De opkomst van stadslandbouw is een mooi schoolvoorbeeld van nieuwe economische verdienmodellen, sociale innovatie en sociaal ondernemerschap.
Zie bijvoorbeeld de voedseltuin in Rotterdam dat naast economische waarde ook sociaal en ecologisch rendement creëert (functie aan braakliggend
terrein, educatie, zorg voor, etc.).
• Kan de stadsboer een belangrijke sociaal ondernemer worden, waarmee economische, sociale en ecologische waarden worden geproduceerd?
• Welke uitdagingen, vragen en dilemma’s staan centraal?
• En welke rol kunnen overheden, bedrijven, burgers en kennis- en onderwijsinstellingen bij de beantwoording hiervan spelen.
• Meemaken dat stadslandbouw en vele andere bottum-up initiatieven vaak op meerdere fronten tegelijkertijd waarde kunnen creëren.
Meer info: http://www.foodguerrilla.nl/stadslandbouw/
1. De stadsboer als sociaal ondernemer!
Jeroen Boon @Kiemkracht
Krachtproef, Meterik, 3 oktober 2014
2. Wat is stadslandbouw?
Stadslandbouw is het produceren van voedsel en
groen De productie, agrarische in, om marketing, distributie en consumptie van
producten en voor (voedsel) de stad. in of de Maar directe verbindt omgeving
ook
agrarische van de stad, voedselproductie waarbij de bewoners en betrokken stedelijke
zijn.
behoefte aan zorg, recreatie, het verwerken van
afval of het beheren van (stedelijk) groen
3. Waarom
stadslandbouw?
Bron: presentatie voedselvoorziening in het tijdperk van verstedelijking Han Wiskerke, wageningen 2012
4. Waarom stadslandbouw?
De CO2-footprint van voedseltransport, 28 procent
van het totale wegvervoer in Nederland bestaat uit
agrologistiek
7. Maatschappelijke vraagstukken
Sociale samenhang in wijken
Hoge (jeugd)werkloosheid
Gezondheid (obesitas), in sommige wijken in Den Haag
heeft wel 30% van de kinderen overgewicht!
Achteruitgang biodiversiteit, groene leefomgeving
8. Maatschappelijke vraagstukken
Bewustwording en educatie over herkomst voedsel
Imago landbouwonderwijs MBO en HBO
Leegstand kantoren en vastgoedcrisis
Voedselverspilling en afval
Minder overheid , meer burger, zelfredzaamheid
27. Vragen
1. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat eetbare initiatieven in
samenwerking met opbouwwerkers vernieuwende
ontwikkelingen in het domein van welzijn en zorg verder
aanjaagt en initieert?
2. Voor welke maatschappelijke vraagstukken kunnen
opbouwerkers i.s.m. stadsboeren een oplossing bieden?
3. Hoe ziet een maatschappelijke verdienmodel van
stadslandbouw eruit?
4. Waaraan kan stadslandbouw volgens jou verder aan
bijdragen?
Notes de l'éditeur
“Hoe sympathiek de gedachte ook is: als we al ons voedsel biologisch willen telen, hebben we veel meer land nodig. Het is een illusie te denken dat we Nederland kunnen voeden met voedsel uit de omgeving. Mondialisering is een feit als je zo divers wilt eten als wij nu doen. Bewegingen als Slowfood en biologisch zijn een voorhoede, maar ze bieden geen realistisch alternatief. De echte verandering moet toch uit de mainstreamvoedsel-productie komen’’ Lokaal en biologisch heeft volgens Fresco ook goede kanten, zoals de aandacht voor bestrijdingsmiddelen, voor het centraal stellen van de hele voedselketen, en voor het op de maatschappelijke agenda zetten van het thema voedsel (Volkskrant, 2012).
Stadslandbouw is het produceren van voedsel en groen in, om en voor de stad. Maar stadslandbouw verbindt ook agrarische voedselproductie en stedelijke behoefte aan zorg, recreatie, het verwerken van afval of het beheren van (stedelijk) groen. Het belangrijkste onderscheid tussen stadslandbouw en de gangbare landbouw is dat stadslandbouw waarde creëert uit het sociale kapitaal van haar omgeving waar het in gangbare landbouw om het productiekapitaal draait. Daarnaast richt stadslandbouw zich op de bekende klant uit de omgeving en niet op de anonieme klant op de wereldmarkt. Stadslandbouw draagt daardoor bij aan het verkleinen van de fysieke en mentale afstand tussen consument en voedselproductie. Stadslandbouw heeft bovendien ook een sterke sociale functie in zich. Het is een middel om met elkaar te communiceren en om mensen via de productie van eigen voedsel met elkaar en met landbouw en voedsel te verbinden, bijvoorbeeld via buurtmoestuinen.
Voormalig prof basketballer Will Allen, zelf opgegroeid in een arm boerengezin, is grondlegger van de organisatie Growing Power. Het zelf verbouwen en beschikbaar maken van gezond eten maakt mensen niet alleen gezonder, zo redeneert hij, maar is ook een versterkende factor binnen (kansarme) buurten. Teelt gebeurt op plaatsen in en nabij de stad; in parken, op schoolterreinen, op hangplekken van junkies.
Growing Power start altijd lokaal en vanuit enkele mensen in een gemeenschap, liefst jongeren. Er ontstaat een mini voedselsysteem, waarin mensen zelf hun afval scheiden, dit composteren met de inzet van zelfgekweekte wormen, en zo de arme grond rijp maken voor hoogwaardige, super-intensieve teelt. Opbrengsten lopen op tot het veertigvoudige van ‘reguliere’ landbouw. In de buurten verbeterden steevast de leefkwaliteit, gemeenschapszin, gezondheid en liepen misdaad en drugshandel achteruit.
www.growingpower.org
Dooftoeteren met feiten, die u al vast wel kent.
Klimaatverandering en piekoil
Om onze afhankelijkheid van ingewikkelde internationale distributie kanalen te verminderen stelt Steel voor om Sitopia te creëren (Sitos= voedsel Topos= plek), waarin zelfvoorzienende moestuinen en lokale productie opnieuw het straatbeeld bepalen. Steel: "In plaats van te zoeken naar de efficiëntste manier om steden te voeden, moeten we ons afvragen in wat voor soort maatschappij we willen leven en dan voedselsystemen ontwikkelen die daarbij passen" (Steel, 2008). Steel wil hiermee bereiken dat het onderwerp voedsel weer meer maatschappelijke waarde krijgt.
Foodmiles houdt in de afstand die voedsel aflegt van moment van productie tot de consument (Jansma et al., 2010). Het voedsel wat wij hier in Nederland eten legt vaak een lange weg af voordat het in de supermarkt komt. Producten worden in land A gekweekt, in land B verwerkt en in land C gedistribueerd en geconsumeerd (Stroom den haag, 2010).
Bij stadslandbouw heb je kortere lijnen tussen de productie en consument, waardoor er weinig voedselkilometers worden afgelegd en het niet eerst beland in grootschalige distributiecentra. Met directe levering aan de consument of regionale distributie kunnen we ons olieverbruik en co2 uitstoot verminderen. Hierdoor word de productie en het distributieproces duurzamer.
Gezondheid, obesitas
In sommige wijken in Den Haag heeft wel 30% van de kinderen overgewicht. Zij lopen meer risico op ziektes als hart- en vaatziekten en diabetes. Licht overgewicht is vrij eenvoudig terug te brengen tot een gezond gewicht. Bij ernstig overgewicht is dat veel lastiger. Daarom is voorkomen zo belangrijk.
Ook in Den Haag loopt het aantal jongeren (van 16 tot en met 26 jaar) dat bij het UWV als niet-werkende werkzoekende ingeschreven staat sterk op. In januari 2013 was dit aantal 3.314. (Ruim de helft hiervan heeft geen startkwalificatie: 1.878). Een jaar daarvoor, in januari 2012, was dat nog 2.240. Dat betekent een stijging van maar liefst 47,9%! En het aantal Haagse werkloze jongeren groeit nog steeds.
Bijv voedseltuin rotterdam
streetfoodacademy, youth food movement,
en smaaklessen basisscholen
Permacultuur is in de jaren 70 ontwikkeld door de Australiërs Bill Mollison en David Holmgren, nadat ze onderzoek hebben gedaan naar ecologische principes in de wouden van Tasmanië. Hieruit hebben ze een manier van tuinieren/landbouw ontwikkelt.
Een tuin wordt zo praktisch mogelijk ingericht, zodat je veel verschillende producten kunt verbouwen die bruikbaar zijn voor mens en dier. Denk aan fruitbomen en -struiken, noten, groente`s en kruiden.
Het doel van Permacultuur is dat je tuin maakt met een samenwerking tussen planten en dieren. De tuin wordt volgens goede principes ingericht waardoor:
Je gezonde grond met een goed bodemleven krijgt zodat je kunt doorgaan met het verbouwen van groente`s en fruit.
permanent + agricultuur = permacultuur
Bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden afgewezen in de permacultuur omdat dit geen oplossingen zijn voor de lange termijn. Stikstof-fixerende planten zorgen voor extra stikstof in de grond, en insectenplagen en plantenziektes worden vermeden door een grote diversiteit. Hierdoor heb je ook risicospreiding.
Aanpak jeugdwerkloosheid, door talentontwikkeling, capaciteit en zelfvertrouwen vergroten van jongeren in achtergestelde buurten
Sociale supermarkt, Stadsboerderijen, kinderboerderijen en volkstuincomplexen bieden veel kansen voor het bundelen van verschillende sociale doelen. De veranderende sociale wet- en regelgeving (Wmo, AWBZ, participatiewet, jeugdzorg) waarbij de financiering naar de gemeente gaat, maakt dit onderwerp bijzonder actueel en biedt extra kansen voor nieuwe combinaties tussen stadslandbouw en werkgelegenheid voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en voedselbanken.
Social innovation
refers to new strategies, concepts, ideas and organisations that meet social needs of all kinds - from working conditions and
education to community development and health - and that extend and strengthen civil society.
http://youtu.be/QEYoLQsIf3c
POP-UP restaurant opent vrijdag 4 oktober tijdens het Binck festival
Restaurant Restwaarde gaat koken met voedseloverschotten in Den Haag
De CO2-footprint van voedseltransport kan kleiner, 28 procent van het totale wegvervoer in Nederland bestaat uit agrologistiek
Met de term bio-based economie wordt een economie aangeduid waarin
plantaardige en dierlijke grondstoffen en reststromen op grote schaal worden
gebruikt voor food en non-food toepassingen in een breed scala aan
sectoren waaronder de chemie, agrofood, papier, bouw, logistiek, gezondheidszorg,
high-tech en energievoorziening. Door inzet van nieuwe technologieën
en ontwikkeling van nieuwe waardeketens worden groene grondstoffen
inzetbaar voor een breed scala van functionele toepassingen en
kunnen daarmee niet-vernieuwbare grondstoffen zoals aardolie, aard gas
en kolen op termijn vervangen.
In de visie die aan een bio-based economie ten grondslag ligt, is biomassa
de belangrijkste grondstof en fotosynthese het belangrijkste productiemechanisme
voor onze mondiale samenleving. Algen, planten en bomen zetten
door middel van fotosynthese zonne-energie om in suikers, vezels,
eiwitten en andere plantaardige bestanddelen. Deze vormen een voedselbron
voor mens en dier. In een bio-based economie worden plantaardige
grondstoffen en dierlijke reststromen bovendien op grote schaal ingezet
voor sectoren als de chemie, de bouw, de gezondheidszorg en de energievoorziening.
Zij vormen een vervanger van de dominante grondstoffen in
het huidige fossil-based economie: aardolie, aardgas en kolen.
Het project bestaat uit de ontwikkeling van de Voedseltuin waarin vrijwilligers met afstand tot de arbeidsmarkt (langdurig werkelozen) biologisch voedsel produceren voor de nabijgelegen Voedselbank. Hierna te noemen ‘vrijwilligers’. Deze mensen worden begeleidt door meewerkende coördinatoren. Het doel van de Voedseltuin is om de maatschappelijke participatie, o.a. de arbeidsparticipatie, te bevorderen en om meer vers voedsel mee te geven in de voedselpakketten van de Voedselbank.
Wist u bijvoorbeeld dat:
‐ Op dit moment ons voedselpatroon verantwoordelijk is voor 20% van onze ecologische voetafdruk
en 30% van alle uitstoot van broeikasgassen.
‐ Voor etenswaren ons bordje hebben bereikt, hebben ze gemiddeld een reis van tussen de 2500 en
4000 kilometer afgelegd.
‐ Uit een recente studie van Builddesk blijkt dat van de indirecte CO2 uitstoot als gevolg van
grondstoffenverbruik voor de Haagse burger 43% wordt veroorzaakt door voeding.
‐ De totale uitstoot als gevolg van voeding in Den Haag bijna gelijk is aan de helft van de directe CO2
uitstoot van de gemeentelijke organisatie.
‐ De uitstoot van CO2 door de veehouderij op wereldniveau maar liefst 40% groter is dan die van
auto's, treinen, schepen, vliegtuigen en trucks bij elkaar.
‐ Volgens het Instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit van Amsterdam alle
klimaatdoelstellingen van dit kabinet in één klap zijn gerealiseerd als alle Nederlanders één dag per
week geen vlees zouden eten.