SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  41
Télécharger pour lire hors ligne
Kracht &
Beweging
Haar leeftijd is 14 jaar.
grootheid = +getal eenheid
In de natuurkunde worden grootheden meestal uitgedrukt door een combinatie
van een getal en een eenheid.
De eenheden in het Système International (SI) worden
wereldwijd als standaard gebruikt, o.a. voor alle formules
De basis
SI-eenheden
Voorbeelden van
afgeleide
SI-eenheden
Voorbeelden van
overige
eenheden
m s mol kg K A cd
meter
afstand (s)
seconde
tijd (t)
mol
hoeveelheid (n)
kilogram
massa (m)
kelvin
temperatuur (T)
ampère
stroom (I)
candela
lichtsterkte (L)
in
inch
afstand (s)
h
uur
tijd (t)
l oz ºC cal
liter
volume (V)
ounce
massa (m)
grad. celsius
temperatuur (T)
calorie
energie (E)
km/h
snelheid (v)
N
newton
kracht (F)
Pa J W Hz
pascal
druk (p)
joule
energie (E)
watt
vermogen (P)
hertz
frequentie (f)
m/s
snelheid (v)
kg/m3
dichtheid (ρ)
Er zijn ongeveer 100 natuurkundige grootheden,
waarvan je een selectie dagelijks tegenkomt
lengte (l)
in meter (m)
tijd (t)
in seconde (s)
hoeveelheid (n)
in mol (mol)
massa (m)
in kilogram (kg)
temperatuur (T)
in kelvin (K)
stroom (I)
in ampère (A)
lichtsterkte (L)
in candela (cd)
dichtheid (ρ)
(kg/m3
)
energie (E)
in joule (J)
warmte (Q)
in joule (J)
arbeid (W)
in joule (J)
snelheid (v)
(m/s)
versnelling (a)
(m/s2
)
kracht (F)
in newton (N)
druk (p)
in pascal (Pa)
vermogen (P)
in watt (W)
frequentie (f)
in hertz (Hz)
spanning (U)
in volt (V)
volume (V)
(m3
)
oppervlak (A)
(m2
)
hoek (θ)
in graden (º)
Check of je geen fouten maakt
in 4 stappen
F A L S
NIET
Fz
= 800 N
WEL
Fz
= m • g
= 800 N
NIET
Het duurt
59 s
WEL
Ja, binnen
1 minuut
NIET
Hij rent
3 km/s
WEL
Hij rent
3 m/s
NIET
2 • 3 =
6,000
WEL
2 • 3 = 6
NIET
De lengte
is 10
WEL
De lengte
is 10 meter
EFormule Antwoord Logisch Significantie Eenheid
Uitleg
Opdracht maken
Vastlopen Klaar zijn
Informatie zoeken Nakijken
Niet
gevonden
Fout Goed
Nieuwe opdracht
kiezen
Gevonden
Uitleg vragen
Informatie opzoeken en uitleg vragen zijn leerzaam,
maar afsnijden is pure tijdverspilling
Als er een kracht op een voorwerp werkt,
verandert óf de snelheid óf de vorm
Verandering van snelheid Verandering van vorm
In de natuurkunde worden krachten getekend met pijlen
Beginpunt
van de pijl
is het aangrijpingspunt
van de kracht
Richting
van de pijl
is de richting van de kracht
Lengte
van de pijl
is de grootte van de kracht
Sommige krachten werken op afstand
Zwaartekracht Magnetische kracht
N
Z
N
Z
Elektrische kracht
Sommige krachten werken direct op een voorwerp
Normaalkracht Spankracht Spierkracht
Kleefkracht Veerkracht Opwaartse kracht
Schuifwrijving Rolwrijving Luchtwrijving
Scalars en vectoren
Massa
Scalar
grootheid zonder richting
Vector
grootheid met richting
Kracht
SnelheidAfgelegde wegTemperatuurVolume
Als in het zwaartepunt van een voorwerp een gat wordt gemaakt
en het voorwerp daar doorheen tegen een muur wordt gespijkerd,
dan blijft het voorwerp onder elke hoek stil hangen
zwaartepunt spijker draairichting
3
Het zwaartepunt (aka
“massamiddelpunt”) zit op het
snijpunt van de zwaartelijnen
1
Hang het voorwerp aan een
willekeurig punt en trek de
eerste zwaartelijn, recht naar
beneden
2
Hang het voorwerp aan een
ander punt en trek de tweede
zwaartelijn
Het bepalen van het zwaartepunt verloopt in 3 stappen
Het steunvlak van een voorwerp
is het gebied tussen de verst uiteenliggende steunpunten
Een voorwerp is in evenwicht
als het zwaartepunt boven het steunvlak ligt
evenwichtkantelt naar links kantelt naar rechts
Normale massaKleine massa Grote massa
Massa
Bepaalt hoeveel kracht nodig is om een voorwerp te versnellen
80 kg ≈ volwassen man1 kg ≈ 1 liter water
De kilogram (kg) is de SI-eenheid van massa (m)
Zwaartekracht (FZ
)
… en gericht naar het middelpunt van de aarde… is afhankelijk van de massa …
1 kg
Fz
= m • g
Fz
= m • 10 N/kg
Fz
= m • 10 N/kg
= 1 kg • 10 N/kg
= 10 N
Fz
= m • 10 N/kg
= 5 kg • 10 N/kg
= 50 N
5 kg
10 N
50 N
De zwaartekracht (FZ
) op een voorwerp is recht evenredig met
de massa en de zwaartekrachtversnelling
FZ
Zwaartekracht
[N]
Zwaartekracht-
versnelling
[N/kg of m/s2
]
gm
Massa
[kg]
VersnellingRust
Massa
Zwaartekracht
kracht waarmee de aarde
(of ander hemellichaam) aan
een ander voorwerp trekt
Fz
= m • g
Gewicht
kracht dat een voorwerp op
de ondersteuning of
ophanging uitoefent
constante eigenschap van
een voorwerp
80 kg
800 N
800 N
~1000 N 80 kg
800 N
door de versnelling wordt je extra in
je stoeltje gedrukt: groter gewicht
in rust geldt:
gewicht is gelijk aan zwaartekracht
Er is een verschil tussen massa, zwaartekracht en gewicht
Hoe reken je massa om naar gewicht?
4 N
8 N
Hoe reken je gewicht om naar massa?
Fz
= m • g → m = Fz
/ g
m = 4 N / (10 N/kg)
m = 0,4 kg
Fz
= m • g → Fz
= 0,8 kg • (10 N/kg)
Fz
= 8 N
Met een veerunster meet je gewicht
0,4 kg
0,8 kg
b
l
Drie dimensies
(3D)
Afstand (s) geeft de ruimte tussen objecten aan en vormt de
eerste drie dimensies: lengte (l), breedte (b) en hoogte (h)
l
Een dimensie
(1D)
l
Twee dimensies
(2D)
b
h
Groot
Doorsnede
melkweg
1021
m
s
s s Normaal
Voetstap
1 m
Klein
Doorsnede
atoomkern
10-15
m
De meter (m) is de SI-eenheid die hoort bij afstand
Vroeger
gekoppeld aan slinger en sec.
1 m
Nu
gekoppeld aan lichtsnelheid en sec.
0 s
1 m
1 s0 s
s
1
299792458
Tijd (t) is de vierde dimensie
en zorgt ervoor dat dingen na elkaar kunnen gebeuren
NU
(2017)
Big Bang
14.000.000.000 j
Aarde
4.500.000.000 j
Homo sapiens
200.000 j
Boekdrukkunst
600 j
Internet
50 j
WWW
(1991)
NatuurKunJe
(2017)
Snapchat
(2011)
iPhone
(2007)Macintosh
(1984)
Nu
gekoppeld aan Cs-133
133
55Cs
De seconde (s) is de SI-eenheid die hoort bij tijd (t)
Vroeger
gekoppeld aan de zonnedag
1 s = (1/86.400) dag 1 s = 9192631770 TCs-133
TCs-133
= 1 dag
x 24 h/d
x 60 m/h
x 60 s/m
= 86.400 s
De snelheid (v) van een voorwerp geeft aan
hoeveel afstand (s) er in een bepaalde tijd (t) wordt afgelegd
kleine s
t = 0 s
t = 1 s
v = 0
grote v
kleine v
grote s
v
De snelheid (v) is recht evenredig met de afgelegde weg (s) en
omgekeerd evenredig met de benodigde tijd (t)
s
tGemiddelde
snelheid
[m/s]
Afstand
[m]
Δx
Δt
of
Tijd
[s]
Verschil in plaats
[m]
Verschil in tijd
[s]
0 10 m
Om snelheid (v) te meten, wordt vaak
een verschil in plaats (Δx) en een verschil in tijd (Δt) gebruikt
7,2 s
3 7
7,7 s
Δt
Δx
v
v = Δx / Δt
Δx = 7 m - 3 m
= 4 m
Δt = 7,7 s - 7,2 s
= 0,5 s
v = 4 m / 0,5 s
= 8 m/s
2017
Jaar (y)
Alle tijdseenheden kun je naar elkaar omrekenen
JAN
Maand (mo)
• 12
Dag (d)
• 30,4 *
Uur (h)
• 24
Minuut (min)
• 60
• 365,25 *
Seconde (s)
• 60
• ~30 miljoen
• 3600
* om kalenderjaren gelijk te houden aan tropische jaren, heeft een kalenderjaar bijna elke 4 jaar één extra dag
Het omrekenen van snelheid vereist dat je
de eenheden van afstand en tijd afzonderlijk omrekent
m/s km/h
1
m
s
km
h
1
1000
1
3600
3,6 km/h
3600
1000
km
h
1
km
h
1000 m
3600 s
m/s
1
3,6
1 m/s = 3,6 km/h
Een grafiek geeft in vijf stappen informatie over grootheden
0 6 12 18 24
0
2
4
6
8
10
0
5
10
15
20
Neerslag(mm/h)
Temperatuur(ºC)
Tijd (h)
15,5 ºC
om 12:00
9 mm/h
rond 20:30
Laagste T
om 05:30
1. Grootheden
Wat staat er op de assen?
2. Eenheden
In welke eenheden zijn de
grootheden gegeven?
3. As-labels
Welke waarden staan er op
de assen?
4. Vraag
Wat wil je uit de grafiek
halen?
5. Aflezen
Kijk op de goede plek
Een vt-diagram laat zien
hoe de snelheid (v) verandert met de tijd (t)
v (m/s)
t (s)0
2
4
5 10
stilstaan
constant
rennen
versnellen
vanuit stilstand
Bij versnellen wordt de snelheid steeds groter
en bij vertragen wordt de snelheid steeds kleiner
Versnellen VertragenConstante snelheid
v
t
v
t
v
t
a = 0
a > 0
Als een voorwerp versnelt (a), wordt de snelheid (v) groter
De lichtsnelheid is de hoogst haalbare snelheid in het heelal
300.000.000
299.792.458
Snelheid
(m/s)
10.000 Rakket
100 Auto
10 Fiets
1 Wandelen
Licht
1
JAN
Een lichtjaar (ly) is de afstand die licht in één jaar aflegt
1 ly
31
DEC
ly = vlicht
• tjaar
vlicht
= 3 • 108
m/s
tjaar
= 365 d • 24 h/d
• 60 m/h • 60 s/m
= 31.536.000 s
= 31,5 • 106
s
ly = 3•108
m/s
• 31,5•106
s
≈ 1016
m
s = v • t
v = s / t
Newton (N)
De SI-eenheid van kracht (F)
De kracht
waarmee je
1 kg
een versnelling van
1 m/s2
kan geven
1 N 10 N 500 N
Een voortstuwende kracht leidt tot het versnellen van een voorwerp
Fspier
FZ,//
FZ,//
Fmotor
Een tegenwerkende kracht leidt tot het vertragen van een voorwerp
FZ,//
FW,rolFW,lucht
Frem
FW,rol
FZ,//
FW,lucht
Fres
= Fvoortst.
- Ftegenw.
in 1 dimensie
De resultante kracht (Fres
) is de som van alle krachten op een
voorwerp en wordt ook wel nettokracht genoemd
in 2 of 3 dimensies
100 N 100 N
100 N
400 N
Fres
= 100 N
Fres
FW,lucht
FZ
Als een voorwerp in een bepaalde richting niet versnelt,
heffen alle krachten in die richting elkaar op
Zwaartekracht (FZ
)
&
Normaalkracht (FN
)
Zwaartekracht (FZ
)
&
Opwaartse kracht (Fop
)
Zwaartekracht (FZ
)
&
Veerkracht (FV
)
Wrijvingskracht (FW
)
&
Spierkracht (Fspier
)

Contenu connexe

Tendances (20)

Centripetal acceleration
Centripetal accelerationCentripetal acceleration
Centripetal acceleration
 
Physical Quantities--Units and Measurement--Conversion of Units
Physical Quantities--Units and Measurement--Conversion of UnitsPhysical Quantities--Units and Measurement--Conversion of Units
Physical Quantities--Units and Measurement--Conversion of Units
 
Mass, Weight and Density
Mass, Weight and Density Mass, Weight and Density
Mass, Weight and Density
 
Uniform Circular Motion
Uniform Circular MotionUniform Circular Motion
Uniform Circular Motion
 
Chapter 24 Conduction
Chapter 24 ConductionChapter 24 Conduction
Chapter 24 Conduction
 
The wave equation
The wave equationThe wave equation
The wave equation
 
Hooke's law and Moments
Hooke's law and MomentsHooke's law and Moments
Hooke's law and Moments
 
Kinetics of particle
Kinetics of particleKinetics of particle
Kinetics of particle
 
Resultant force
Resultant forceResultant force
Resultant force
 
Standing Waves
Standing  WavesStanding  Waves
Standing Waves
 
Physics Lesson #1, What is Physics?
Physics Lesson #1, What is Physics?Physics Lesson #1, What is Physics?
Physics Lesson #1, What is Physics?
 
Unit & measurement
Unit & measurementUnit & measurement
Unit & measurement
 
Waves - IGCSE physics
Waves - IGCSE physics Waves - IGCSE physics
Waves - IGCSE physics
 
Fem 1
Fem 1Fem 1
Fem 1
 
Turning Effect of Forces
Turning Effect of ForcesTurning Effect of Forces
Turning Effect of Forces
 
Longitudinal and transverse waves
Longitudinal and transverse wavesLongitudinal and transverse waves
Longitudinal and transverse waves
 
Uniform Circular Motion
Uniform Circular MotionUniform Circular Motion
Uniform Circular Motion
 
Power, non conservative and conservative forces
Power, non conservative and conservative forcesPower, non conservative and conservative forces
Power, non conservative and conservative forces
 
Igcse 16-astronomy
Igcse 16-astronomyIgcse 16-astronomy
Igcse 16-astronomy
 
Elements
ElementsElements
Elements
 

En vedette

En vedette (6)

Energie
Energie Energie
Energie
 
Elektriciteit (Natuurkunde V3)
Elektriciteit (Natuurkunde V3) Elektriciteit (Natuurkunde V3)
Elektriciteit (Natuurkunde V3)
 
Geluid (NASK havo/vwo 2, hoofdstuk 5)
Geluid (NASK havo/vwo 2, hoofdstuk 5)Geluid (NASK havo/vwo 2, hoofdstuk 5)
Geluid (NASK havo/vwo 2, hoofdstuk 5)
 
Beweging in beeld
Beweging in beeldBeweging in beeld
Beweging in beeld
 
Arbeid (V3)
Arbeid (V3)Arbeid (V3)
Arbeid (V3)
 
Moleculen & Gassen (V3)
Moleculen & Gassen (V3)Moleculen & Gassen (V3)
Moleculen & Gassen (V3)
 

Kracht en beweging (hfst. 4)

  • 2. Haar leeftijd is 14 jaar. grootheid = +getal eenheid In de natuurkunde worden grootheden meestal uitgedrukt door een combinatie van een getal en een eenheid.
  • 3. De eenheden in het Système International (SI) worden wereldwijd als standaard gebruikt, o.a. voor alle formules De basis SI-eenheden Voorbeelden van afgeleide SI-eenheden Voorbeelden van overige eenheden m s mol kg K A cd meter afstand (s) seconde tijd (t) mol hoeveelheid (n) kilogram massa (m) kelvin temperatuur (T) ampère stroom (I) candela lichtsterkte (L) in inch afstand (s) h uur tijd (t) l oz ºC cal liter volume (V) ounce massa (m) grad. celsius temperatuur (T) calorie energie (E) km/h snelheid (v) N newton kracht (F) Pa J W Hz pascal druk (p) joule energie (E) watt vermogen (P) hertz frequentie (f) m/s snelheid (v) kg/m3 dichtheid (ρ)
  • 4. Er zijn ongeveer 100 natuurkundige grootheden, waarvan je een selectie dagelijks tegenkomt lengte (l) in meter (m) tijd (t) in seconde (s) hoeveelheid (n) in mol (mol) massa (m) in kilogram (kg) temperatuur (T) in kelvin (K) stroom (I) in ampère (A) lichtsterkte (L) in candela (cd) dichtheid (ρ) (kg/m3 ) energie (E) in joule (J) warmte (Q) in joule (J) arbeid (W) in joule (J) snelheid (v) (m/s) versnelling (a) (m/s2 ) kracht (F) in newton (N) druk (p) in pascal (Pa) vermogen (P) in watt (W) frequentie (f) in hertz (Hz) spanning (U) in volt (V) volume (V) (m3 ) oppervlak (A) (m2 ) hoek (θ) in graden (º)
  • 5. Check of je geen fouten maakt in 4 stappen F A L S NIET Fz = 800 N WEL Fz = m • g = 800 N NIET Het duurt 59 s WEL Ja, binnen 1 minuut NIET Hij rent 3 km/s WEL Hij rent 3 m/s NIET 2 • 3 = 6,000 WEL 2 • 3 = 6 NIET De lengte is 10 WEL De lengte is 10 meter EFormule Antwoord Logisch Significantie Eenheid
  • 6. Uitleg Opdracht maken Vastlopen Klaar zijn Informatie zoeken Nakijken Niet gevonden Fout Goed Nieuwe opdracht kiezen Gevonden Uitleg vragen Informatie opzoeken en uitleg vragen zijn leerzaam, maar afsnijden is pure tijdverspilling
  • 7. Als er een kracht op een voorwerp werkt, verandert óf de snelheid óf de vorm Verandering van snelheid Verandering van vorm
  • 8. In de natuurkunde worden krachten getekend met pijlen Beginpunt van de pijl is het aangrijpingspunt van de kracht Richting van de pijl is de richting van de kracht Lengte van de pijl is de grootte van de kracht
  • 9. Sommige krachten werken op afstand Zwaartekracht Magnetische kracht N Z N Z Elektrische kracht
  • 10. Sommige krachten werken direct op een voorwerp Normaalkracht Spankracht Spierkracht Kleefkracht Veerkracht Opwaartse kracht Schuifwrijving Rolwrijving Luchtwrijving
  • 11. Scalars en vectoren Massa Scalar grootheid zonder richting Vector grootheid met richting Kracht SnelheidAfgelegde wegTemperatuurVolume
  • 12. Als in het zwaartepunt van een voorwerp een gat wordt gemaakt en het voorwerp daar doorheen tegen een muur wordt gespijkerd, dan blijft het voorwerp onder elke hoek stil hangen zwaartepunt spijker draairichting
  • 13. 3 Het zwaartepunt (aka “massamiddelpunt”) zit op het snijpunt van de zwaartelijnen 1 Hang het voorwerp aan een willekeurig punt en trek de eerste zwaartelijn, recht naar beneden 2 Hang het voorwerp aan een ander punt en trek de tweede zwaartelijn Het bepalen van het zwaartepunt verloopt in 3 stappen
  • 14. Het steunvlak van een voorwerp is het gebied tussen de verst uiteenliggende steunpunten
  • 15. Een voorwerp is in evenwicht als het zwaartepunt boven het steunvlak ligt evenwichtkantelt naar links kantelt naar rechts
  • 16. Normale massaKleine massa Grote massa Massa Bepaalt hoeveel kracht nodig is om een voorwerp te versnellen
  • 17. 80 kg ≈ volwassen man1 kg ≈ 1 liter water De kilogram (kg) is de SI-eenheid van massa (m)
  • 18. Zwaartekracht (FZ ) … en gericht naar het middelpunt van de aarde… is afhankelijk van de massa … 1 kg Fz = m • g Fz = m • 10 N/kg Fz = m • 10 N/kg = 1 kg • 10 N/kg = 10 N Fz = m • 10 N/kg = 5 kg • 10 N/kg = 50 N 5 kg 10 N 50 N
  • 19. De zwaartekracht (FZ ) op een voorwerp is recht evenredig met de massa en de zwaartekrachtversnelling FZ Zwaartekracht [N] Zwaartekracht- versnelling [N/kg of m/s2 ] gm Massa [kg]
  • 20. VersnellingRust Massa Zwaartekracht kracht waarmee de aarde (of ander hemellichaam) aan een ander voorwerp trekt Fz = m • g Gewicht kracht dat een voorwerp op de ondersteuning of ophanging uitoefent constante eigenschap van een voorwerp 80 kg 800 N 800 N ~1000 N 80 kg 800 N door de versnelling wordt je extra in je stoeltje gedrukt: groter gewicht in rust geldt: gewicht is gelijk aan zwaartekracht Er is een verschil tussen massa, zwaartekracht en gewicht
  • 21. Hoe reken je massa om naar gewicht? 4 N 8 N Hoe reken je gewicht om naar massa? Fz = m • g → m = Fz / g m = 4 N / (10 N/kg) m = 0,4 kg Fz = m • g → Fz = 0,8 kg • (10 N/kg) Fz = 8 N Met een veerunster meet je gewicht 0,4 kg 0,8 kg
  • 22. b l Drie dimensies (3D) Afstand (s) geeft de ruimte tussen objecten aan en vormt de eerste drie dimensies: lengte (l), breedte (b) en hoogte (h) l Een dimensie (1D) l Twee dimensies (2D) b h Groot Doorsnede melkweg 1021 m s s s Normaal Voetstap 1 m Klein Doorsnede atoomkern 10-15 m
  • 23. De meter (m) is de SI-eenheid die hoort bij afstand Vroeger gekoppeld aan slinger en sec. 1 m Nu gekoppeld aan lichtsnelheid en sec. 0 s 1 m 1 s0 s s 1 299792458
  • 24. Tijd (t) is de vierde dimensie en zorgt ervoor dat dingen na elkaar kunnen gebeuren NU (2017) Big Bang 14.000.000.000 j Aarde 4.500.000.000 j Homo sapiens 200.000 j Boekdrukkunst 600 j Internet 50 j WWW (1991) NatuurKunJe (2017) Snapchat (2011) iPhone (2007)Macintosh (1984)
  • 25. Nu gekoppeld aan Cs-133 133 55Cs De seconde (s) is de SI-eenheid die hoort bij tijd (t) Vroeger gekoppeld aan de zonnedag 1 s = (1/86.400) dag 1 s = 9192631770 TCs-133 TCs-133 = 1 dag x 24 h/d x 60 m/h x 60 s/m = 86.400 s
  • 26. De snelheid (v) van een voorwerp geeft aan hoeveel afstand (s) er in een bepaalde tijd (t) wordt afgelegd kleine s t = 0 s t = 1 s v = 0 grote v kleine v grote s
  • 27. v De snelheid (v) is recht evenredig met de afgelegde weg (s) en omgekeerd evenredig met de benodigde tijd (t) s tGemiddelde snelheid [m/s] Afstand [m] Δx Δt of Tijd [s] Verschil in plaats [m] Verschil in tijd [s]
  • 28. 0 10 m Om snelheid (v) te meten, wordt vaak een verschil in plaats (Δx) en een verschil in tijd (Δt) gebruikt 7,2 s 3 7 7,7 s Δt Δx v v = Δx / Δt Δx = 7 m - 3 m = 4 m Δt = 7,7 s - 7,2 s = 0,5 s v = 4 m / 0,5 s = 8 m/s
  • 29. 2017 Jaar (y) Alle tijdseenheden kun je naar elkaar omrekenen JAN Maand (mo) • 12 Dag (d) • 30,4 * Uur (h) • 24 Minuut (min) • 60 • 365,25 * Seconde (s) • 60 • ~30 miljoen • 3600 * om kalenderjaren gelijk te houden aan tropische jaren, heeft een kalenderjaar bijna elke 4 jaar één extra dag
  • 30. Het omrekenen van snelheid vereist dat je de eenheden van afstand en tijd afzonderlijk omrekent m/s km/h 1 m s km h 1 1000 1 3600 3,6 km/h 3600 1000 km h 1 km h 1000 m 3600 s m/s 1 3,6 1 m/s = 3,6 km/h
  • 31. Een grafiek geeft in vijf stappen informatie over grootheden 0 6 12 18 24 0 2 4 6 8 10 0 5 10 15 20 Neerslag(mm/h) Temperatuur(ºC) Tijd (h) 15,5 ºC om 12:00 9 mm/h rond 20:30 Laagste T om 05:30 1. Grootheden Wat staat er op de assen? 2. Eenheden In welke eenheden zijn de grootheden gegeven? 3. As-labels Welke waarden staan er op de assen? 4. Vraag Wat wil je uit de grafiek halen? 5. Aflezen Kijk op de goede plek
  • 32. Een vt-diagram laat zien hoe de snelheid (v) verandert met de tijd (t) v (m/s) t (s)0 2 4 5 10 stilstaan constant rennen versnellen vanuit stilstand
  • 33. Bij versnellen wordt de snelheid steeds groter en bij vertragen wordt de snelheid steeds kleiner Versnellen VertragenConstante snelheid v t v t v t
  • 34. a = 0 a > 0 Als een voorwerp versnelt (a), wordt de snelheid (v) groter
  • 35. De lichtsnelheid is de hoogst haalbare snelheid in het heelal 300.000.000 299.792.458 Snelheid (m/s) 10.000 Rakket 100 Auto 10 Fiets 1 Wandelen Licht
  • 36. 1 JAN Een lichtjaar (ly) is de afstand die licht in één jaar aflegt 1 ly 31 DEC ly = vlicht • tjaar vlicht = 3 • 108 m/s tjaar = 365 d • 24 h/d • 60 m/h • 60 s/m = 31.536.000 s = 31,5 • 106 s ly = 3•108 m/s • 31,5•106 s ≈ 1016 m s = v • t v = s / t
  • 37. Newton (N) De SI-eenheid van kracht (F) De kracht waarmee je 1 kg een versnelling van 1 m/s2 kan geven 1 N 10 N 500 N
  • 38. Een voortstuwende kracht leidt tot het versnellen van een voorwerp Fspier FZ,// FZ,// Fmotor
  • 39. Een tegenwerkende kracht leidt tot het vertragen van een voorwerp FZ,// FW,rolFW,lucht Frem FW,rol FZ,// FW,lucht
  • 40. Fres = Fvoortst. - Ftegenw. in 1 dimensie De resultante kracht (Fres ) is de som van alle krachten op een voorwerp en wordt ook wel nettokracht genoemd in 2 of 3 dimensies 100 N 100 N 100 N 400 N Fres = 100 N Fres FW,lucht FZ
  • 41. Als een voorwerp in een bepaalde richting niet versnelt, heffen alle krachten in die richting elkaar op Zwaartekracht (FZ ) & Normaalkracht (FN ) Zwaartekracht (FZ ) & Opwaartse kracht (Fop ) Zwaartekracht (FZ ) & Veerkracht (FV ) Wrijvingskracht (FW ) & Spierkracht (Fspier )