SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  20
Belangrijke trends en beleidsuitdagingen voor de komende periode(n) Wethoudersproeverij
Inhoud presentatie ,[object Object],[object Object],[object Object]
Enkele belangrijke trends ,[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object]
Verdere economische groei (reëel) 2008-2040  100 200 300 400 500 600 700 800 1960 1970 1980 1990 2000 2010 2020 2030 2040
Toename reële inkomen per hoofd 2008-2040 100 150 200 250 300 350 400 450 1967 1977 1987 1997 2007 2017 2027 2037 2047
Daling beroepsbevolking ,[object Object],[object Object],[object Object],[object Object]
Arnhem: vraag en aanbod arbeid 2007-2040
Nijmegen: vraag en aanbod arbeid 2007-2040
Regio: vraag en aanbod arbeid 2007-2040
Rotterdam: vraag en aanbod arbeid 2007-2040
Amsterdam: vraag en aanbod arbeid 2007-2040
Bevolkingsgroei: 2008-2025
Wijzigende huishoudsamensteling: toename eenpersoonshuishoudens 2008-2025
Wijzigende huishoudens 2008-2050 (2008 = 100)
Hogere eisen woon- en leefomgeving ,[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object]
Snelheid verbeteringen bestaande woningvoorraad? Nieuwbouw Sloop 1 % van de voorraad 0,20% van de voorraad
De doelgroepen voor het sociale beleid ,[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object]
Beroepsbevolking en zorguitgaven (2008 = 100)
Aanpakken: lage participatiegraden
De beleidsuitdagingen voor de komende periode(n) ,[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object],[object Object]

Contenu connexe

Similaire à Proeverij Trends En Beleidsuitdagingen (2)

Vernieuwing op de arbeidsmarkt Boris van de Woestijne
Vernieuwing op de arbeidsmarkt Boris van de WoestijneVernieuwing op de arbeidsmarkt Boris van de Woestijne
Vernieuwing op de arbeidsmarkt Boris van de WoestijneRijnconsult
 
2010 06 24 Def Presentatie
2010 06 24 Def Presentatie2010 06 24 Def Presentatie
2010 06 24 Def PresentatieRSHinfelaar
 
Verslag \'Terreinontwikkeling in de zorg\'
Verslag \'Terreinontwikkeling in de zorg\'Verslag \'Terreinontwikkeling in de zorg\'
Verslag \'Terreinontwikkeling in de zorg\'ebezemer
 
duurzaamheid29juni
duurzaamheid29juniduurzaamheid29juni
duurzaamheid29juniTrendbureau
 
Vergrijzing en wie betaald de rekening?
Vergrijzing en wie betaald de rekening?Vergrijzing en wie betaald de rekening?
Vergrijzing en wie betaald de rekening?Christiaan van Gorkum
 
Vergrijzing Quo Vadis?
Vergrijzing Quo Vadis?Vergrijzing Quo Vadis?
Vergrijzing Quo Vadis?guest72372fb
 
Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017
Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017
Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017Peter van Heuveln
 
Woningen Blavier - Trendrapport woningmarkt
Woningen Blavier - Trendrapport woningmarktWoningen Blavier - Trendrapport woningmarkt
Woningen Blavier - Trendrapport woningmarktLiesbeth Vranckaert
 
Stadsatelier Bevolkings- en Huishoudensprognoses
Stadsatelier Bevolkings- en HuishoudensprognosesStadsatelier Bevolkings- en Huishoudensprognoses
Stadsatelier Bevolkings- en HuishoudensprognosesWim Dries
 
BIMopen 2014 presentatie Rabobank
BIMopen 2014 presentatie RabobankBIMopen 2014 presentatie Rabobank
BIMopen 2014 presentatie RabobankBIMopen
 
2013 02 08 presentatie advies krimp
2013 02 08 presentatie advies krimp2013 02 08 presentatie advies krimp
2013 02 08 presentatie advies krimpsernoordnederland
 
100503 Jv H Ppp Head Masterclass D D 100602
100503   Jv H   Ppp Head Masterclass D D  100602100503   Jv H   Ppp Head Masterclass D D  100602
100503 Jv H Ppp Head Masterclass D D 100602Johan van Houwelingen
 
Workshop Pal achter de middengroepen
Workshop Pal achter de middengroepen  Workshop Pal achter de middengroepen
Workshop Pal achter de middengroepen Atrivé
 
I zovator presentatie 30 mei 2013
I zovator presentatie 30 mei 2013I zovator presentatie 30 mei 2013
I zovator presentatie 30 mei 2013iZovator
 
Uitkeringen in belgië
Uitkeringen in belgiëUitkeringen in belgië
Uitkeringen in belgiëFrederikVO
 
Megatrends bieden kansen voor inkoop Deal! Magazine July 2015
Megatrends bieden kansen voor inkoop Deal! Magazine July 2015Megatrends bieden kansen voor inkoop Deal! Magazine July 2015
Megatrends bieden kansen voor inkoop Deal! Magazine July 2015John van Veen
 

Similaire à Proeverij Trends En Beleidsuitdagingen (2) (20)

Vernieuwing op de arbeidsmarkt Boris van de Woestijne
Vernieuwing op de arbeidsmarkt Boris van de WoestijneVernieuwing op de arbeidsmarkt Boris van de Woestijne
Vernieuwing op de arbeidsmarkt Boris van de Woestijne
 
2010 06 24 Def Presentatie
2010 06 24 Def Presentatie2010 06 24 Def Presentatie
2010 06 24 Def Presentatie
 
Verslag \'Terreinontwikkeling in de zorg\'
Verslag \'Terreinontwikkeling in de zorg\'Verslag \'Terreinontwikkeling in de zorg\'
Verslag \'Terreinontwikkeling in de zorg\'
 
duurzaamheid29juni
duurzaamheid29juniduurzaamheid29juni
duurzaamheid29juni
 
Vergrijzing en wie betaald de rekening?
Vergrijzing en wie betaald de rekening?Vergrijzing en wie betaald de rekening?
Vergrijzing en wie betaald de rekening?
 
Seminar
SeminarSeminar
Seminar
 
Vergrijzing Quo Vadis?
Vergrijzing Quo Vadis?Vergrijzing Quo Vadis?
Vergrijzing Quo Vadis?
 
Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017
Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017
Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017
 
Gemeente Zaanstad wonen & zorg 8 november 2011
Gemeente Zaanstad wonen & zorg 8 november 2011Gemeente Zaanstad wonen & zorg 8 november 2011
Gemeente Zaanstad wonen & zorg 8 november 2011
 
Woningen Blavier - Trendrapport woningmarkt
Woningen Blavier - Trendrapport woningmarktWoningen Blavier - Trendrapport woningmarkt
Woningen Blavier - Trendrapport woningmarkt
 
Stadsatelier Bevolkings- en Huishoudensprognoses
Stadsatelier Bevolkings- en HuishoudensprognosesStadsatelier Bevolkings- en Huishoudensprognoses
Stadsatelier Bevolkings- en Huishoudensprognoses
 
Regionale Sectorplannen Zorg en Welzijn Haaglanden
Regionale Sectorplannen Zorg en Welzijn HaaglandenRegionale Sectorplannen Zorg en Welzijn Haaglanden
Regionale Sectorplannen Zorg en Welzijn Haaglanden
 
Comfortabel wonen zip 14 april 2010
Comfortabel wonen zip 14 april 2010Comfortabel wonen zip 14 april 2010
Comfortabel wonen zip 14 april 2010
 
BIMopen 2014 presentatie Rabobank
BIMopen 2014 presentatie RabobankBIMopen 2014 presentatie Rabobank
BIMopen 2014 presentatie Rabobank
 
2013 02 08 presentatie advies krimp
2013 02 08 presentatie advies krimp2013 02 08 presentatie advies krimp
2013 02 08 presentatie advies krimp
 
100503 Jv H Ppp Head Masterclass D D 100602
100503   Jv H   Ppp Head Masterclass D D  100602100503   Jv H   Ppp Head Masterclass D D  100602
100503 Jv H Ppp Head Masterclass D D 100602
 
Workshop Pal achter de middengroepen
Workshop Pal achter de middengroepen  Workshop Pal achter de middengroepen
Workshop Pal achter de middengroepen
 
I zovator presentatie 30 mei 2013
I zovator presentatie 30 mei 2013I zovator presentatie 30 mei 2013
I zovator presentatie 30 mei 2013
 
Uitkeringen in belgië
Uitkeringen in belgiëUitkeringen in belgië
Uitkeringen in belgië
 
Megatrends bieden kansen voor inkoop Deal! Magazine July 2015
Megatrends bieden kansen voor inkoop Deal! Magazine July 2015Megatrends bieden kansen voor inkoop Deal! Magazine July 2015
Megatrends bieden kansen voor inkoop Deal! Magazine July 2015
 

Proeverij Trends En Beleidsuitdagingen (2)

Notes de l'éditeur

  1. Er is voor de trends gebruik gemaakt van de scenario’s van de drie planbureaus (Centraal Planbureaus, Milieu- en Natuurplanbureau, Ruimtelijk Planbureau) in Welvaart en Leefomgeving uit 2006 voor de komende 40 jaar. Het startjaar voor de ramingen en scenario’s in 2002. Juist door veertig jaar systematisch te doordenken en de horizon te stellen op 2040 worden veranderingen zichtbaar die als wij vooruit blikken tot 2020 nog niet zo goed zichtbaar zijn. Verder zijn tientallen studies, rapporten en trendstudies gebruikt om de trends te identificeren en te vertalen naar de grote steden. Om het nog scherper te krijgen wat één en ander betekent voor de steden voor steden ook gebenchmarkt met vergelijkbare steden. Voor het vergelijkende statistische perspectief worden steden geselecteerd met de zelfde zwaarte van de gemeentelijke taken. De zwaarte van de gemeentelijke taken komen volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tot uitdrukking in de sociale structuur en in het belang van de centrumfunctie. Als wij bijvoorbeeld het voorbeeld Helmond nemen dat heeft Helmond volgens de definitie van BZK, die een rol speelt in de verdeelparameters van het gemeentefonds, een matige sociale structuur en een sterke centrumfunctie. Steden met meer dan 70.000 inwoners met de zelfde kenmerken zijn: Alkmaar, Breda, Deventer, Haarlem, ‘s-Hertogenbosch, Hengelo, Leiden, Maastricht, Sittard-Geleen, Tilburg en Venlo. Verder kijken wij naar de structuurkenmerken van Nederland als geheel. Dat geeft inclusief Helmond 13 benchmarkpunten. Zo hebben wij hetzelfde gedaan bij het schetsen van de trends en beleidsuitdagingen voor Enschede, Almelo, Heerlen, Zwolle, Amsterdam, Rotterdam et cetera
  2. De afgelopen 48 jaar is de reële economische groei gemiddeld 3,3 procent per jaar geweest. Dit betekent een ruime verviervoudiging van het reële bruto binnenlands product in de periode 1960 tot 2008. Voor de toekomst is in elk van de scenario's (Global Economy, Strong Europe, Transatlantic Market, Regional Communities) van Welvaart en Leefomgeving verondersteld dat de economische groei blijft toenemen. Omdat het scenario ‘Regional Communities’ een beetje een buitenbeentje is, is dit scenario buiten beschouwing gelaten om een globaal beeld te verkrijgen van de verwachte economische groei voor de komende veertig jaar. Voor de drie scenario’s (excl. Regional Communities) is de gemiddelde economische groei iets meer dan 2% per jaar voor de komende decennia. De toekomstige groei ligt dus op het lager niveau dan de groei in het verleden. In figuur is voor de jaren 2009, 2010 én 2011 een crisiseffect verondersteld door Nicis en deels gebaseerd op CPB (maar wij hebben het CPB voor 2010 en 2011 naar beneden bijgesteld om ons niet te rijk te rekenen (2009: -/- 4,5%, 2010: -/- 2,0% (CPB: 0%) en 2011: 9%). Daarna weer de lange termijntrend van de scenario’s van de planbureaus. Vanwege het veronderstelde crisiseffect resulteert vervolgens in de periode 2009 tot 2040 een gemiddelde jaarlijkse groei van 1,8 procent van het reële BBP. Dit betekent iets minder dan een verdubbeling van het reële BBP in ruim dertig jaar.
  3. De reële economische groei in het verleden en in de toekomst zorgt ook voor een toename van de koopkracht per hoofd. In de vier scenario’s van Welvaart en Leefomgeving neemt de koopkracht per hoofd toe van 0,7 tot 2,6% gemiddeld per jaar. Volgens het gemiddelde van de drie scenario’s van de planbureaus (excl. Regional Communities) neemt de koopkracht met gemiddeld 1,75% per jaar toe. Deze groei is aanzienlijk minder dan in de periode daarvoor. Maar er is desalniettemin een toename. Voor de komende veertig tot vijftig jaar mag een verdubbeling van de koopkracht verondersteld worden. Op basis van de scenario’s van de planbureaus kan uitgegaan worden van een verdubbeling van de koopkracht per hoofd in veertig jaar. Wordt rekening gehouden met een groeidaling in 2009 tot en met 2011 (crisiseffect) dan dient eerder gerekend te worden met een verdubbeling van de koopkracht per hoofd in 47 jaar tijd. Er wordt dus geen crisis verondersteld van 10-15 jaar. Deze verdubbeling van de koopkracht in 40-50 jaar heeft voor elke stad in Nederland allerlei belangrijke gevolgen: vraag naar nieuwe en andere producten en diensten (consumentendiensten), meer keuzemogelijkheden (door de afnemende bevolkingsdruk zijn er meer keuzemogelijkheden om de beste woon- en leefomgeving te kiezen), meer mogelijkheden om zelf in levensonderhoud te voorzien, minder absolute armoede, en vooral – evenals in het verleden – zullen de mensen hogere eisen stellen aan de kwaliteit van hun woon- en leefomgeving.
  4. De Commissie Arbeidsparticipatie (Commissie Bakker) heeft recent indringend aangetoond dat de vraag- en aanbodverhoudingen op de arbeidsmarkt fundamenteel gaan veranderen. De beroepsbevolking daalt richting 2040 met 1 miljoen personen en wij dreigen in Nederland 700.000 mensen tekort te komen. Met alle gevolgen van dien voor de concurrentiepositie, de economische groei, met vele onvervulbare vacatures, sterk oplopende loonkosten, verdwijnende productie verdwijnt en de zorg dat diensten (onderwijs, zorg, overheid) niet meer geleverd kunnen worden. Naast deze kwantitatieve discrepantie is er ook een aanzienlijk kwalitatieve discrepantie tussen het aanbod en de vraag naar arbeid. Te veel laag geschoolden relatief, één op de acht jongeren verlaat hun opleiding zonder startkwalificatie, in Nederland zijn 1½ miljoen laaggeletterden die nauwelijks toegang hebben tot de arbeidsmarkt. Deze kwalitatieve discrepanties maken het probleem nog indringender. De verwachting is dan ook dat de kwantitatieve en kwalitatieve (mis)matches op de arbeidsmarkt in belangrijke mate gaan bepalen of bedrijven zich in bepaalde stad gaan vestigen of gaan verhuizen. De ontwikkeling is niet uniform in Nederland. Het probleem doet zich in sommige steden en regio’s eerder en intensiever voor dan in andere steden en regio’s. Omdat de Nederlandse arbeidsmarkt een sterk regionale markt is en er grote verschillen zijn tussen de regio’s, zouden de steden hierin een grote rol kunnen en moeten spelen. Zij moeten een veel intensiever arbeidsmarktbeleid gaan voeren. Ik zal uw enkele voorbeelden laten zien waar u ongeveer aan moet denken.
  5. Op grond van bovenstaande gegevens en aannames kan geraamd worden dat de discrepantie van 15.000 – 16.000 arbeidskrachten (nu ingevuld door 35.000 inkomende pendel en 19.000 uitgaande pendel) gaat oplopen naar 39.000 arbeidskrachten in 2040. Dit is het Arnhemse equivalent van Bakker’s boodschap. [1] Op termijn kan de inkomende pendel de behoeften van het bedrijfsleven binnen de gemeentegrenzen niet meer oplossen. [1] Uiteraard kan het gestileerde beeld uit de grafiek in de praktijk niet optreden. Als de pendel de kloof tussen vraag en aanbod niet meer kan oplossen, moeten de lijnen dichter bij elkaar komen te liggen. De vraag naar arbeid en de bedrijvigheid wordt noodgedwongen geringer en/of het aanbod van arbeid wordt meer. Het verbeteren van de arbeidsparticipatie, meer en langer werken, minder parttime werken en het vergroten van de arbeidsproductiviteit zijn de mogelijkheden om er voor te zorgen dat de bedrijvigheid en werkgelegenheid afgeknepen wordt of verdwijnt omdat de mensen die het werk moeten doen er niet zijn. Enkele voorbeelden van andere steden: Zo wordt voor Breda een tekort geraamd in het jaar 2040 van 19.000 personen, voor Eindhoven een tekort van 60.000 personen, voor Enschede een tekort van 12.000 personen en voor Sittard-Geleen een tekort van 14.000 personen. Vele steden krijgen dus met een aanzienlijke kwantitatieve discrepantie te maken tussen de vraag en het aanbod van arbeid. Voor sommige steden wordt de kloof vanaf nu steeds groter (Arnhem, Nijmegen, Breda en Eindhoven), terwijl voor andere steden het tekort pas later in de tijd gaat ontstaan en dan steeds groter wordt (Enschede, Sittard-Geleen, KAN-regio).
  6. Ook Nijmegen biedt geen oplossing voor de dreigende problemen van Arnhem. In Nijmegen neemt de discrepantie toe van 9.500 personen tot 21.000 personen in 2040.
  7. Wel blijkt voorlopig de belangrijke betekenis van de regio voor Arnhem en Nijmegen. In de regio Arnhem/Nijmegen (KAN) overtreft het aanbod de vraag met 47.000 personen. Pas tussen 2025 en 2030 gaan in de hele regio tekorten ontstaan. Uiteindelijk wordt in 2040 een tekort geraamd van 53.000 personen. De wisselwerking tussen de steden en hun omgeving en het dreigende tekort in de regio op termijn pleit voor een krachtig regionaal arbeidsmarktbeleid. Dit mede omdat er regio’s in Nederland zijn waarbij deze discrepanties pas ná 2040 gaan optreden. Deze regio’s zouden wel eens een belangrijk vestigingsplaatsvoordeel kunnen gaan krijgen.
  8. Jaar Vraag Aanbod Vraag -aanbod 2007 317.230 321.634 -4.404 2010 310.000 317.584 -7.584 2015 319.016 312.004 7.011 2020 328.293 306.340 21.953 2025 337.841 300.535 37.306 2030 347.666 296.820 50.846 2035 357.777 291.945 65.832 2040 368.182 287.070 81.112
  9. Amsterdam Vraag Aanbod Vraag -aanbod 2007 477.060 444.127 32.933 2010 470.000 445.837 37.039 2015 483.669 450.172 49.280 2020 497.735 453.021 60.956 2025 512.210 456.253 72.672 2030 527.107 456.275 88.032 2035 542.436 456.325 103.812 2040 558.212 456.375 120.052
  10. Bevolkingsgroei is een motor van economische ontwikkeling. Voorlopig houdt Helmond deze motor nog even. Op langere termijn stabiliseert en daalt de ontwikkeling van de bevolking. Al veel eerder dan dat dit moment wordt bereikt, zal duidelijk worden dat een kwalitatieve groei het allerbelangrijkste gaat worden. Men zal ook eerder doordrongen raken van het feit dat nu alleen ondernemerschap, dynamiek, innovativiteit en vernieuwingsgezindheid (ook in de publieke sector) nog de enige motor is van enige groei. De gemeenten die nu al krimpen, worden zich daar – noodgedwongen - het eerste van bewust. Het is verstandig dat alle steden dit lange termijn perspectief: namelijk op allerlei wijzen inzetten op kwaliteitsverbetering en ondernemerschap/innovativiteit voor ogen houden. De steden die dit niet zien, kunnen wel eens achterhaald worden door de steden die dit het eerste MOETEN zien. Dus de doorgroei naar een gemeente van 100.000+ (zoals we zoveel zien in de stedelijke plannen) is niet het belangrijkst meer. DE echte opgave is om meer energie, aandacht en focus te zetten op verbeteren (kwaliteit, verduurzamen, transformeren, diversifiëren, specialiseren). De traditionele focus op kwantitatieve groei (en annexatie) raakt achterhaald en houdt op termijn een groot gevaar in (verkeerde investeringen, leegstand, verloedering). Er dreigt het gevaar van overinvesteringen en verkeerde investeringen bij trendmatige voortzetting van het huidige beleid.
  11. Zo’n 30,6% van de huishoudens is een eenpersoonshuishouden in Helmond in 2007. Dit is het laagste van alle benchmarksteden. In 2025 zal dat 40,7% zijn. Dit is niet meer het laagste aandeel van de eenpersoonhuishoudens in het aantal huishoudens maar ligt nog wel onder het gemiddelde van de benchmarksteden. Het laagste percentage is nu in Assen (39%). In Noord-Brabant ligt het percentage om 39,4%; dus onder Helmond. Helmond maakt een zeer sterke groei van het aantal eenpersoonshuishoudens. Voor heel Nederland ligt volgens de ramingen van de planbureaus het percentage rond de 50% in 2040. Helmond gaat daar ook naar toe. Wordt daar voldoende rekening meegehouden in de woningbouw en herstructurering. Het gaat om het aanpakken en transformeren (spitsen, samenvoegen, verbeteren, verduurzamen, vergroenen, verblauwen) van de bestaande woningvoorraad. Nieuwbouw is niet het antwoord (nationaal jaarlijks slechts 1 procent van de woningvoorraad) en sloop ook niet (nationaal jaarlijks slechts 0,2 procent van de woningvoorraad. Op deze wijze kosten het 100 respectievelijk 500 jaar om de woningvoorraad te verbeteren. Meer sociale woningbouw is ook niet het antwoord: het gaat om het scheefwonen aanpakken (het volume is er wel) en meer bouwen/transformeren voor het midden- en hogere huursegment. Percentage koopwoningen in Helmond is niet hoog is vergelijkend perspectief.
  12. Wat zijn de toekomstige woningbehoeften van ouderen? Rolling Stones versus André Rieux leefstijl? Zorg en woonvoorzieningen? Toename behoefte aan woningen voor ouderen 2025 t.o.v. 2008 Na 2025 verdere veroudering naar 75+ Stagnerende groei is niet tegen te houden. Ga niet tegen de stroom in, deze is toch niet te stoppen. Accepteer het als een gegeven en gebruik de ruimte om je woningvoorraad te herstructureren. Want de grote opgave is niet langer kwantitatief maar kwalitatief. De vergrijzing: zorg en wonen combineren op creatieve en efficiënte wijze Planning for decline Toets regelmatig het langjarige woningprogramma aan de meest recente inzichten over de bevolkings- en huishoudontwikkeling en pas deze zo nodig aan. VERHOOG PLANCAPACITEIT
  13. Er is vraag naar goede appartementen (door individualisering) en eengezinswoningen in de koopsector (door welvaartsgroei). Daar staat een grootschalig aanbod tegenover van merendeels goedkope huurwoningen van matige kwaliteit. Door het grote volume van de bestaande woningvoorraad zal dit maar langzaam veranderen. De bevolking verandert (huishoudsamenstelling, vergrijzing, eenpersoonshuishoudens). De mondige en meer welvarende consument stelt eisen aan wonen (minder eenheidsworst, meer keuzevrijheid en differentiatie, meer verhuismobiliteit). En de samenleving stelt eisen van ruimtelijke ordening en duurzaamheid (minder verkeersmobiliteit, meer wonen in stedelijk gebied, duurzame bouw).
  14. De benodigde veranderingen lukken niet met de nieuwbouw alléén. De nieuwbouw betreft jaarlijks één procent van de woningvoorraad (80.000 woningen). Op deze wijze kost het 100 jaar om de woningvoorraad te wijzigen en binnen 40-50 jaar is de koopkracht verdubbeld. Dat wij vooral de bestaande woningbouwvoorraad moeten wijzigen, blijkt ook uit het geringe sloopvolume. Over de afgelopen tien jaar zijn jaarlijks gemiddeld 13.500 woningen gesloopt. Dit is tweetiende procent van de totale woningvoorraad. Als dat in dit tempo doorgaat, zal de gemiddelde woning bijna 500 jaar meegaan. En wie naar de gemiddelde naoorlogse woning kijkt, zal dit niet realistisch overkomen. Zelfs als de sloopinspanningen worden opgevoerd naar 30.000 woningen per jaar, betekent dit dat een woning meer dan 200 jaar moet blijven staan. Ter vergelijking: woningwetwoningen zijn na 50 jaar afgeschreven Deze kengetallen dringen de conclusie op dat snel en massaal de bestaande woningvoorraad moet verbeteren. En omdat de woningvoorraad een voorraadgrootheid is, gaat het verbeteren van de totale voorraad mondjesmaat. Elk jaar zijn grote inspanningen nodig om in dertig tot veertig jaar tijd de voorraad aanzienlijk verbeterd te hebben. Zet bijvoorbeeld allerlei instrumenten in om de particuliere woningeigenaren hiertoe aan te zetten als zij het zelf al niet doen. En nog zwaardere inspanningen van de woningbouwcorporaties in de komende decennia nodig..
  15. Netto-participatiegraad mannen en vrouwen tezamen 2004/2006.
  16. De topprioriteit moet de economie, innovativiteit, ondernemerschap en arbeidsmarkt zijn (bevolkingsgroei vlakt af als motor van economische groei): Zet in op nieuw ondernemerschap, daag ondernemers uit, verleidt ondernemers, sterker bedrijfsleven nodig, meer stuwend ondernemerschap (ZZP’ers, leisure, multiplexen, consumentendiensten, niet alleen hightech maakindustrie) Zet in op onderwijs, gebruik creatiever de mogelijkheden Verdere diversificatie en kies een krachtige specialisatie (clusters) Dus de doorgroei naar een gemeente van 100.000+ of 180.00 + is niet het belangrijkst maar het met veel meer energie, aandacht en focus verbeteren (kwaliteit, verduurzamen, transformeren, diversifiëren, specialiseren) is de echte opgave. De traditionele focus op kwantitatieve groei (en annexatie) raakt achterhaald en houdt op termijn een groot gevaar in (verkeerde investeringen, leegstand, verloedering). Er dreigt het gevaar van overinvesteringen en verkeerde investeringen bij trendmatige voortzetting van het huidige beleid. Pas woningvoorraad met ambitie en lef aan. Immers ‘werken volgt wonen’ Burgers, ondernemers, civil society in de frontlinie en aan zet; gemeente volgend en faciliterend. Kies voor maximale vrijheden in begroting: de toekomst is onzeker Aanbevelingen sociaal beleid (zie aanbevelingen sociaal beleid G27)