zo belangrijk is.
Authenticiteit is een sleutelwoord als het gaat om Twitter.
Deskundigen Janneke Nijboer en Roderick Vonhögen pleiten er voor om als kerk aansluiting te zoeken
bij de wereld. Beiden doen ze dit onder andere door Twitter. Het aanwezig zijn op verschillende social
mediaplatformen heeft volgens Nijboer te maken met het ‘zijn waar de mensen zijn’.
Er zijn geen regels voor de inhoud van de tweets van mensen uit de kerk. Jezelf zijn is het
belangrijkste uitgangspunt. Tegelijk moet er wel aansluiting gezocht worden bij de buitenwereld.
Twitter is een gesprek, volgens de deskundigen. Een gesprek wat verschillende onderwerpen kan
hebben. Van alledaagse beslommeringen tot diepgaande filosofische bespiegelingen. De berichten
worden niet verzonden met als doel het zenden, maar met als doel de interactie.
Conclusies
De tien onderstaande kritieke succesfactoren vormen het antwoord op de hoofdvraag.
- Houd rekening met de informatiesamenleving
- Doelgerichtheid is belangrijker dan doelgroep
- Denk na over eigen identiteit
- ‘Believing without belonging’ kan niet meer
- Online contact is aanleiding voor offline contact
- Twitter vanuit de mens, niet vanuit de functie
- Beter veel oppervlakkige tweets dan één diepzinnige
- Formuleer de boodschap kernachtig
- Twitter is geschikter voor ‘bridging’ dan voor ‘bonding’
- Stop met zenden, luisteren is veel belangrijker op Twitter
4. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
4
Inhoud
Samenvatting................................................................................................. 3
Voorwoord.................................................................................................... 5
1. Inleiding...................................................................................................... 6
1.1 Aanleiding...................................................................................... 6
1.2 Probleemstelling.......................................................................... 7
1.3 Opbouw........................................................................................ 7
2. Methode van onderzoek........................................................................ 8
3. Theoretisch kader.................................................................................... 10
3.1 Inleiding......................................................................................... 10
3.2 De samenleving........................................................................... 10
3.3 Betrokkenheid............................................................................. 11
3.4 Inhoud........................................................................................... 13
3.5 Vorm............................................................................................. 14
4. Resultaten................................................................................................. 16
4.1 Inleiding......................................................................................... 16
4.2 Nijboer en Vonhögen................................................................ 16
4.3 Social mediawerkgroep Plechelmusparochie........................ 21
5. Conclusie en aanbevelingen.................................................................. 24
5.1 Conclusie...................................................................................... 24
5.2 Aanbevelingen............................................................................. 25
Bijlage 1........................................................................................................... 27
Bijlage 2.......................................................................................................... 28
Bronnen.......................................................................................................... 29
5. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
5
Voorwoord
“God never told the world to go to church; but God did tell the church to go to the world.”
– Sharon Watkins
“Volg Mij” is misschien wel de kortste samenvatting van wat het geloof inhoudt. Jezus volgen is iets
wat kan in alle tijden en op alle plaatsen, maar ziet er niet altijd en overal hetzelfde uit. In onze tijd
hebben we geweldige middelen om het volgen van Jezus in de praktijk te brengen. Twitter is één van
die middelen. Wie had gedacht dat iemand volgen op Twitter, het volgen van Jezus kan betekenen?
Op deze plaats wil ik een aantal mensen bedanken die mij hebben geholpen om dit onderzoek uit te
kunnen voeren.
@robineffing, bedankt voor je begeleiding en vooral ook voor je motivatie. Ook bedankt voor het
interview met @mediapriester wat ik mocht gebruiken.
@Tjanneke bedankt voor je medewerking aan het interview. Ik heb er veel aan gehad!
@BenDeterink, @ConstanceJans, @hermastege, @MartinGrote, @pastorReerink, bedankt voor jullie
medewerking aan de interviews. Fijn dat jullie open en eerlijk waren over jullie ervaringen.
Ik hoop dat ik met dit onderzoek een klein beetje heb kunnen bijdragen aan de verkenning van het
boeiende onderwerp social media en de kerk.
Annet Elzinga
Arnhem, 15 januari 2013
6. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
6
1. Inleiding
1.1 Aanleiding
“Social media hebben een belangrijke plek ingenomen in het leven van veel Nederlanders,” staat
er in het social media strategieplan van de Parochie H. Plechelmus. Dat blijkt ook uit de cijfers van
verschillende onderzoeksbureaus. Facebook, LinkedIn en Hyves zijn populaire social mediaplatforms
(Multiscope, 2012, december), maar Twitter is
ook een grote speler, zeker in Nederland. Zo liet Wat is Twitter?
onderzoeksbureau Multiscope (2012, april) zien
dat er in Nederland 1,05 miljoen Twitteraccounts in Twitter is een in 2006 opgerichte
gebruik zijn, hiervan zijn er 150 tot 200 duizend van internetdienst. De bedoeling van Twitter
organisaties. Dat betekent dat Twitter op de derde is om korte berichten van 140 tekens te
plaats komt na Facebook en LinkedIn. Hierbij is delen met je volgers, dat heet twitteren
gekeken of het account in ieder geval een keer per of tweeten. In de berichten worden
maand gebruikt wordt (Multiscope, 2012, december). meestal persoonlijke mededelingen,
In een onderzoek van Semiocast (2012) komt nieuwsberichten of links gedeeld.
Nederland als meest actieve Twitterland uit de bus
vergeleken met de rest van de wereld. In de periode Begrippen
van het onderzoek, postte 33% van de gebruikers een Tweet: Bericht op Twitter geplaatst door
tweet. Het gemiddelde over de hele wereld was 27%. een gebruiker
Retweet: Bericht wat doorgestuurd wordt
Net als andere kerkelijke gemeenschappen wil de door een volger
Plechelmusparochie graag social media inzetten om Hashtag: Woord met een hekje (#) ervoor,
de kerk op te bouwen. Alleen, met slechts een goed waardoor een tweet in een bepaalde
voornemen gebeurt er natuurlijk niets. Hierin zit het context geplaatst wordt en waardoor
probleem wat veel kerken ervaren: men wil wel ‘iets gezocht kan worden op tweets met dezelfde
doen met social media’, maar heeft geen idee waar te hashtag
beginnen of men begint wel, maar loopt vervolgens Trending topic: Lijst met onderwerpen
vast door gebrek aan kennis en ervaring. (Dresscher, waarover op dat moment het meest
2011) getweet wordt.
Enkele pioniers weten wel goed om te gaan met de (Wikipedia, 2013)
nieuwe mogelijkheden van social media en dat werpt
zijn vruchten af. Een opvallend onderzoekje (O’Leary,
2012) bewijst dat ‘geestelijke leiders’ populair zijn op Twitter. Toen een staflid van Twitter wilde
onderzoeken waarom sommige tweets populairder zijn dan andere, zag hij dat een aantal van de
meest populaire tweets niet van beroemdheden kwamen, maar van relatief onbekende christelijke
leiders. Hun tweets hadden dertig keer meer bereik dan de tweets van bijvoorbeeld Lady Gaga.
Het lijkt erop dat een tweet met inspiratie meer wordt geretweet dan een tweet van een bekend
persoon met veel meer volgers. Zo werd een tweet van Bisschop T. D. Jakes: “Your words will tell
others what you think. Your actions will tell them what you believe.” 2490 keer geretweet en een
bericht van zangeres Katy Perry: “Sometimes jet lag makes me feel like a cross eyed crack head
#muststayawake.” 2491 keer geretweet. Nauwelijks verschil, behalve dat Katy Perry 20 miljoen
volgers heeft, tegenover ‘slechts’ 450 000 volgers van de Bisschop.
Kader
Dit onderzoek is de invulling voor het studieonderdeel ‘Onderzoek’ in het derde jaar van de
studierichting Concept and Product Development van de Academie Creatieve Technologie van Saxion
en gaat over sociale media en de kerk. Het onderzoek moet gaan bijdragen aan de social media
strategie van de Parochie H. Plechelmus en het promotieonderzoek over sociale media en de kerk van
Robin Effing van Saxion en Universiteit Twente.
7. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
7
Het overkoepelende onderzoek gaat voor de parochie H. Plechelmus en andere kerkelijke
gemeenschappen handvatten bieden om hun sociale media strategie op te zetten. Eén van de
deelprojecten binnen het onderzoek is Twitter. Ook met Twitter wordt volop geëxperimenteerd, zo is er
door verschillende kerkelijke gemeenschappen al eens een Twitterdienst georganiseerd. (Smit, 2012)
Dit onderzoek moet als specifieke uitkomst handvatten bieden, over hoe Twitter gebruikt kan worden
om mensen te betrekken bij de kerk.
1.2 Probleemstelling
Op dit moment wil de Plechelmusparochie graag beginnen met het gebruik van Twitter. Er is genoeg
bekend over het gebruik van Twitter in het algemeen, maar wat betreft het gebruik van Twitter als
kerkgemeenschap is er nog weinig bekend. Er is sprake van een ‘literature gap’ zoals Wielstra liet zien
in zijn literatuuroverzicht (Wielstra, 2012)
Het resultaat van dit onderzoek moeten dus specifieke aanbevelingen zijn voor het gebruik van Twitter
door kerkelijke gemeenschappen. De vraag is hoe men als geloofsgemeenschap Twitter het beste kan
inzetten, zowel qua inhoud die gedeeld kan worden als qua vormen die gebruikt kunnen worden, om
mensen bij een kerkgemeenschap te betrekken.
Oftewel, geformuleerd als hoofdvraag:
Welke kritieke succesfactoren zijn er voor het betrekken van mensen bij een kerk, met
het gebruik van Twitter door leden van kerkelijke gemeenschappen?
De deelvragen zijn:
- Wat zijn de eigenschappen van de gemiddelde Nederlandse Twittergebruiker?
- Wat is betrokkenheid?
- Wat moet de inhoud van de boodschap van kerkelijke gemeenschappen op Twitter zijn?
- Wat moet de vorm van de boodschap van kerkelijke gemeenschappen op Twitter zijn?
Definities:
Kerkelijke gemeenschap: groep christenen die samenkomt in het verband van een kerk. (Kerkzoeker.
nl, 2013)
1.3 Opbouw
De rest van dit verslag is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2 wordt de methodologie die gebruikt
is bij dit onderzoek beschreven. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 een theoretisch kader gegeven.
In hoofdstuk 4 worden de onderzoeksresultaten gepresenteerd. In het laatste hoofdstuk volgen de
conclusie en aanbevelingen.
8. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
8
2. Methode van onderzoek
In dit hoofdstuk wordt aan de hand van de onderwerpen ‘onderzoeksmethode’, ‘respondenten’,
‘interviews’ en ‘uitkomst’ beschreven op welke manier dit onderzoek is gestructureerd. De structuur
van het onderzoek is ook weergegeven in een schema. Dan worden de criteria voor de deskundigen
en de kritieke succesfactoren beschreven en als laatste volgen een aantal kanttekeningen bij dit
onderzoek.
Onderzoeksmethode
Om het antwoord op de hoofdvraag te vinden wordt een kwalitatief, explorerend onderzoek gedaan.
Kwalitatief, omdat de onderliggende drijfveren van de gebruikers van Twitter naar boven moeten
komen. Explorerend, omdat dit onderzoek niet bedoeld is om een bepaalde theorie of hypothese te
bewijzen, maar om het onderwerp te verkennen. (Baarda et al. 2005; 96)
Als eerste wordt het antwoord op de deelvragen gezocht door middel van deskresearch. Hiervoor zijn
een aantal bruikbare, wetenschappelijke artikelen beschikbaar gesteld door Robin Effing. Verder wordt
Google Scholar en saxionbibliotheek.nl geraadpleegd. Uit de deskresearch volgen een aantal punten
van aandacht.
Respondenten
Vervolgens worden deze punten van aandacht gevalideerd bij zowel twee deskundigen als bij vijf
beginnende gebruikers van Twitter. Deze beginnende gebruikers zijn leden van de social media
werkgroep van de Plechelmusparochie. De leden van de werkgroep hebben aan het begin van dit
onderzoek een presentatie bijgewoond waarin Twitter werd uitgelegd aan de hand van tien tips (zie
bijlage 1).
Interviews
Het valideren van de theorie, die samengevat is in de punten van aandacht, wordt gedaan door middel
van individuele diepte-interviews met de deskundigen en de beginnende gebruikers van Twitter. De
interviews zullen mondeling gehouden worden aan de hand van een topiclijst waarbij kan worden
doorgevraagd en zijn dus half gestructureerd. (Baarda et al. 2005; 230) Voor de deskundigen en voor
de beginnende gebruikers van Twitter zullen verschillende topiclijsten gebruikt worden. De topiclijsten
voor de interviews zijn te vinden in bijlage 2.
Analyse
Tot slot worden de uitkomsten van het explorerend onderzoek geanalyseerd. Als eerste zullen
daarvoor de interviews gelabeld worden aan de hand van de aandachtspunten uit de deskresearch. Op
die manier wordt gekeken in hoeverre de uitkomsten van het fieldresearch overeenkomen met het
deskresearch. Uit de analyse volgt een lijst met kritieke succesfactoren, die uiteindelijk het antwoord
vormen op de hoofdvraag.
Op de volgende pagina staat de onderzoeksstructuur weergegeven in een schema.
Criteria deskundigen
De deskundigen die geïnterviewd worden moeten voldoen aan onderstaande criteria:
- Aantoonbare ervaring met social media
- Op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied van social media
- Affiniteit met kerk en geloof
- Visie op Twitter en social media
- Zelf actief op Twitter
9. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
9
Onderzoeksstructuur in een schema
Kritieke succesfactoren
Een succesfactor is kritisch als deze factor bepalend is voor het slagen van de doelstelling van de
Plechelmusparochie met Twitter: het betrekken van mensen bij een kerkelijke gemeenschap.
In dit onderzoek wordt een kritieke succesfactor zo genoemd als deze factor zowel in de theorie
als in de praktijk minstens één keer door een deskundige wordt genoemd als aandachtspunt voor
(beginnende) gebruikers van Twitter of social media.
Bedreigingen voor betrouwbaarheid en validiteit
Bij dit onderzoek moet een aantal kanttekeningen worden geplaatst:
- De onderzoeker heeft zelf een kerkelijke achtergrond en is daardoor geen buitenstaander.
- Voorafgaand aan het onderzoek is aangenomen dat Twitter ingezet kan worden door kerkelijke
gemeenschappen.
- Voor de interviews is er met een beperkt aantal deskundigen gesproken, hun visie komt niet per se
overeen met de gangbare mening.
- Het onderzoek is kwalitatief en geeft dus vooral antwoord op het ‘waarom’ en ‘hoe’. Voor uitkomsten
met betrekking tot kwantiteit is aanvullend onderzoek nodig.
10. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
10
3. Theoretisch kader
3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk is aan de hand van een literatuuronderzoek een antwoord gegeven op de deelvragen.
In de eerste plaats wordt ingegaan op de doelgroep waarmee men op Twitter te maken heeft, hierbij
ligt de nadruk vooral op de informatiesamenleving. Vervolgens wordt uiteengezet wat (digitale)
betrokkenheid inhoudt. Dan wordt de inhoud van interactie op Twitter besproken en als laatste de
vorm. Ieder deelonderwerp wordt ingeleid met een korte samenvatting.
3.2 De samenleving
Kerken hebben te maken met een samenleving die in de loop der jaren erg veranderd is. Hier wordt
nog maar weinig op ingespeeld door de kerken. Als het wel gebeurt dan zijn het vaak initiatieven
van individuen. De kerk heeft dus nog veel te winnen, maar moet hiervoor wel eerst naar zichzelf
kijken. Vervolgens kunnen kerken, als zij nog willen aansluiten bij de wereld, niet meer op oude voet
doorgaan. De samenleving is een informatiesamenleving geworden waarin individuen in netwerken
zoeken waar ze behoefte aan hebben. Tegelijk kunnen die individuen via die netwerken ook veel geven
aan hun medemens.
Beleid
Veel kerken hebben wel door dat ze ‘iets’ moeten met social media, maar kennis en kunde ontbreekt,
dus er gebeurt niets of initiatieven lopen spaak. Volgens theoloog en onderzoeker Ineke de Feijter
(2012) moeten kerken beleid maken over het gebruik van social media: “Wat willen kerken precies
met nieuwe media en wat weten ze erover? Op wie richten zij zich wanneer zij zich in de publieke
virtuele ruimte begeven? Waartoe? Welke visie is er? Welke verwachtingen? En hoe gaan ze te werk?
Maken ze gebruik van onderzoek? Evalueren ze en stellen ze bij? Veranderen ze erdoor?”
De Feijter stelt dat veel individuele personen binnen de kerk experimenteren met het gebruik van
social media. Dat vindt zij op zich niet verkeerd, maar ze constateert wel dat als er van tevoren
niet wordt nagedacht over een strategie, veel initiatieven en projecten stranden. Institutionele of
bestuurlijke betrokkenheid is er weinig en als die er is, vaak ‘van binnen naar buiten’ gericht.
Pioniers
De individuele personen die experimenteren met social media steken dus hun nek uit als ‘social
media-pioniers’. Voorbeelden daarvan zijn onder andere Fred Omvlee, Roderick Vonhögen, Janneke
Nijboer, Erik Drenth en Jaap Marinus (Bosman, 2012). Eric van den Berg van Katholiek.nl en zelf ook
pionier (2012) ziet die groep pioniers, maar hij ziet een grotere groep early-adopters en verreweg de
grootste groep bestaat nog steeds uit kerkelijke professionals die zien dat social media belangrijk is,
maar geen kennis en vaardigheden bezitten om ze in te zetten.
Cultuurtheoloog en katholiek blogger Frank Bosman (2012) ziet daaraan dat kerken moeite hebben
met het omgaan met internet en social media. Zo zag hij bijvoorbeeld bij de PKN gebeuren dat de
generale synode bij het opstellen van een gedragscode voor predikanten en kerkelijk werkers geen
positie durfde te kiezen als het ging om social media. Hij noemt de digitale pioniers: gelovigen,
dominees, priesters en theologen die op hun eigen, intuïtieve manier omgaan met de nieuwe digitale
kanalen.
Identiteit van de kerk
De Feijter (2012) pleit ervoor dat kerken algemeen onderzoek over specifieke doelgroepen gebruiken
bij het vormen van hun communicatiestrategie. Hierbij zegt ze wel dat kerken ook naar hun eigen
identiteit moeten kijken: “Echter, zoals informatie- en communicatietechnologie niet in het luchtledige
is ontwikkeld, noch neutraal is, en dominante media in een cultuur veel meer bepalen dan alleen
een manier van communiceren, zo brengt ook elk communicatiemodel vooronderstellingen met zich
mee en zegt het iets over je identiteit. Eén zo’n vooronderstelling betreft de rol van degen met wie je
communiceert. Is dat een consument? een ‘target’? Of is het om met Bubber en Levinas te spreken,
11. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
11
de A/ander, beeld van God, die jou mede tot mens maakt?” Hierin zit een belangrijk verschil wat
kerken onderscheidt van bijvoorbeeld bedrijven.
Zoals wetenschapper Elisabeth Drescher zegt: “kerkmarketing ‘sucks’.” Volgens haar verkoopt de kerk
niet iets aan de wereld dat ervoor moet zorgen dat meer mensen de kerk leuk vinden, het verhaal
geloven en lid worden van de kerk. Maar de kerk probeert iets te zijn in de wereld, wat uitnodigt tot
verbinding en meeleven, troost en genezing aanmoedigt voor degenen die het nodig hebben en de
sterken uitdaagt om hun kracht te gebruiken voor rechtvaardigheid en liefde. (Drescher, 2011)
Informatiesamenleving
De wereld waarin de kerk wil of moet ‘zijn’ is niet meer hetzelfde als vroeger. De samenleving is
ingewikkeld geworden. De hoeveelheid informatie die voor iedereen beschikbaar is gekomen is
eindeloos. Was men vroeger afhankelijk van boeken en kranten en later radio en televisie om aan
informatie te komen, in onze tijd bestaan er geen autoriteiten meer als het gaat om het verstrekken
van informatie. Zo speelde Twitter tijdens de Arabische Lente een belangrijkere rol naast de
verslaggeving van de traditionele nieuwskanalen. Opeens was de taak voor journalisten niet meer
het opzoeken en naar buiten brengen van nieuws, maar het duiden van nieuws. In kerken is dezelfde
ontwikkeling gaande. Vroeger hadden kerken een monopoliepositie als het ging om wat er op
levensbeschouwelijk en theologisch vlak werd verteld, nu kunnen kerkgangers hun informatie overal
vandaan halen. (Van der Stoep, 2012)
Dit verschijnsel wordt ook wel de ‘democratisering’ van kennis genoemd. Dit houdt in dat er geen
(religieus) instituut meer is dat bepaalt wat de norm of de waarheid is, maar dat mensen zelf op
zoek gaan naar hun eigen waarheid. De schrijvers van het artikel: ‘De (on)mogelijkheid van de
digitale kerk’, zien deze ontwikkeling ook, maar tegelijk stellen ze, dat er online nieuwe vormen van
autoriteit opkomen. Zoals bijvoorbeeld ‘cyberimams’ en ‘cybergoeroe’s’. (Roeland et al., 2012) Net als
journalisten kunnen theologen, predikanten en priesters nu een gidsfunctie vervullen. (Van der Stoep,
2012)
Informatie delen
Een andere verschijnsel van de informatiesamenleving is dat we tegenwoordig zelf inhoud kunnen
delen op internet. Waar je vroeger nog een ‘nerd’ nodig had om een website voor je te bouwen, heb
je nu nauwelijks technische kennis nodig om een mooie website te kunnen maken. Drescher ziet dat
als een belangrijk verschijnsel van de digitale revolutie. Net zoals de uitvinding van de boekdrukkunst
veroorzaakt dit dat er veel meer ideeën, veel sneller verspreid kunnen worden. (Drescher, 2011)
3.3 Betrokkenheid
Social media maken het mogelijk om weer betrokken te zijn bij elkaar, zoals men dat in de tijd van
de Middeleeuwen ook kon zijn. Toch worden gemeenschappen tegenwoordig niet meer op dezelfde
manier gevormd als toen. Vroeger waren mensen verbonden door een instelling, nu door een
netwerk. Hierdoor vervagen grenzen tussen instellingen, maar ook de grenzen tussen online en offline
vervagen. De kerk kan hier op inspelen door online aanwezig te zijn.
“Believing without belonging”
Drescher (2011) schrijft dat er voor een heleboel mensen een wereld aan informatie openging
na de uitvinding van de boekdrukkunst. Maar tegelijk zorgde het ervoor dat er een stuk minder
gecommuniceerd hoefde te worden. Mensen hoefden immers niet meer samen te doen met één
boek, waardoor er bijvoorbeeld niet meer voorgelezen hoefde te worden. Voor de uitvinding van het
boekdrukken was lezen een sociale gebeurtenis, in de tijd erna had je anderen daarvoor niet meer
nodig. Hetzelfde gebeurde later, in de ‘broadcast age’, er kwamen kerkdiensten op televisie. Dit
fenomeen illustreert volgens Drescher “believing without belonging” ; geloven zonder ergens bij te
horen. In de tijd van de digitale revolutie is het haast niet meer mogelijk om te geloven zonder ergens
bij te horen.
12. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
12
Netwerken
Toch betekent dat niet dat we weer terug gaan naar de manier van gemeenschapsvorming zoals
in de Middeleeuwen. In plaats van een gemeenschap die binnen een instelling wordt gevormd
(Middeleeuws) worden gemeenschappen tegenwoordig veel meer binnen een netwerk gevormd. Social
media faciliteren allerlei netwerken waarin mensen op verschillende manieren met elkaar verbonden
zijn. In tegenstelling tot een instelling, is een netwerk iets waar mensen zich veel meer tijdelijk aan
verbinden. Als mensen door de opkomst van social media, de kerk steeds meer als een netwerk gaan
zien in plaats van als een instelling, vervagen de grenzen van de instelling, maar ook de grenzen
tussen verschillende kerkgenootschappen. (Van der Stoep, 2012)
Online gemeenschap
Doordat de grenzen tussen instellingen vervagen, ontstaat de vraag in hoeverre er online echte
gemeenschappen kunnen ontstaan. Critici zeggen dat social media-activisme mensen het gevoel geeft
van betrokkenheid, zonder echt betrokken te zijn. (Drescher, 2011)
Toch is er onderzoek waaruit blijkt dat bestaande banden door social media worden gecontinueerd
en er online ook lichte gemeenschappen ontstaan, of zelfs hechte gemeenschappen die uiteindelijk
uitlopen op offline ontmoetingen. Oppervlakkigheid en afstand zijn reële en voorkomende ervaringen,
maar desondanks zijn er grote groepen die online een gevoel van verbondenheid ervaren, zich
verbinden aan een online groep en investeren in online relaties. (Roeland et al., 2012)
Janneke Nijboer (2012) merkt dat er via Twitter ook iets van gemeenschap kan ontstaan. Dit ziet zij
aan retweets van bezinnende tweets, gebeden, activiteiten, verwijzingen naar de website van de kerk,
interactie met andere gebruikers van Twitter, de groei in het aantal volgers en de vraag om gebed.
Volgens Nijboer is het moeilijk om te meten wat precies het effect is van het gebruik van social media
op online activiteiten. Zij ziet door de social media activiteiten gemeenschap ontstaan, maar deze is
“fluïde en tijdelijk” net zoals dat in netwerken gebeurt. Wel ziet zij dat mensen door de social media
mee gaan doen aan activiteiten in haar kerkgemeenschap. Ook andersom ziet zij dat na een offline
activiteit, mensen elkaar online gaan volgen. Concluderend stelt ze dat wanneer mensen elkaar online
en offline ontmoeten, de gemeenschap versterkt wordt.
Offline vs. online
Voor een steeds groter groeiend gedeelte van de Westerse en Aziatische bevolking en significante
delen van de bevolking van ontwikkelingslanden is de virtuele realiteit steeds meer ingebed in de
fysieke realiteit. We kunnen de invloed van de digitale cultuur op ons dagelijks leven niet meer
vermijden. (Drescher, 2011) Het onderscheid tussen offline en online vervaagt dus. Vroeger
presenteerden we ons online anoniem met een avatar en een schuilnaam. Tegenwoordig presenteren
veel meer mensen zichzelf online. (Martinus, 2011)
Ook de kerk heeft dus te maken met deze verandering. Zo zegt pastor Keith Anderson dat veel
gesprekken in de kerk vandaag de dag beginnen met: “Oh, ik zag op Facebook dat...” Volgens hem
helpen sociale media om mensen online en offline met elkaar te verbinden. (Drescher, 2011)
Masterstudent media, religie en cultuur Aad Hofland (2012) verwijst in zijn essay naar Amerikaans
literatuuronderzoek van Campbell waarin wordt gezegd dat mensen binnen de christelijke
gemeenschap online religie zien als aanvulling en niet als vervanging voor betrokkenheid bij de offline
kerk.
De predikanten die geïnterviewd zijn door Martinus geven aan dat er op Twitter geen echte verdieping
en discussie is. Twitter is veel meer een aanleiding om op een andere plek, bijvoorbeeld op een blog
of in een offline ontmoeting, verder te discussiëren. Twitter is voor de predikanten een opening naar
andere informatiebronnen en offline ontmoetingen en discussiegroepen. (Martinus, 2011)
Betrokkenheid
Martinus (2011) citeert de definitie van online gemeenschap van Preece in haar masterscriptie: “An
online community consists of: people, who interact socially as they strive to satisfy their own needs or
perform special roles; a shared purpose, such as an interest, need, information exchange, or service
13. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
13
that provide a reason for the community; Policies, in the form of tacit assumptions, rituals, protocols,
rules and laws that guide people’s interactions; and Computer Systems to support and mediate social
interaction and facilitate a sense of togetherness (Preece, 2000).”
Hoe meer mensen betrokken zijn bij een gemeenschap, hoe meer zij daarin ook participeren. Mensen
kunnen zich betrokken voelen bij een gemeenschap doordat ze een gedeeld geloof, gedeelde doelen of
interesses hebben. (Effing et al., 2012)
3.4 Inhoud
Boodschap en medium beïnvloeden elkaar. Het beknopte en snelle van Twitter, kan zorgen voor een
oppervlakkig imago, maar juist door alle tweets heen kan een grotere boodschap ontcijferd worden.
Christelijke gebruikers van Twitter proberen die boodschap te laten zien door de verbinding tussen het
alledaagse en het heilige en de verbinding tussen christenen en niet-christenen of andersgelovigen.
Medium en boodschap
Jan van der Stoep (2012) beschrijft in zijn artikel drie opvattingen ten aanzien van social media: de
eerste, de instrumentalistische opvatting houdt in dat sociale media worden gezien als een nieuw
kanaal om een boodschap te verspreiden.
Een tweede benadering is de essentialistische benadering, dit houdt in dat het medium bepaalt hoe de
boodschap wordt vormgegeven. Zoals Marshall McLuhan zei: “the medium is the message”.
Van der Stoep voegt nog een andere benadering toe: de ‘interactionistische’ benadering. Hierbij ligt
de nadruk op de voortdurende interactie tussen media en samenleving. Zo heeft de samenleving, die
de laatste jaren zoveel complexer is geworden, behoefte aan overzicht. Daar kunnen sociale media
bij helpen door het leggen van contacten gemakkelijk te maken om zo snel een netwerk te kunnen
opbouwen. Tegelijkertijd stimuleren de sociale media ook een netwerkachtige omgang met elkaar, we
worden steeds vaardiger om zelf contacten te leggen en informatie te verzamelen. Dit alles betekent
voor kerken dat ze niet meer om sociale media heen kunnen en dat zij er ook rekening mee moeten
houden dat sociale media de manier waarop mensen in het leven staan veranderen. Ook kunnen
kerken zich door het gebruik van sociale media beter instellen op veranderingen in de samenleving.
Het is niet verstandig om koste wat het kost met social media aan de slag te gaan. Als veel leden en
mensen in de omgeving van de kerk al gebruik maken van social media is het een goed middel. Maar
als dat niet zo is, kan een gemeenschap zich beter richten op andere zaken. Zoals het belangrijkste
waar kerken zich mee bezig zouden moeten houden: onderlinge zorg en liefde voor elkaar en voor
mensen in de omgeving. Social media mogen nooit een doel op zich worden.
Oppervlakkigheid
Sommige mensen vinden communicatie via sociale media oppervlakkig, vanwege de korte berichten
die gedeeld worden. Jan van der Stoep (2012) betwijfelt deze aanname: “Waar het bij sociale media
vooral om gaat, is het verhaal dat je over jezelf vertelt in de opeenvolging van berichten.”
Of, zoals Drescher (2011) het omschrijft: “Listening, attending, connecting, and engaging on social
networking sites comes down not to talking about yourself, but to talking as yourself about things that
matter to those in your network.” Het is dus belangrijk om je niet anders voor te doen dan je bent.
Doordat ons leven zo nauw verweven is met de media, gaat dit bijna automatisch. De media zijn een
belangrijke factor geworden in het vormgeven van de eigen identiteit. Iedereen kan een omschrijving
van zichzelf geven aan de hand van de media die hij of zij gebruikt. Zo krijgt het privéleven een
steeds grotere rol in de publieke media. (Martinus, 2011)
Verbinding alledaagse en heilige
Christelijke sociale mediapioniers proberen dit vorm te geven door te zoeken naar een verbinding
tussen het alledaagse en het heilige. Eric van den Berg pleit (2012) voor het doen van digitale
barmhartigheid in navolging van de lichamelijke en geestelijke werken van barmhartigheid zoals die
beschreven staan in Mattheus 25: “Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en
14. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
14
jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt, en jullie
kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.”
(NBV) De digitale werken van barmhartigheid kunnen volgens van den Berg gedaan worden door op
zoek te gaan naar de noden die door internetgebruik ontstaan, zoals bijvoorbeeld verslaving en daar
antwoord op te geven. Ook internetspiritualiteit is heel goed mogelijk volgens van den Berg. Hij geeft
daar de volgende definitie aan: “Internetspiritualiteit is het zoeken náar, dan wel het opdoen van een
persoonlijke innerlijke ervaring met behulp van webtechnologie.”
Volgens Janneke Nijboer is meeleven tonen in de alledaagse dingen via social media juist zo goed
mogelijk, omdat mensen juist deze media gebruiken om deze trivialiteiten te delen. Voor kerken is het
dan de uitdaging om deze dingen op een speelse manier in verbinding te brengen met het geloof.
Ook het publiek maken van het privéleven op Twitter is een uiting van het alledaagse wat Nijboer
bedoelt. In een enquête gehouden door Mirte Martinus (2011) onder 35 protestantse dominees
worden de onderwerpen genoemd waarover de dominees graag Twitteren: hun hobby’s, de kerk,
theologie, de Bijbel, hun werkzaamheden als predikant, activiteiten van de kerk, actualiteit, politiek
en maatschappij en media worden genoemd, maar het persoonlijk leven en privé of gezin waren
opvallend vaakgenoemde onderwerpen. Hieruit blijkt dat het publiek maken van het privéleven een
belangrijk onderdeel is van de Twittercultuur.
Bridging vs. bonding
Van den Berg (2012) maakt verschil tussen bridging en bonding als het gaat om het gebruik van
social media. Als voorbeeld geeft hij Twitterende dominees. Veel dominees doen alleen nog maar
aan bonding, ze gebruiken Twitter om de band met hun collega’s te versterken. Pioniers als Janneke
Nijboer en Roderick Vonhögen slagen er juist in om een brug te slaan naar andersdenkenden door
hun manier van digitale presentie. Zij zorgen ervoor dat de kerkdeuren ook online openstaan. Vroeger
was er een hoge drempel voor niet-kerkelijken om een kerk binnen te stappen of een kerkdienst mee
te maken. Nu kan er via internet gemakkelijker meegekeken worden naar wat er in de kerk gebeurt.
Hierdoor wordt het wel heel belangrijk dat het verschil tussen wat er aan de buitenkant van een kerk
te zien is en wat er aan de binnenkant gebeurt, niet al te groot is. “De tijd dat je in onbegrijpelijke
woorden een preek kon houden, of elkaar de tent uit kon vechten, terwijl evangelisatiecommissies hun
best deden mensen op een zo wervend mogelijke manier te bereiken, is definitief voorbij.” (Van der
Stoep, 2012)
3.5 Vorm
Twitter zorgt voor een andere vorm van interactie dan andere social mediaplatforms. Het karakter is
openbaar en daardoor ligt een zendende houding op de loer, terwijl luisteren ook hier zo belangrijk is.
Luisteren en reageren moet altijd als jezelf, authenticiteit is een sleutelwoord als het gaat om Twitter.
Blogs, Facebook en Twitter
Elizabeth Drescher laat in een voorbeeld zien wat het verschil is tussen Twitter, Facebook en een blog:
Een blog is net een poëzielezing, het is wel publiek, maar de kans is het grootst dat er mensen naar je
komen luisteren die je al kennen. De drempel om iemand te introduceren is veel hoger.
Facebook lijkt veel meer op samen met je vrienden koffie gaan drinken, waarbij je soms een van je
eigen vrienden meeneemt. Het is nog wel publiek en je kan toevallig iemand tegenkomen die je niet
kent en waarmee je een gesprek aangaat.
Twitter lijkt het meest op een openbaar koffie-uurtje. Je brengt met iedereen een beetje tijd voor
en hebt in het bijzonder aandacht voor de nieuwkomers. Het is onbeleefd als een groep ‘insiders’
bij elkaar kliekt en grappen maakt die anderen niet begrijpen en op die manier anderen buitensluit.
(Drescher, 2011)
Zenden
Het open karakter van Twitter past heel goed bij het beeld wat Frank Bosman (2012) heeft van een
15. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
15
goede kerkgemeenschap. “Ziet de kerk zichzelf als een groep voor insiders, heiligen die al gered zijn
of ziet de kerk zichzelf als een verzameling zoekende mensen, half heilig, half zondig?” Het eerste
zelfbeeld zorgt ervoor dat kerken zichzelf als een autoriteit zien en stimuleert alleen maar het zenden
van boodschappen. Het tweede zelfbeeld zorgt voor ruimte voor gesprek met anderen, inspiratie en
ontmoeting.
Twitter is dus bedoeld om horizontaal mee te communiceren, van mens tot mens, maar veel mensen
gebruiken het op dit moment nog om verticaal mee te communiceren, zoals het met de massamedia
ook gebeurt. Hierdoor ontstaat op Twitter een samensmelting tussen massamedia en face-to-face-
contact. (Martinus, 2011)
Ineke de Feijter (2012) zag tijdens haar onderzoek naar beleidsdocumenten van kerken op het gebied
van media en communicatie dat kerken nog steeds een zendende positie innemen: “De verschuiving
van transmissie naar interactie bevraagt bijvoorbeeld de top-down communicatiestructuur van kerken
en het eenrichtingsverkeer van veel kerkelijke media. De focus is veelal op de ‘beweging naar buiten,’
niet op de omgekeerde beweging, zeg maar van ‘buiten naar binnen’. Terwijl er tegenwoordig door
social media geen duidelijke lijn meer is tussen zender en ontvanger, het massapubliek is verdwenen
en opgesplitst in niches van gelijkgestemde interesses en contacten.”
Om te voorkomen dat je als social media gebruiker gaat zenden, kun je letten op het aantal vrienden
of volgers wat je hebt. Het is niet het aantal vrienden of volgers dat telt, maar de kwaliteit van de
interacties. (Drescher, 2011) Drescher haalt in haar boek het zogeheten ‘Dunbar Number’ aan. Het
Dunbar Number is 150, het aantal mensen waarmee je een relatie kunt onderhouden. Ook op social
media, geldt dit als het gemiddelde aantal mensen waar je contact mee kunt onderhouden als vriend
of volger. Boven dat aantal moet je op de één of andere manier structuur gaan aanbrengen in je
lijst. Hoe meer vrienden of volgers je hebt, hoe meer je interacties gaan lijken op ‘one-to-many’-
communicatie en dus gericht zijn op zenden.
Authenticiteit
Een vraag die Frank Bosman (2012) vaak krijgt is “Twitter ik nu als dominee, of als Piet de Koning?”
Dit vat samen waar veel kerkelijke professionals mee zitten. Ze vinden het lastig om een goede balans
te vinden tussen het zichzelf laten zien als mens en als functionaris. Bosman heeft één begrip als
antwoord: authenticiteit. De sociale media vragen volgens Bosman aan kerkelijke professionals om
hun kerkelijke expertise te verbinden aan het leven van alledag. Zoals Martinus (2011) het omschrijft:
“Om op Twitter serieus genomen te worden moet je zowel authentiek als interessant zijn en zowel
professioneel als persoonlijk.” (Martinus, 2011)
Ook Drescher (2011) hamert in haar boek op authenticiteit. Als gaat het om het uitnodigen van
mensen om real-life te participeren, is het heel belangrijk om gezichten te zien. En dan gaat het om
echte gezichten en geen professioneel geposeerde ‘personalities’.
Twitterende Protestantse predikanten noemen als reden om te twitteren dan ook het persoonlijke:
zichtbaarheid voor de buitenwereld, transparantie binnen de gemeente, het creëren van sociaal
kapitaal door middel van collegiaal contact en het verbreden van het netwerk. (Martinus, 2011)
16. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
16
4. Resultaten
4.1 Inleiding
In dit hoofdstuk worden de resultaten van het
fieldresearch geanalyseerd. In hoofdstuk 4.2
staan de resultaten van twee interviews met
deskundigen. De deskundigen zijn gekozen op
basis van de criteria die in hoofdstuk 2 staan
beschreven. De ene deskundige is dominee
Janneke Nijboer (zie rechts de afbeelding
voor haar profielomschrijving op Twitter).
Het interview met Nijboer is gehouden door
Annet Elzinga. De andere deskundige is
priester Roderick Vonhögen (zie rechts de
afbeelding voor zijn profielomschrijving). Het
interview met Vonhögen is gehouden door
Robin Effing en is hier geanalyseerd door
Annet Elzinga. Het interview met Vonhögen is
ook de basis voor een hoofdstuk in het boek
‘De sociale netwerkkerk’ geschreven door
Robin Effing en Roderick Vonhögen wat met
een minisymposium vlak na Pasen verschijnt
(Effing, 2013).
In hoofdstuk 4.3 staan de resultaten van vijf interviews van tien minuten met dhr. Deterink, Martin
Grote pw., Constance Janssen pw., pastor B.H.M. Reerink pr., en Herman Stegeman. Allen zijn leden
van de social media werkgroep van de Plechelmusparochie.
4.2 Nijboer en Vonhögen
4.2.1 Informatiesamenleving
Nijboer en Vonhögen pleiten er allebei voor om als kerk aansluiting te zoeken bij de wereld. Beiden
doen ze dit onder andere door social media en dus ook door Twitter.
Doelgroep
Nijboer zoekt niet naar volgers op Twitter, maar laat zich vinden. Zo vormt zich automatisch haar
doelgroep. Ze wordt ook vaak gevonden door mensen die reclame willen maken, deze mensen
blokkeert ze. Ze is dus niet gericht op een doelgroep, maar wel doelgericht: “Ik denk nu van ik gooi
maar wat de wereld in en ik zie wel. Snap je, dus ik ben niet zo... ik ben er wel doelgericht in dat ik
denk van ik zou het mooi vinden als er ook in de communicatie iets duidelijk wordt van waar ik voor
sta of gewoon iets van het geloof of van mijn inspiratie, maar het is ook gewoon voor de ontvanger
die het ontvangt...”
Vonhögen vindt doelgericht werken ook belangrijk. Volgens hem denken kerken bijna nooit na over
wat ze willen bereiken met social media. Hierdoor bloeden initiatieven snel dood.
Door wie wordt Nijboer dan gevonden? Dat zijn zoals ze het noemt de ‘zinzoekers’ zoals bijvoorbeeld
dominees. Maar de mensen buiten de kerk dan? Volgens Nijboer bestaat er niet meer zoiets als
binnen en buiten de kerk. Kerkleden zijn net als niet-kerkleden geworden. Ze kiest er wel voor om
eerst aansluiting te zoeken tussen de bestaande groep, maar het doel is wel om op een natuurlijke
manier het bereik te vergroten. Haar Twitteraccount is ván de dominee en vóór de gemeente, maar
niet exclusief voor de gemeente. Het besef dat ze er niet alleen maar voor zichzelf zijn, is er altijd.
Tegelijk moet je niet als direct doel hebben om je geloofsgemeenschap te vergroten door middel van
je Twitteraccount, tenzij je alles heel lokaal in je eigen omgeving gaat filteren, maar daar beperk je
17. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
17
jezelf heel erg mee.
Zoekmentaliteit
Ook Vonhögen zegt dat het belangrijk is om er te zijn voor mensen die zoeken. Mensen hebben
tegenwoordig een zoekmentaliteit. Ze zoeken alles op, op internet. Daarom moet je juist daar ook als
kerk aanwezig zijn. Niet alleen met informatie, maar ook als mens: persoonlijke presentie.
Privé en werk
Volgens Nijboer is er een verschuiving gaande als het gaat om het ambt. Vroeger werd de predikant
gedragen door het ambt, nu door de persoon. Dat betekent dat de menselijke, persoonlijke kant
van een predikant veel meer te zien is. Dat vind zij geen wenselijke ontwikkeling, maar toch is het
volgens haar belangrijk wel mee te doen met die ontwikkeling: “Want je moet aansluiten, dus je moet
meedoen. Dus je kan wel zeggen: ik ben het er niet mee eens. Maar dat helpt niet, want zo zit de
cultuur op dit moment in elkaar en zo zit de communicatie op dit moment in elkaar. En uiteindelijk
gaat het natuurlijk om de communicatie van het evangelie, dus ja, moet je toch aansluiten.”
Om hier toch mee door te kunnen gaan zegt Nijboer dat het vaststellen van een eigen doel met Twitter
kan helpen. Hierdoor wordt het veel duidelijker wat je wel en niet uitzendt.
Naar buiten
Nijboer heeft van het twitteren vooral geleerd dat je zelf uit de kerk komt, in plaats van dat mensen
in jouw kerk komen. Volgens haar zorgt dat er voor dat de betrouwbaarheid van een kerk of dominee
wordt vergroot: “Want ik was geïnterviewd voor de Telegraaf en dan stond er: dominee twittert kerk
vol. Nou, flauwekul. Dat heb ik ook gezegd: ik zei dat is flauwekul, zo werkt dat helemaal niet, maar
het gaat volgens mij bij sociale media over betrouwbaarheid en consistentie en dat je benaderbaar
bent en dat je toegankelijk bent, zoiets. Dus ik zie het echt als belangrijk dat je eerst naar buiten
durft, dan moet je later maar eens kijken wat de oogst voor naar binnen is en misschien wel dat je
blik gewoon verbreed is, ofzo of vergroot.”
Kerken begrijpen volgens Nijboer nog lang niet wat social media zijn. De netwerkcultuur, het snelle
leven en de puntige communicatie staan mijlenver van wat de kerken aanbieden. Tegelijk mag de
kracht van de kerk: stilte, er ook zijn, maar dat kun je alleen maar aanbieden als je snapt waar de
wereld over gaat: “Zoals kloosters dat denk ik de laatste tijd wel veel beter kunnen vertellen en laten
zien. Die krijgen geen nieuwe kloosterlingen maar wel meer gasten. Dus de kerk daar is misschien
wel hetzelfde gevoel bij, van: ze krijgen misschien niet meer leden, maar ze krijgen wel meer gasten,
dat is ook wel mooi. Dus ik denk van, als je die communicatie beter zou begrijpen als je ze beter zou
snappen en je moet je daarin oefenen en je bent gewoon ruimhartiger en je zet het kanaal gewoon
open. Je zegt van: kom maar op! Wil je met me twitteren? Kan! Wil je vriend worden? Ook goed!”
Waarom doen de kerken dat dan nog niet? Nijboer en Vonhögen zeggen allebei dat de kerk nog steeds
aanbodgericht is, in plaats van vraaggericht. Nijboer noemt het arrogant: “Kijk wij weten wat het
beste is. Of: ja wij bewaren toch de schat na de traditie? Of: wij weten hoe de dogmatiek zit en wij
hebben de geloofsleer en al die dingen meer. Maar ja, uiteindelijk heb je daar allemaal helemaal niks
aan als je het niet kwijt kan, het evangelie.”
De kerk moet in haar ontwikkeling van 1.0 naar 2.0. Dat betekent in gesprek gaan, want in een
gesprek kom je erachter wat iemand wil. Nijboer noemt een voorbeeld van een aantal gemeenteleden
die met een probleem zaten. Uiteindelijk mondde dit, onder andere door openheid hierover te geven
op social media, uit in een aantal gespreksavonden hierover. Juist op social media kunnen dominees
en pastores luisteren naar wat er leeft. “Kijk heel vaak is het zo dat de dominees die gaan op
studieverlof of de priesters op sabbat en dan hebben ze een boek gelezen en nou: dan gaan we het
daarover hebben, want dat is goed voor jullie. En dat heb ik ook geleerd, dus dat is ook makkelijk en
praktisch en dat is ook allemaal zo. Maar niemand ligt er van wakker! En er zijn altijd die trouwe grijze
schare die toch wel loyaal zijn, die dan komt. Ach die dominee slooft zich ook zo uit en noem maar op.
18. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
18
Maar onze generatie denkt, ja doei daar kom ik mijn bed niet voor uit of dan ga ik liever wat anders
doen!”
Luisteren naar wat er leeft, Nijboer: “Ja, en het klinkt zo... Het klinkt bijna bizar simpel, maar dat is
het wel. Dus de kerk moet een beetje van de troon af, vind ik.”
Aanwezig
Ook Vonhögen laat zien wat de kerk laat liggen als het gaat om het aanwezig zijn op social media: “Je
kan niet zeggen ik neem mijn hele zaakje op en ik ga, laten we zeggen, naar het voetbalveld met mijn
altaar. Dat kan niet! Maar met sociale media kan dat wel. Ik kan mij mengen in een discussie over
voetbal als priester en daar kan ik volgers krijgen bij wijze van spreken en ik kan voelen wat daar leeft
en ik kan misschien helpen.”
Het probleem is dat de kerk helemaal niet weet hoe zij moet omgaan met die social media. De plank
wordt vaak misgeslagen door onbezonnen, te scherp of negatief te zijn. Maar het belangrijkste wat
fout gaat is nog steeds die zendende houding.
4.2.2 Betrokkenheid
Het aanwezig zijn op verschillende social mediaplatformen heeft volgens Nijboer te maken met het
‘zijn waar de mensen zijn’. Net zoals een kerk alleen maar een gebouw is, tot de verbinding met de
buurt wordt aangegaan. Zo is een website van een kerk niks, zolang er niemand aanwezig is op de
sociale media.
Erbij horen
Mensen hebben de behoefte om ergens bij te horen. Als voorbeeld noemt Vonhögen
televisieprogramma’s waar kijkers invloed op kunnen hebben: “Dat jij als individuele kijker het gevoel
krijgt dat je mee mag doen, dat je stem telt, dat je invloed kan hebben op de uitkomst van een
programma. Dat is iets waar je, denk ik, ook als kerk op kan inspelen. Dus die behoefte aan het mee
willen doen, het mee willen denken.”
Betrokkenheid
Als iemand alleen al reageert op jou, is er al betrokkenheid. Hier moet je ook praktisch op inspelen,
zegt Vonhögen. Dat betekent op Twitter dat je bijvoorbeeld rekening houdt met tijdzones, als je
tweet in Amerika midden in de nacht voorbij komt op iemand zijn timeline, dan is de kans klein dat
diegene hem zal zien. Ook binnen dezelfde tijdzone kun je hier slim op inspelen door de tijd waarop
je tweet, bijvoorbeeld voor of na de middagpauze of als je mensen met jonge kinderen wilt bereiken:
na zeven uur, als de kinderen naar bed zijn gebracht en mensen even rustig achter de computer gaan
zitten. Ook kun je meerdere keren dezelfde tweet plaatsen, alleen in andere bewoordingen, zodat je
‘pakkans’ groter wordt.
Volgens Nijboer zijn er bij Twitter verschillende gradaties van reageren. Mensen kunnen iets
retweeten, ze kunnen een reactie geven, maar ze kunnen het ook alleen lezen en dan weet je niet wat
de reactie is. Soms komen deze reacties alsnog face-to-face.
Nijboer: “En dat is eigenlijk het spannendste wel met sociale media dat ik geloof dat heel veel
mensen, heeeel veel boodschappen lezen en op de een of andere manier vindt dat een plek, maar je
weet niet waar en hoe.”
Volg mij
Nijboer en Vonhögen proberen allebei verbinding te zoeken door middel van social media. Het is
niet alleen bedoeld voor het overbrengen van informatie, maar je wilt dat mensen participeren in de
dialoog. Volgens Vonhögen is participatie uiteindelijk navolging. Het gaat er niet om dat mensen het
met elkaar eens zijn, maar iedereen volgt dezelfde Persoon: Christus.
Vonhögen: “Je wilt graag dat mensen gaan volgen en wat natuurlijk één van de kernaspecten is van
social media is het volgen, maar het is niet alleen maar passief volgen: dat jij iemand volgt die jou
19. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
19
niet volgt, maar de ideale constructie is dat iemand jou ook terugvolgt en ook volgt wat jij doet en
dat er dus uitwisseling plaatsvindt. Daarom denk ik dat sociale media heel erg compatible zijn met de
werkwijze van de kerk. En ook zelfs met de manier waarop Jezus te werk ging. Het is: kom, volg mij.”
Daarnaast is Twitter volgens Nijboer ook gewoon een handig en snel middel om contacten te
onderhouden, bijvoorbeeld met mensen uit de gemeente.
Offline
Offline kun je ook merken dat je twittert volgens Nijboer. Zij wordt er in het echte leven soms op
aangesproken door mensen die haar volgen. Volgens haar is dat juist ook het mooie. De contacten die
je online hebt, kun je in het echte leven voortzetten. “Je moet gewoon met elkaar praten!”
Het twitteren heeft de wereld van Nijboer verbreed. Op Twitter kom je mensen tegen die anders
denken, of iets anders geloven. “Dus mijn beeld op de verschillende geloven en de gelovigen vooral
is gewoon verbreed. Wat leer je daar dan van? Dat het er is en dat je gewoon er ook kan zijn, zoiets.
Dat elke stem er gewoon kan zijn, dat je gewoon kunt uiten zeg maar. Dus het helpt wel in de
communicatie, in het durven te communiceren, zulke dingen.”
4.2.3 Inhoud
Er zijn geen regels voor de inhoud van de tweets van mensen uit de kerk. Jezelf zijn is het
belangrijkste uitgangspunt. Tegelijk moet er wel aansluiting gezocht worden bij de buitenwereld.
Oppervlakkigheid
Oppervlakkigheid wordt soms genoemd als iets negatiefs van social media. Nijboer is juist blij met die
oppervlakkigheid. Zij zegt dat negentig procent van het leven gevuld is met trivialiteiten en slechts
tien procent gaat over grote vragen van het leven. Twitter is dus juist een goede afspiegeling van de
werkelijkheid. Op Twitter kun je zien waar mensen zich mee bezig houden.
Ook Vonhögen is het niet eens met de negatieve lading die aan oppervlakkigheid wordt gegeven.
Volgens hem kun je iemand juist door alle berichten heen echt leren kennen. Net zoals de
leerlingen van Jezus hem pas door de jaren heen echt leerden kennen. Iemand leren kennen in een
momentopname als een krant of een interview is bijna onmogelijk. Iemand leren kennen door een tijd
met hem op te trekken wel, dat maken social media mogelijk.
Volgers
Wat je zelf twittert zorgt volgens Nijboer automatisch voor een bepaald publiek: “Het spiegelt toch een
beetje wie je zelf ook bent, denk ik.” Nijboer raadt aan om altijd terug te volgen, tenzij het gaat om
mensen of organisaties die reclame willen maken. Zo kom je als snel in een bepaalde groep mensen
terecht. Als je dat niet wilt, kun je daar zelf ook uitkomen, door bijvoorbeeld over een heel ander
onderwerp te twitteren. Toch ontkom je er niet helemaal aan dat je publiek zich automatisch op een
bepaalde manier filtert.
Spiritualiteit
Spiritualiteit is heel goed mogelijk op Twitter. Nijboer noemt bijvoorbeeld het ‘twidden’: op de dag van
het gebed voor de eenheid, werden op een bepaalde tijd allemaal gebeden geplaatst op Twitter, maar
ook het tegenkomen van een mooie gedachte, een oppeppertje krijgen of iemand die iets aardigs zegt
of leuk reageert. Zelf maakt ze ook wel eens een foto van een kaarsje, wat ze als vorm van gebed
naar iemand tweet die het nodig heeft.
Een ander belangrijk punt vindt Nijboer de stilte: “Neem tijd voor rust en stilte. Zet de telefoon en de
computer uit, weet je wel, je bent niet onmisbaar ook niet op Twitter.”
Evangeliseren
Echt evangeliseren in de zin van expliciet het evangelie proberen te verspreiden over Twitter, wordt
20. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
20
door Nijboer en Vonhögen afgeraden. Nijboer: “Nee, ik denk wees gewoon, als je christen bent of zo.
Wees dan gewoon jezelf en dan is je geloof daar een onderdeel van en soms is het best mooi om daar
iets expliciets over te zeggen, maar doe dat dan vooral omdat het bij je past.”
Vonhögen vindt dat je het beste kan beginnen met een kennismaking op social media. Zoeken naar
waar vraag en aanbod op elkaar aansluiten en dat hoeft helemaal niet als onderwerp de kerk of het
geloof te hebben. Als je mensen helpt en geeft waar ze om vragen ontstaat er een langdurig contact,
maar het tempo waarin dat gebeurt wordt op social media juist bepaald door de andere partij. Het
geheim zit er volgens Vonhögen in dat er aansluiting wordt gezocht bij de dingen waar de ander
gepassioneerd van raakt. Zo ontstaat er wederzijds respect en openheid. “Evangelisatie heeft zijn
beste bedding in vriendschap en in een respectvolle dialoog over dingen die je gemeenschappelijk
hebt.”
4.2.4 Vorm
Twitter is een gesprek, volgens de deskundigen. Een gesprek wat verschillende onderwerpen kan
hebben. Van alledaagse beslommeringen tot diepgaande filosofische bespiegelingen. De berichten
worden niet verzonden met als doel het zenden, maar met als doel de interactie.
Nijboer: “Ik probeer een gesprek op te zoeken of ik probeer op anderen te reageren of door zelf iets te
posten en daartussendoor komen ook nog wel eens berichten van dat ik vertel dat er een kerkdienst
is waar mensen naartoe kunnen of... En dan meestal ook in combinatie met: als je nog voorbeden
hebt...”
Begin
Nijboer vertelt dat het aan het begin wel even wennen is om te Twitteren: “Ja, in het begin heb ik
volgens mij geprobeerd allemaal scherpzinnigheden op Twitter te gooien en daar ben ik ook maar
een keer weer mee gestopt, want dat was ook heel vermoeiend en langzamerhand wordt het tot een
onderdeel van je leven. Dat je denkt van, wat zou ik willen delen op dit moment, van wat ik nu doe,
met mijn omgeving.” Het is wel echt even doorzetten, als je het alleen vijf weken probeert en je geeft
jezelf ook niet, dan wordt het niks.
Korte boodschap
Nijboer vindt het belangrijke aan Twitter dat de boodschappen kort zijn. In tegenstelling tot
bijvoorbeeld een blog, zorgt Twitter ervoor dat de stroom op gang blijft. Het internet gaat volgens
haar over snel en kort communiceren. Ze vindt het arrogant dat mensen zich niet houden aan deze
onzichtbare code. “Als je dat niet wilt of kunt dan schrijf je maar een boek. Je moet kernachtiger
communiceren.”
Toon
Nijboer zoekt de discussie niet op, op Twitter. Juist het verbindende is voor haar belangrijk. Discussie
brengt volgens haar niks voort, dialoog daarentegen wel. Als er toch iets als discussie dreigt, gaat ze
op zoek naar de onderliggende gedachte. Volgens haar is het als predikant of pastor heel belangrijk
om niet te provoceren op Twitter. Als je al expliciet over iets bent, moet je zeker weten dat de
geloofsgemeenschap achter je dat ook is, anders kom je in de problemen. Een tip van Nijboer is om
bij dreigende discussie of gevoelige onderwerpen, verder te gaan met bijvoorbeeld een mailwisseling.
Op die manier zorg je ervoor dat je alles wel uit kunt praten, maar dat anderen geen verkeerd beeld
kunnen krijgen door de berichten die ze langs zien komen.
Initiatieven
Initiatieven als twittervieringen zijn volgens Nijboer leuk, maar niet zaligmakend. Zolang het maar om
de inhoud gaat, anders wordt het al snel een ‘gadget’. Tegelijk vindt ze het knap als gemeenschappen
het aandurven om zichzelf op die manier te laten zien aan de buitenwereld.
Ook een initiatief als ‘twidden’ vindt zij mooi, maar ook hier moet het niet iets vasts worden: “Maar
dat is ook wel iets van, dat vind ik dan specifiek voor zo’n dag heel mooi, maar dat hoeft ook niet
21. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
21
teveel, want dan vind ik het weer zo’n dingetje. Dan wordt het bijna weer zo... Nou ja, zo is het leven
ook niet, zeg maar. Snap je?”
Authentiek
Authenticiteit is misschien wel één van de belangrijkste waarden bij Twitter. Nijboer vindt dat iedereen
gewoon zijn eigen naam en foto moet gebruiken in een account. Verder kon je aan de continuïteit van
de boodschappen ook zien of je met een echte persoon te maken hebt en of diegene zichzelf ook laat
zien. Een Twitteraccount van een organisatie kan volgens Nijboer wel, maar dan moet wel duidelijk
zijn wie dat account beheert. Bij een organisatieaccount ligt al snel het gevaar van het alleen maar
zenden op de loer.
Vonhögen sluit hier bij aan. Echte betrokkenheid kan volgens hem alleen maar ontstaan als er echte
persoonlijke uitwisseling is. Dit maakt wel kwetsbaar. Op Twitter is ook veel negativiteit te vinden. Dit
kan je beeld vertekenen, omdat alleen de schreeuwers zich laten horen, terwijl de meeste mensen er
wel positief of neutraal tegenover staan.
Je houding is ook erg belangrijk op Twitter volgens Vonhögen. Als mensen het gevoel krijgen dat
er een verborgen agenda is, haken ze al snel af. Vonhögen: “Als mensen voelen: dit is authentiek,
mensen willen ons echt helpen, echt iets delen van wat hun beweegt, maar ik ben zelf altijd in alle
tijden in control, ik sta aan het roer van de keuze die ik maak om wel of niet te geloven. Dat is denk
ik, wat uiteindelijk de veiligheid geeft om de geloofsstap te zetten, als het ook een stap in vrijheid is
en dat is ook, denk ik, de enige basis voor echt geloof. Dat kan alleen maar landen op een echte vrije
keuze.”
4.3 Social media werkgroep Plechelmusparochie
De interviews met de social media werkgroep zijn tien weken nadat de leden daarvan waren begonnen
met Twitteren, gehouden.
Inhoud
Twitter was voor de werkgroepleden allemaal nog onbekend terrein. Technisch is het voor niemand
moeilijk om te beginnen, maar inhoudelijk valt het nog niet altijd mee. De meeste werkgroepleden
noemen dat ze het moeilijk vinden om te bedenken wat ze moeten twitteren. Redenen die daarvoor
genoemd worden zijn: doordat het ze teveel tijd kost, doordat hun eigen doel met Twitter nog niet
scherp genoeg is of door gebrek aan inspiratie.
Deterink: “Je kan zeggen ik stap op mijn fiets en ga naar Oldenzaal, ik noem maar iets, maar er zullen
weinig mensen zijn die dat wat interesseert. Dat wil niet zeggen dat je het daarom achterwege moet
laten, maar het gaat er even om van dat je zegt van: ik moet eens gaan zoeken van wat wil ik er
mee? Waar wil ik wat over vertellen of waar wil ik op reageren? Kijk, en dan begint het pas interessant
te worden.”
Stegeman: “Ik vind het technisch niet zo moeilijk. Alleen, inhoudelijk, wat wil je zeggen? Kijk, als je
een bepaalde functie hebt een pastor ofzo die zal bepaalde dingen kwijt willen, maar als privépersoon.
Ik heb een saai beroep, administrateur, op zich valt daar niet zoveel te twitteren.”
Facebook
De meeste respondenten werken liever met Facebook dan met Twitter, ze kunnen daar duidelijker
zien wie ze bereiken en wat er allemaal gebeurt. Op het moment dat de respondenten zagen dat er
interactie kwam op Twitter, vonden ze het wel interessanter worden.
De respondenten vinden Facebook persoonlijker dan Twitter. Ook vinden ze het fijn dat ze op
Facebook meer kwijt kunnen dan op Twitter. Er wordt genoemd dat statusupdates op Facebook beter
geïllustreerd kunnen worden.
22. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
22
Ervaring
De respondenten merken dat het twitteren ze makkelijker afgaat dan in het begin. Bijvoorbeeld omdat
het beknopt formuleren ze makkelijker afgaat: Reerink: “Het gaat mij gemakkelijker af vind ik zelf.
Ook om beknopt te formuleren. Dat dwingt je ook om kort te zijn in je statements. Het brengt je
ook even terug bij wat essentiële dingen waar je zelf mee bezig bent.” Ook het toenemen van het
aantal volgers en gevolgden zorgt ervoor dat ze er meer ‘in komen’. Eén respondent noemt dat haar
inspiratie een beetje uitgeput raakt nu ze wat langer twittert.
Drempel
Drie respondenten voelen helemaal geen drempel om te twitteren, twee wel. Bij de eerste drie wordt
nog wel genoemd dat het voor hem weer wat te ver gaat om een hele dialoog te voeren op Twitter een
ander vindt het lastig dat eigen parochieleden niet te vinden zijn op Twitter. De laatste twee zijn erg
kritisch over wat ze zelf zouden moeten twitteren. Ze stellen zichzelf vragen als: is dit nou de moeite
waard om te twitteren? Of: heeft het wel nut? Janssen: “Ik denk vaak bij mezelf, is dat nou de moeite
waard om erop te zetten en het heeft denk ik ook wel met je karakter te maken. Er zijn mensen die
zijn heel erg ‘outgoing’, die flappen er van alles uit en makkelijk. Zo ben ik gewoon niet en dan is het
ook wat moeilijker om te denken, dat zet ik er gewoon op.” Eén respondent voelt zich bekeken op
Twitter door mensen die iets te zeggen hebben over de functie van die persoon.
Positief
Deterink en Grote vinden het leuk dat ze door Twitter sneller op de hoogte zijn van bepaalde
gebeurtenissen. De respondenten vinden de dingen die ze op Twitter lezen vaak leuk, Janssen noemt
zelfs het woord gezellig, terwijl ze dat nooit had verwacht. Maar het leukst vinden de respondenten
het dat er gereageerd wordt op wat ze zeggen op Twitter, door middel van reacties of door een
retweet. Ook andersom, als er een vraag wordt gesteld waar ze antwoord op kunnen geven, wordt
Twitter gewaardeerd.
Reerink: “Het leukste, ik had een tweet geplaatst en dat iemand dat ging retweeten naar betrekkelijk
veel mensen, dat vond ik heel aardig. En dat hij me daarover ook op aansprak, want ik kwam hem
tegen ook in een ander circuit: dat was mooi zeg, wat je daar... Dat je het buiten internet weer
terughoort, maar ook het verhaal van, deze man zie ik nooit in een kerk of zo, maar die reageerde
daar wel op en had daar wel oren naar, naar wat ik gezegd had. Ik had die man nooit bereikt op een
andere manier, dus die heb ik via de tweet bereikt. Dat vond ik mooi.”
Doelgroep
De respondenten vinden het lastig om te zien welke doelgroep ze bereiken. Grote noemt dat hij op
Twitter meer kijkt naar zijn werkomgeving in plaats van vrienden en daar dus ook meer professionals
en organisaties volgt. Het moet nog groeien, wordt genoemd en er worden ook kansen gezien voor de
jeugd.
Nadelen
Het negatieve aan Twitter vinden de respondenten dat zelf niet altijd invloed hebben op wat er voorbij
komt aan informatie. Vooral als mensen heel veel tweets in één keer plaatsen wordt dat als storend
ervaren.
Mogelijkheden en toekomst
Alle respondenten zien mogelijkheden om Twitter te gebruiken voor evangelisatie en
gemeenschapsopbouw. Vooral het bereiken van mensen die buiten de kerk staan wordt genoemd
als doel met Twitter. Ook wordt vaak genoemd dat Twitter geschikt is om jongeren mee te bereiken.
Janssen noemt dat er wel goed over nagedacht moet worden hoe er met Twitter wordt omgegaan en
wat mensen buiten de kerk aanspreekt: “Ik ben pastoraal werker nota bene, maar af en toe komen
er allemaal van die vrome berichtjes langs van die dagopeningen, dat ik denk: nou, daar heb je de
derde dagopening al! Dus ik vraag me dat eigenlijk wel af. Ik dacht, goh ìk vind het al vervelend! Krijg
23. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
23
ik een vroom berichtje over mijn... en wat vinden andere mensen daar dan van? Dus dat vraag ik me
echt af.”
Op de vraag of de respondenten Twitter in de toekomst nog zullen gebruiken wordt ja geantwoord.
Tegelijk noemen meerderen dat ze het wel lastig vinden om door te zetten, omdat ze in deze
beginfase nog maar weinig resultaat zien van hun activiteit op Twitter.
24. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
24
5. Conclusie en aanbevelingen
5.1 Conclusie
Om mensen door middel van Twitter te betrekken bij een kerkelijke gemeenschap, moet aandacht
worden besteed aan een aantal kritieke succesfactoren. Deze factoren staan in dit hoofdstuk
weergegeven en vormen het antwoord op de hoofdvraag van dit onderzoek: Welke kritieke
succesfactoren zijn er voor het betrekken van mensen bij een kerk, met het gebruik van
Twitter door leden van kerkelijke gemeenschappen?
In de linkerkolom staan de aandachtspunten die volgden uit het deskresearch. Deze aandachtspunten
zijn door middel van fieldresearch getoetst. De aandachtspunten die in het fieldresearch ook naar
voren kwamen, of zijn aangevuld, zijn de kritieke succesfactoren en staan weergegeven in de
middelste kolom. De aandachtspunten en de kritieke succesfactoren zijn terug te vinden onder de
schuingedrukte kopjes van hoofdstuk drie en vier. In de rechterkolom staan de kritieke succesfactoren
uitgelegd.
De factoren staan in willekeurige volgorde. De factoren zijn allemaal van belang. Er is niet onderzocht
welke factoren meer of minder invloed hebben op het resultaat.
Aandachtspunten uit Kritieke succesfactoren uit Uitleg
deskresearch fieldresearch (Zie hoofdstuk
(Zie hoofdstuk 3) 4)
Informatiesamenleving Zoekmentaliteit Kerken moeten rekening houden
met de informatiesamenleving.
Mensen zoeken alles op
internet. De kerk moet dus
te vinden zijn, maar kan zelf
op die manier ook informatie
vergaren.
Beleid Doelgroep Als het gaat over social
media wordt er vaak gepleit
voor beleid en gerichtheid
op een bepaalde doelgroep.
Deskundigen stellen dat dit bij
Twitter iets anders ligt. Vanwege
het persoonlijke karakter is het
belangrijker om doelgericht te
zijn in de eigen boodschap dan
gericht te zijn op een bepaalde
doelgroep.
Identiteit van de kerk Authentiek Als social media wordt
gebruikt door een kerkelijke
gemeenschap is het belangrijk
om de identiteit van die kerk
helder te hebben. Bij Twitter
is het nog belangrijker om de
identiteit van de persoon helder
te hebben.
Netwerken Volg mij ‘Believing without belonging’
kan niet meer bij social media.
De gemeenschap wordt
gevormd in een netwerk waarin
gegeven èn genomen wordt. Je
krijgt altijd terug wat je er zelf
in stopt. Online gemeenschap
kan bestaan, alles draait om >
25. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
25
contact. Als je jezelf niet geeft
krijg je er ook niks voor terug.
Offline vs. online Offline Twitter kan een aanleiding zijn
voor offline ontmoetingen of
initiatieven.
Authenticiteit Privé en werk Twitteren doe je als mens
en niet als instituut of
functie. Voor mensen met
een publieke functie zorgt
dit voor wrijving. Toch blijkt
altijd uit de continuïteit
van de boodschappen of
iemand authentiek is. Als je
in het dagelijks leven niet
evangeliseert, doe dat dan ook
niet op Twitter.
Oppervlakkigheid Oppervlakkigheid Op Twitter leer je iemand
beter kennen door veel
oppervlakkige tweets, dan door
één diepzinnige tweet. Mensen
worden gekend door het verhaal
wat gevormd wordt door alle
korte boodschappen.
Medium en boodschap Korte boodschap Medium en boodschap
Ervaring beïnvloeden elkaar. Twitter
dwingt tot het komen tot de
kern.
Bridging vs. bonding Toon Door het openbare karakter
Positief is Twitter geschikter voor
‘bridging’ dan voor ‘bonding’.
Twitter biedt ruimte voor
dialoog, waarin gerichtheid op
de ander belangrijk is.
Zenden Naar buiten Twitter is bedoeld om
Mogelijkheden en toekomst horizontaal mee te
communiceren. Stap af van
het zendende karakter wat nog
steeds in de cultuur van de kerk
zit.
Mensen kunnen door middel van Twitter betrokken worden bij de kerk, maar alleen wanneer kerken en
vóóral kerkleiders en -leden voldoen aan bovenstaande kritieke voorwaarden voor succes.
5.2 Aanbevelingen
5.2.1 Vervolgonderzoek
Kwantitatief onderzoek
Om de uitkomsten van dit onderzoek meer algemeen te kunnen maken zal er kwantitatief onderzoek
gedaan moeten worden. Richtingen voor dit onderzoek kunnen bijvoorbeeld zijn:
- Wat zijn de richtlijnen die een gemiddelde kerk in Nederland aanhoudt voor het gebruik van Twitter?
- Wat is de groei van kerkelijke gemeenschappen door de invloed van Twitter?
- Welke kritieke succesfactoren zijn het meest effectief?
Effectiviteit
In dit onderzoek is ingegaan op de manier waarop Twitter gebruikt kan worden voor
gemeenschapsopbouw. Logisch gevolg is een onderzoek naar wat het effect is van Twitter op
26. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
26
gemeenschapsopbouw. Hiervoor moeten meerdere effectmetingen plaatsvinden volgens het SMPM-
model van Effin et al. Zo’n meting vindt op dit moment al plaats bij de Plechelmusparochie.
5.2.2 Beleidsaanbevelingen
Strategie
Als het gaat om social media is het belangrijk dat kerken hun strategie bepalen. Zo moeten ze van
tevoren nadenken over wat hun strategie is: wat willen zij bereiken? Wie willen zij bereiken? Met
welke middelen willen zij dat doen? Is Twitter daar geschikt voor?
Geen organisatieaccount
Twitter kan worden ingezet voor de opbouw van een christelijke gemeenschap, maar Twitter is
niet echt geschikt voor organisatieaccounts. Het is beter om een persoonlijk account te maken,
van waaruit de kerkleden vanuit persoonlijke titel twitteren. Twitteren vanuit een functie is al snel
verwarrend, omdat privé en werk tegenwoordig vaak door elkaar lopen.
Cursus
Om het gebruik van Twitter door kerkleden in goede banen te leiden, kunnen kerken bijvoorbeeld
eerst een Twittercursus geven waarin de gebruikers advies krijgen.
27. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
27
Bijlage 1
Tien tips voor het gebruik van Twitter door de leden van de social media werkgroep van de
Plechelmusparochie. Presentatie gehouden op 3 oktober 2012.
1. Zorg voor een duidelijk profiel (Tercan, 2009)
2. Maak je tweets kort maar krachtig (Bijmolt, 2011)
3. Deel foto’s en berichten (Bijmolt, 2011)
4. Doe het zelf, wees authentiek en persoonlijk (Bijmolt, 2011)
5. Wissel af in onderwerpen (Keijzer (2011)
6. Volg de mensen die jou volgen. (Tercan, 2009)
7. Bij een organisatieaccount: denk na over je doelen en wees transparant (Keijzer (2011)
8. Gebruik de zoekfunctie (Tercan, 2009)
9. Houd rekening met je doelgroep (Bijmolt, 2011)
10. Twitter is publiek, houd er rekening mee (in goede en slechte zin) (Tercan, 2009)
28. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
28
Bijlage 2
Punten van aandacht/interviewleidraad deskundigen
Algemeen
- Wat versta jij onder social media?
- Kun je Twitter eens in een paar zinnen omschrijven?
- Waarom ben je zelf begonnen met Twitteren?
Doelgroep
- Welke doelgroep vind je op Twitter?
- Denk je er van tevoren over na wie je kunt en wilt bereiken op Twitter?
Persoonlijk gebruik
- Wat zet je wel op Twitter en niet op Facebook, LinkedIn of een ander social media kanaal?
- Waar let je op bij het gebruik van Twitter?
- Sommige mensen vinden social media oppervlakkig, wat vind je daarvan?
- Op wat voor manier hebben jullie gebruik gemaakt van Twitter bij pioniersproject Noorderlicht?
Online-offline
- Wat merk je er offline van dat je op Twitter zit?
- Is Twitteren meer zenden of ontvangen? Waarom?
De samenleving
- Wat zijn de grootste bedreigingen voor de kerk als het gaat om het gebruik van Twitter?
- Wat zijn de grootste kansen voor de kerk als het gaat om het gebruik van Twitter?
- Hoe kun je bruggen bouwen in plaats van verbinden met je eigen groepering?
- Op wat voor manier kun je mensen door middel van social media en in het bijzonder Twitter,
betrekken bij de kerk?
De kerk
- Op wat voor manier gaan kerken om met Twitter?
- Wat vind je van initiatieven als Twittervieringen?
Geloof
- Kan Twitter ook een middel zijn voor spiritualiteit? Op welke manier?
- Hoe kun je door middel van Twitter evangeliseren?
Punten van aandacht/interviewleidraad beginnende gebruikers
- Wanneer bent u begonnen met twitteren?
- Hoe keek u van tevoren tegen Twitter aan?
- Hoe was het om te beginnen met twitteren?
- Merkt u verschil tussen uw gebruik van Twitter in het begin en nu?
- Ervaart u nu ook nog een drempel om te twitteren?
- Wat doet het met u, dat u nu mensen volgt?
- Waar twittert u vooral over?
- Houdt u met het twitteren rekening met een doelgroep die u wilt bereiken?
- Wat zijn volgens u de verschillen tussen Twitter en Facebook?
- Wat is het leukste wat u tot nu toe hebt meegemaakt op Twitter?
- Wat is u tot nu toe het meeste tegengevallen op Twitter?
- Hoe geschikt vindt u Twitter als middel voor de kerk om te evangeliseren en voor
gemeenschapsopbouw?
- Denkt u dat in de toekomst meer of minder gebruik gaat maken van Twitter?
29. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
29
Bronnen
- Baarda, D.B., M.P.M. de Goede, J. Teunissen, Basisboek kwalitatief onderzoek; Handleiding voor het
opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek, 2e dr. Groningen, Wolters-Noordhoff, 2005
- Berg, van den E. (2012) Sociale media in de greep van de Geest. Handelingen, 39 (3), 27-35.
- Bijmolt, M (2011) Tips, tips en nog eens Twitter-tips. Geraadpleegd op 2 oktober 2012 van: http://
twittermania.nl/2011/05/tips-tips-en-nog-eens-twitter-tips/
- Bosman, F. (2012) Waarom ik vind dat we iets met social media moeten doen. Handelingen, 39 (3),
17-25.
- Dresscher, E., Tweet if you love Jesus; Practicing Church in the Digital Reformation, 1e dr. New York,
Morehouse Publishing, 2011.
- Effing, R, De sociale netwerkkerk; De verbindende kracht van Facebook, YouTube, Twitter en
LinkedIn, 1e dr. Kampen, VBK Media, 2013
- Effing, R., J. Huibers, T.W.C. Hillegersberg (2012), Measuring the effects of social media participation
on political party communities. Geraadpleegd op 15 januari 2013 van: http://www.socialpower.nl/cms/
publications/
- Feijter, de I. (2012) Like it! Or not... Handelingen, 39 (3), 47-57.
- Hofland, A. (2012) Internet als religieuze ruimte. Handelingen, 39 (3), 39-45.
- Keijzer, C. (2011) 10 Twittertips. Geraadpleegd op 2 oktober 2012 van: http://www.corinnekeijzer.
nl/2011/10/28/10-twitter-tips/
- Kerkzoeker.nl (2013) Kerkelijke begrippen. Geraadopleegd op 22 januari 2013 van: http://www.
kerkzoeker.nl/begrippen.html#gemeente
- Martinus, M. (2011), Twitterende dominees; Geloven in sociale media. Geraadpleegd op 8 november
2012 van: http://static.staatgeschreven.nl/wpcontent/uploads/2012/01/Twitterende Dominees-
MirteMartinus.pdf
- Multiscope (2012, 13 december) Facebook gebruik verzevenvoudigd in 2 jaar. Geraadpleegd op
7 januari 2013 van: http://www.multiscope.nl/organisatie/nieuws/berichten/facebook-gebruik-
verzevenvoudigd-in-2-jaar.html
- Multiscope (2012, 25 april) Groei Nederlandse twitteraccounts vlakt af. Geraadpleegd op 20
november 2012 van: http://www.multiscope.nl/organisatie/nieuws/berichten/groei-nederlandse-
twitteraccounts-vlakt-af.html
- Nijboer, J. (2012) Sociale media en community-vorming Handelingen, 39 (3), 59-65.
- O’Leary, A (2012, 2 juni) Twitter Dynamos, Offering Word of God’s Love. Geraadpleegd op 7 januari
2013 van: http://www.nytimes.com/2012/06/02/technology/christian-leaders-are-powerhouses-on-
twitter.html?_r=2&
- Roeland, J. e.a. (2012) De (on)mogelijkheid van de digitale kerk Handelingen, 39 (3), 67-75
30. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
30
- Semiocast (2012, 31 januari) Geolocation analysis of Twitter accounts by Semiocast. Geraadpleegd
op 9 november 2012 van: http://semiocast.com/publications/2012_01_31_Brazil_becomes _2nd_
country_on_Twitter_superseds_Japan
- Stoep, van der J. (2012) Sociale media: een nieuwe vorm van communicatie. Handelingen, 39 (3),
7-15.
- Tercan, M (2009) Hoe gebruik je Twitter: Do’s and Dont’s. Geraadpleegd op 2 oktober 2012 van:
http://www.frankwatching.com/archive/2009/06/04/hoe-gebruik-je-twitter-dos-and-donts/
- Wielstra, S. en R. Effing, Onderzoek naar social media en kerk: de stand van zaken. Nog niet
gepubliceerd.
- Wikipedia (2013) Twitter. Geraadpleegd 10 januari 2013 van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Twitter
31. “Volg Mij” - Twitter als middel voor gemeenschapsopbouw in de kerk
31