2. Jaarrekening bestaat uit 2 delen
De balans
– foto !
– bezittingen en hoe
ze gefinancierd zijn
– activa (= bezittingen)
en passiva (=
financieringen)
De
exploitatierekening
( = de
resultatenrekening)
– film!
– wat komt er binnen
en wat gaat er buiten
– kosten en
opbrengsten -> winst
of verlies
5. De activa - bezittingen ( 2 - 5)
Vast actief (20/28)
– materiële vaste activa (22)
• waardevolle goederen die
niet snel verslijten (geen
verbruiksgoederen)
– financieel vast actief (28/29)
• LT (aandelen, vorderingen
> 1 jaar)
Voorraad (3)
• bestemd voor verkoop of
productie
Vorderingen (4)
• cursusgelden, subsidies,
klanten
Beschikbare middelen (5)
• kas, bank, KT beleggingen
Vast Actief
= permanent ter beschikking; niet de
bedoeling in geld om te zetten
Vlottend Actief
= vlot in liquide geld om te zetten
Hoe hoger 1e cijfer,
hoe sneller in geld
omzetbaar
6. Balanstotaal = het vermogen
= totaal aan middelen dat de
organisatie ter beschikking heeft op
één bepaald moment
7. De balans
Activa
Aanwending vh vermogen:
waar is ons vermogen in
geïnvesteerd?
Passiva
Oorsprong vh vermogen:
waar komt ons vermogen
vandaan?
Totaal activa = passiva = vermogen
8. De passiva - vermogen
Het eigen vermogen
– fondsen (vzw) of kapitaal
(vennootschap) (10/15)
– bestemde fondsen (vzw) of
reserves (venn) (13)
– overgedragen resultaat (14)
Voorzieningen (16)
Het vreemd vermogen
– schulden LT (17)
– schulden KT (42/48)
• schulden > 1 jr vervallen <
1jr
• financiële schulden
• handelsschulden
• belastingen, bezoldigingen,
sociale lasten….
Permanent Vermogen
= EV + VVLT
Tijdelijk Vermogen
= VVKT
Hoe lager getal, hoe
langer je kan beschikken
over vermogen
9. Voorzieningen
Kosten of verliezen
– duidelijk omschreven
– waarschijnlijk of zeker
– juiste omvang nog niet bekend
Voorbeeld: proceskosten, lekkend dak herstellen
Voorziening is geen bestemd fonds
– bestemd fonds alleen als er winst is; voorziening in kosten
genomen
– bestemd fonds kan algemener zijn dan voorziening
– voorziening stelselmatig volgens vastgelegde methode
Voorziening is geen schuld (100% vast - bedrag en
schuld)
10. Overlopende rekeningen
In het kader van ‘waar en getrouw beeld’
Actief
– over te dragen kosten : ontvangen facturen die echter (deels
betrekking hebben op volgend boekjaar)
– verkregen opbrengsten : gerealiseerde opbrengsten
waarvoor nog geen factuur voorhanden was
Passief
– toe te rekenen kosten : kost betrekking op het boekjaar,
maar nog geen factuur ontvangen
– over te dragen opbrengsten : factuur reeds verstuurd maar
heeft in feite betrekking op volgend boekjaar
11. De balans: altijd in evenwicht
Activa
Aanwending vh vermogen:
waar is ons vermogen in
geïnvesteerd?
Passiva
Oorsprong vh vermogen:
waar komt ons vermogen
vandaan?
Totaal activa = passiva = vermogen
17. Analyse solvabiliteit
Enkele solvabiliteitsratio’s
– 1 Zelffinancieringsgraad
• In hoeverre kunnen de activa met EV worden gefinancierd = EV
/ totaal activa
– 2 Schuldgraad
• VV/ totaal activa
– 3 In hoeverre kunnen de activa de schulden
terugbetalen (‘dekkingsgraad’) = totaal activa / VV
Maatstaf voor kredietwaardigheid bij aanvraag lening
19. Analyse liquiditeit
Liquiditeit
– In hoeverre kan een onderneming in haar lopende
betalingsverplichtingen voldoen?
– Enkele liquiditeitsratio’s
• Current ratio : Vlottende Activa / VVKT
• Netto werkkapitaal : Vlottende Activa – VVKT
– Maar let op! Verraderlijke ratio’s : zie voorbeeld pagina
21/22 cursus
21. Analyse liquiditeit
Quick ratio klassiek : (Vl activa - voorraden) / VVKT
Maar nog beter op maat werken – maak je eigen
Quick ratio : zeer liquide vlottende activa / VVKT
– Voorraden vlot verkoopbaar?
– Dubieuze debiteuren?
– Wanneer worden subsidies gestort?
– en ook wel….wanneer moeten schulden eigenlijk afbetaald
worden?
