3. Veldkenmerken: subtiel*
Pieterbj van den Berg, waarneming.nl
Twan Hak, waarneming.nl
Glanskop
Matkop
Vorm bef: veel overlap, subjectief
Kopvorm: Stierennek ronde kop
Afhankelijk van houding, subjectief
Kruin: mat of glanzend. Lastig; glans
bij 28% Matkoppen, dof bij 7%
Glanskoppen. Dof bij alle juvenielen
* Broughton , Br. Birds 102 (2009) 604-16
4. Pieterbj van den Berg, waarneming.nl
Twan Hak, waarneming.nl
Glanskop
Matkop
Licht vleugelpaneel (Matkop)
Randen armpennen en tertials.
Maar, verdwijnen door sleet.
En, verse slagpennen Glanskop ook
met lichte rand. Reflecties
Vleugelpaneel
Vorm bef: veel overlap, subjectief
Kopvorm: Stierennek ronde kop
Afhankelijk van houding, subjectief
Kruin: mat of glanzend. Lastig; glans
bij 28% Matkoppen, dof bij 7%
Glanskoppen. Dof bij alle juvenielen
Witte wangvlek
Matkop: wit loopt door tot nek,
Glanskop: grijs achter oorstreek,
maar soms lastig te zien
Wit
Grijzig
Vlekje bovensnavel (Glanskop)
Lastig te zien in ‘t veld, reflecties
Vlekje
Gidsen onbetrouwbaar
Kenmerken overlappen*
Veldkenmerken: subtiel*
* Broughton , Br. Birds 102 (2009) 604-16
5. * Broughton , Br. Birds 102 (2009) 604-16Twan Hak, waarneming.nl
Matkop
Licht vleugelpaneel (Matkop) ±±
Randen armpennen en tertials,
maar verdwijnt door sleet.
Verse slagpennen Glanskop ook
met lichte rand. Reflecties
Vleugelpaneel
Vorm bef: veel overlap, subjectief
Kopvorm: Stierennek ronde kop
Afhankelijk van houding, subjectief
Kruin: Lastig; glans bij 28%
Matkoppen, dof bij 7% Glanskoppen
Dof bij alle juvenielen
Wit
Vlekje
Renee de Kleijn , waarneming.nl
Glanskop
Grijzig
±
Vlekje bovensnavel (Glanskop) √√
Lastig te zien in ‘t veld, reflecties
Witte wangvlek √√
Matkop: wit loopt door tot nek,
Glanskop: grijs achter oorstreek,
maar soms lastig te zien
Lichte randen
Gidsen onbetrouwbaar,
Kenmerken overlappen*
Veldkenmerken: subtiel*
6. Otte Zijlstra, waarneming.nl
0
kHz
10
0 2 4 6 s
Explosief “pie-TJA” of
“psie-Tjoe”, hoog-laag.
Soms scheldende ratel als
Pimpelmees
Verschillen in geluiden: roep Glanskop
8. Samenvatting onderscheid Matkop/Glanskop
• Herkenning lastig, soms onmogelijk *
• Geluiden onderling karakteristiek *
– Maar, onderscheid met andere mezensoorten ?
• Zoektochten in West-Brabantse bossen naar:
– Glanskop
– Matkop
• Waar vind je ze ?
* Broughton , Br. Birds 102 (2009) 604-16
9. Glanskop Poecile palustris
• Habitat: eiken-beukenbossen in
gematigde streken
– Eiken: rupsen in voorjaar
– Beuken: noten in winter (hamstert)
• Veel natuurlijke holen
– Kool- en Pimpelmees zijn dominant
• Uitgesproken standvogel
– dispersie jongen veelal binnen 1 km
• Bos moet minimaal 4ha meten
– Bosfragmentatie heeft grote invloed
– Trage kolonisatie van nieuw habitat
10. Broedende Glanskoppen in Noord-Brabant ?
Van Erve et al. (1967):
• Drie zangmeldingen
• Waarschijnlijk geen
broedvogel
1962-1965
H?
?
?
mogelijk
waarschijnlijk
zeker
1973-1975 Teixeira (1979):
• Broedt waarschijnlijk /
zeker in 42 atlasblokken
Brabantse Wal
• Brabantse Wal: 11
Snelle expansie is vreemd: nauwelijks dispersie van jongen
11. Glanskop: “pie-Tja”
Vogels per Atlasblok op Brabantse Wal:
sommatie maart, april en mei in 1978-83
Per atlasblok slechts 1-
2x gehoord in 5 jaar!
ex., 1-5 pr.
ex., 6-50 pr.
12. Veel intensiever onderzoek voor West-Brabantse
broedvogelatlas 1990-96: Glanskop
• Wel “pie-Tja” roep door:
– Koolmees (frequent),
Pimpelmees , Zwarte Mees,
Matkop (soms), Kuifmees en
Eekhoorn (frequent)
• “klepperzang” door:
– Pimpelmees (frequent),
Winterkoning
• Hidde Bult is tot 1990 gefopt
door “Pseudoglanskoppen”
– 0,1-1 “paar” per 100ha oud bos
Brabantse
Wal
Glanskop onvindbaar op
Brabantse Wal
13. Veel intensiever onderzoek voor West-Brabantse Broed-
vogelatlas 1990-96: Glanskop in Baronie ?
• Oudere loofbossen
• Rapporten: 24
territoria in 3 boswach-
terijen in 1989-95
• Met cassetterecorder
op jacht bij 24 stippen
in 1996-97
Brabantse
Wal
14. Veel intensiever onderzoek voor West-Brabantse Broed-
vogelatlas 1990-96: Glanskop in Baronie ?
• Oudere loofbossen
• Rapporten: 24
territoria in 3 boswach-
terijen in 1989-95
• Met cassetterecorder
op jacht bij 24 stippen
• Glanskop onvindbaar in
Baronie in 1996-97
• Wel “Pseudoglans-
koppen”
Brabantse
Wal
• In Z. Limburg in 8/12
territoria reacties
binnen twee uur !
15. Jacht op Glanskop: besluiten
• Methode met cassetterecorder werkt prima
• Roep en zang diagnostisch voor Glanskop ?
• Nee
– o.a. Kool-, Pimpel- en Zwarte Mees maken soms
geluid dat sterk op roep of zang van Glanskop lijkt
(“Pseudoglanskoppen”)
• Hidde (allochtoon in West-Brabant) werd gefopt
– “mijn” stippen in de Atlas waren onjuist
• Glanskopmeldingen in Noord-Brabant meestal door:
– “Allochtonen”, onbewust van zeldzaamheid in Noord-Brabant
– Competente karteerders, maar alert op “Peudoglanskoppen”?
• Kun je die valkuilen in Limosa publiceren?
16. • Had dit artikel gevolgen voor hun
verspreidingsbeeld?
Jacht op Glanskop: vervolg
18. Impact publicatie Glanskopperikelen op verspreiding
Rivierengebied,
Voorne-Putten,
Noord-Brabant,
NW Limburg
“verlaten”
Delen Drenthe en
veenkoloniën
“verlaten”
Veranderingen na
1973-77:
Verspreiding -18%
BMP-index +40%
19. Verspreiding en broedzekerheid Glanskop 1998-2000
mogelijk
waarschijnlijk
zeker
501 blokken (30%)
Voorkomen in
België en Nederland
is identiek aan
verspreiding Beuk
(stapelvoedsel) bij
begin jaartelling!
Nooit in Brabant?
Balans: -108 (-18%)
20. Belgische
Kempen ook
onbewoond
Glanskop honkvaste juvenielen (dispersie veelal <1 km):
raadsel van Herdgang en avonturiers in Noord-Brabant
Herdgang (Landgoed de
Utrecht, Esbeek):
– † Vondst 18-9-59
– Territoria tot 1990
Mierlo:
– † Ringvondst 6-11-66
Brabantse Biesbosch
Breda
Vlaamse introductie: W.
Paulussen (Turnhout): brengt
legsels uit Ardennen naar
Nederland in 1948/49!
M†H†
Feb. 2015 zingend
(J. Frijters)
Tilff, 23-5-66, 98 km
B
BB
Territorium 1986-88
(R. Meijer)
Permanente kolonisatie van geschikt habitat in Noord-Brabant blijft
lastig. Zijn ze anno 2015 opgerukt?
21. Voorlopige verspreiding Glanskop 2013-15
Wat expansie ten W. van
Maas (), verder identiek
aan 1998-2000
Landelijke trend: ± stabiel
Nog altijd dubieuze
meldingen op wrn.nl,
admins zeer alert
22. Matkop Poecile montanus
• Allerlei bostypen, vooral:
– Nat elzen- of berkenbroek
– Dennenbos
• Overvloed dood, zacht hout:
– berken, wilgen
– Paar hakt zelf holtes verder uit
• Uitgesproken standvogel
– Alleen wat dispersie van jongen
• Enorme territoria: 4-15 ha
• Foerageert in struiken of lage
boompjes
Grove dennen
Broekbos
23. Verspreiding en broedzekerheid Matkop 1973-77
mogelijk
waarschijnlijk
zeker
1131 blokken (68%)
Bijna elk atlas-
blok met meer
dan 100 ha bos
buiten Wadden-
eilanden en
zeekleistreken
24. Verspreiding en broedzekerheid Matkop 1998-2000
mogelijk
waarschijnlijk
zeker
1083 blokken (65%)
Balans: 5% afname
o.a. in duinstreek
25. Voorlopige verspreiding Matkop 2013-15
Verspreiding krimpt
verder:
• Duinstreek en
Voorne compleet
verlaten
• Laagveen & zeeklei:
o.a. Friesland,
Zeeuws-Vlaanderen,
West-Brabant
• Achterhoek, Zuid-
Limburg
Inventarisatieperikelen
rondom de Matkop in
Meijendel
Hooijmans & Remeeus, 2010
In 1999 laatste Matkop,
daarna verwarring met
Glanskop….
26. Matkop trend Nederland (Rode lijst) en Brabantse Wal
NL
NL: 52 % afname sinds 1990
cf. Grutto, Spreeuw, Huismus..
UK: 82 % afname sinds 1994
Afname sneller dan landelijk: in
25 jaar van 10,6 0,0 paar/km2!
Speelt verdroging een rol?
Brabantse Wal, zes
bossen (649 ha)
69
50
9
0
NL
↓
Jacht op
Matkop
27. Afname Matkop: impact verdroging bossen1
Broekbos
Groot Schietveld, 1538 ha
Afname in droge bostypen,
stabiel in vochtige bossen1
Ringgegevens (CES)2: als juli en
augustus nat zijn, meer jongen
per adulte vogel
“Bij nat weer meer voedsel
(insecten) beschikbaar voor
uitgevlogen jongen”
1 Bulteel 2013 ; cf Boele et al. 2014, Lewis et al. 2009; 2Schekkerman & Van der Jeugd, 2014
28. Afname Matkop: impact opwarming klimaat ?
1 Bult 2002; 2Schekkerman & Van der Jeugd, 2014
Ringgegevens (CES)2:
in warme winters stijgt
overlevingskans adulte vogels
Hypothese1:
Minder overleving in warme
vochtige winters, b.v. door
bederf hamstervoorraad
Invloed op voedsel (geleedpotigen) is onbekend
29. Afname Matkop: meer
nestpredatie door Grote
Bonte Specht ?
Legsel verorberd door Grote Bonte
Specht1. In 1UK 28%, in 2Duitsland 62%
April 2013
Mei 2013Allan Rustell
• Grote Bonte Specht neemt
sterk toe
• Speelt géén rol: vergelijkende
studies in Vlaanderen3 en UK4
• Neststudie1 : “Eén specht kan
kleine populatie voor altijd
uitroeien”
1Rustell, Br. Birds 108 (2015) 37-41, 2BWP; 3Bulteel 2013, 4Lewis et al. 2009
30. • Toegenomen nestpredatie Grote Bonte Specht ?
• Verdroging bossen op zandgronden1:
– Cf afname Nachtegaal, Grote Lijster, Spotvogel, Wielewaal,
Zomertortel
• Klimaatverandering ?
– Adulte vogels overleven beter in zachte winters3
– Invloed op insectenfauna onbekend
• Veranderd bosbeheer:
– Minder kapvlaktes minder kavels in struikfase
– Minder dennenakkers
• Veroudering bossen: areaal jong bos daalt
– Cf afname Spotvogel, Zomertortel
Matkop: mogelijke verklaringen voor afname
1 Boele et al. 2014, 1,2Bulteel 2013, 1,2 Lewis et al. 2009, 3 Schekkerman & Van der Jeugd, 2014; 4Rustell 2015;
31. • Herkenning
– Combinatie van visuele kenmerken en geluid geeft meeste zekerheid
– Pas op valkuil: Kool- en andere mezen maken geluiden die aan
Glanskop doen denken
– Nog steeds actueel: dubieuze meldingen (Admins alert )
• Glanskop
– Verspreiding vertroebeld tot 2000, nu goed in beeld
– Populatie min of meer stabiel
– Extreem honkvast: trage kolonisatie van nieuw habitat
• Matkop
– Verspreidingsbeeld was altijd goed, profiteerde van dennenakkers
– Populatie nam na 1990 meer dan 50% af ( Rode lijst)
– Meerdere oorzaken, o.a. verdroging en veroudering van bossen
• Met dank voor uw aandacht
Matkop en Glanskop: samenvatting
32. Bronnen
• Baillie S. R., Crick H. Q. P., Balmer D. E., Bashford R. I., Beaven L. P., Freeman S. N., Marchant J. H., Noble D. G., Raven M. J., Siriwardena
G. M., Thewlis R. & Wernham C. V. 2001. Breeding birds in the wider countryside: their conservation status 2000. BTO, Thetford,
England.
• Bult H. 1999. Glanskop Parus palustris perikelen in West-Brabant. Limosa 72: 85-88.
• Bult H. 2002a. Glanskop Parus palustris. pp. 416-417 in Sovon Vogelonderzoek Nederland, Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-
2000. - Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-
Nederland, Leiden.
• Bult H. 2002b. Matkop Parus montanus. pp. 418-419 in Sovon Vogelonderzoek Nederland, Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-
2000. - Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-
Nederland, Leiden.
• Bulteel G. 2013. Teloorgang en vernauwde habitatvoorkeur van de Matkop, een voorbeeld uit de Noorderkempen. Natuur. oriolus 79:
1-9.
• Devillers P., Roggeman W., Tricot J., del Marmol P., Kerwijn C., Jacob J.-P., Anselin A. 1988. Atlas van de Belgische broedvogels.
Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Brussel.
• Hagemeijer E. J. M. & Blair M. J. 1997. The EBCC atlas of European breeding birds: Their distribution and abundance. T & AD Poyser,
London.
• Hooijmans F. & Remeeus A. 2010. Inventarisatieperikelen rondom de Matkop in Meijendel. Intern rapport
• Lewis A.J.G., Amar A., Charman E.C. & Stewart F.R.P. 2015. The decline of the WillowTit in Britain. British Birds 102: 386-393.
• Lewis A.J.G., Amar A., Cordi-Piec D. & Thewlis R.M. 2007. Factors influencing Willow Tit Poecile montanus site occupancy: a comparison
of abandoned and occupied woods. Ibis 149 (Suppl. 2): 205-213.
• Lippens L. & Wille H. 1972. Atlas van de vogels in België en West-Europa. Lannoo, Tielt en Utrecht.
• Paulussen W. 1993. De broedvogels van de Turnhoutse Kempen. Oriel Stringer, Brighton.
• Rustell A. 2015. The effects of avian nest predation and competition on the Willow Tit in Britain. British Birds 108: 37-41.
• Samenwerkingsverband Westbrabantse Vogelwerkgroepen 2007. Atlas van de West-Brabantse broedvogels. NPN media, Breda.
• Schekkerman H. & van der Jeugd H. 2014. Matkop Poecile montanus. pp. 90-93 in Boele A., Van Bruggen J., Hustings F., Koffijberg K.,
Vergeer J.-W. & Plate C., Broedvogels in Nederland in 2012 Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
• van Beusekom R., Huigen P., Hustings F., de Pater K. & Thissen J. 2005. Rode lijst van de Nederlandse broedvogels. Tirion Uitgevers B.V.,
Baarn.
• Vermeersch G., Anselin A., Devos K., Herremans M., Stevens J., Gabriëls J. & Van Der Krieken B. 2004. Atlas van de Vlaamse
broedvogels 2000-2002. Instituut voor Natuurbehoud, Brussel.
33. NL
Zand, zuid
Bos laag
Matkop trends: landelijk en regionaal
Broekbos
Grove dennen
NL: 52 % afname sinds 1990
Sterker op droge zandgronden,
minder in laaglandbos.
Compleet op Brabantse Wal
34. Matkop: Dèh-Dèh-Dèh
ex., 1-5 pr.
ex., 6-50 pr.
ex., 51-500 pr.
Glanskop: “pie-Tja”
Glanskop en Matkop op Brabantse Wal in 1978-83:
raming per atlasblok, sommatie maart, april en mei
ex., 1-5 pr.
ex., 6-50 pr.
Zeer algemeen in
alle bossen
Per atlasblok slechts 1-
2x gehoord in 5 jaar!
Notes de l'éditeur
Dank u voorzitter, goedemiddag dames en heren.
Ik neem u mee met zoektochten in WB, eerst naar vermeende Glanskoppen en daarna naar verdwenen Matkoppen. Maar eerst moeten we weten hoe we het duo herkennen.
En dat is niet makkelijk. Veldgidsen melden de Matte of Glanzende kop, vandaar hun naam, de vorm van de bef, en de vorm van kop: stierennek of rond. Maar die kenmerken overlappen en zijn onbetrouwbaar. Het lichte vleugelpaneel van de Matkop is wel bruikbaar. Het zijn de randen van armpennen en tertials. Maar, door sleet vervagen ze, en vers geruide slagpennen van de Glanskop hebben ook lichte randen.
Een heel goed, recent ontdekt kenmerk, is een licht vlekje op de bovensnavel van de Glako. In het veld is het wel lastig te zien, en pas op voor reflecties.
De vorm van de witte wang is een ander kenmerk. Bij de Matkop loopt de witte wang, via de oorstreek door tot in de nek. En daardoor lijkt hij ook een stierennek te hebben. Bij de Glako is de oorstreek grijs.
Op deze foto is die grijze oorstreek beter te zien. Dit is een vers-geruide vogel, en u ziet dat dan alle slagpennen lichte randen hebben.
Samenvattend, herkennen blijft lastig en is soms onmogelijk, maar hun geluiden zijn onderling karakteristiek.
Met die kennis begon ik aan de zoektochten in West-Brabantse bossen. Maar eerst: waar moet je ze zoeken. De Glanskop bewoont .......
Bult H. 2002. Glanskop Parus palustris. pp. 416-417 in Red. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000. - Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.
Die snelle expansie is verdacht: de jongen zwermen nauwelijks uit. Eén verklaring is dat ze bij ’t 1e onderzoek gemist werden.
In 1978 ben ik verhuisd naar de BW en ben met Ray Teixeira, Ton Bakker en andere leden van de VWG op zoek gegaan naar Glanskoppen. Dat resulteerde in 10 stippen in de Atlas v.d. Nl vogels. Maar, per atlasblok werden ze hooguit 1-2 maal gehoord in 5 jaar tijd! En zien was er nooit bij..
Daarna hebben we voor de WB Broedvogelatlas veel intensiever gezocht naar Glako’s, maar ze bleken onvindbaar. Ik hoorde weliswaar soms geluiden die sterk op Glako’s leken, maar het waren steeds andere soorten.
Kun je die valkuilen publiceren in Limosa? Ik was niet blij met die opdracht omdat ik weet dat professionele karteerders voor wie ik veel respect heb hun best hadden gedaan bij het onderzoek van die boswachterijen. De meesten vatten het gelukkig positief op.
Dit is het verspreidingsbeeld in de 1e broedvogelatlas.
Na de publicatie werden er geen Glako’s meer gemeld in Rivierengebied, Voorne-Putten, N-B en N-W Limburg. Ook de Veenkoloniën en delen van Drenthe werden verlaten. De Glako was de enige soort in de 2e Broedvogelatlas waarvan de verspreiding flink kromp, terwijl de BMP-index sterk steeg.
Sinds de eeuwwisseling is de verspreiding van de Glako perfect in beeld. De duinstreek, en hoge gronden in Zuid, Midden en Oost Nederland. Wat is heel frappant: dat komt perfect overeen met de verspreiding van de Beuk bij het begin van onze jaartelling.
Komen ze nu nooit voor in N-B? Allereerst het raadsel van de Herdgang. Dit is een oud bos waar een dode vogel gevonden is en tot 1990 territoria waren, maar het ligt geïsoleerd van de brongebieden want ook in de Belgische Kempen ontbraken Glako’s. Toevallig vond ik een boek van Walter Paulussen, een eierverzamelaar uit Turnhout. Die verbaasde zich over de absentie van de Glako in de Kempen en heeft in 1948 en 1949 verschillende legsels uit de Ardennen gehaald en die door Koolmezen laten uitbroeden in een geschikt bos in NL. Ik vermoed dat die Vlaamse ontwikkelingshulp de oorsprong is van het voorkomen in de Herdgang.
Maar ook op eigen kracht bereiken Belgische vogels soms ons land. Bij Mierlo is een vogel gevonden die in het voorjaar bij Tilff, in de Prov. Luik was geringd. De afstand van 98km is een van de grootste die van de soort bekend is. Ook in de BB is enige jaren een perfect gedocumenteerd territorium geweest en nog dit jaar is er een zingende Glako bij Breda gevonden. Kortom, individuele avonturiers bereiken weliswaar NB, maar dat leidt niet voor permanente kolonisatie.
Hoever zijn ze in 2015 opgerukt. Uit de voorlopige Atlasresultaten blijkt idd enige expansie ten W. Van de Maas. Maar, in W. En M. Brabant zijn er nog steeds dubieuze meldingen op wrn.nl, die de Admins handen vol werk bezorgen.....
Wat betreft de landelijke populatie, die is volgens de BMP-index min of meer stabiel. En daarmee ga ik overstappen naar de Matkop.
Die bewoont allerlei bostypen, maar bij voorkeur natte broekbossen. En in tweede instantie droge dennenbossen. Voorwaarde is wel dat er overvloed is aan dood zacht hout, bijv berk of wilg is. Want het paar hakt zelf natuurlijke holtes verder uit.
Het is ook een uitgesproken standvogel, en de territoria kunnen enorm zijn voor zo’n kleine zangvogel. Dat impliceert dat nestplaatsen of voedsel schaars zijn, en dat zoekt hij liefs in struiken of lage/jonge bomen
Omdat de Matkop allerlei bostypen kan bewonen is de verspreiding ruimer dan van de Glako. In de 1e broedvogelatlas elk Atlasblok met meer dan 100 ha bos bezet; Alleen op de Waddeneilanden, en in klei- en laagveenstreken ontbrak de soort.
Bij eeuwwisseling bleek de verspreiding 5% gekrompen, vooral de duinstreek leed verlies.
En de voorlopige resultaten van de huidige Atlas laten zien dat Voorne en Duinstreek nu verlaten zijn is en er gaten vielen in Laagveen en Zeekleigebieden, maar ook Zuid-Limburg en de Achterhoek.
Na het leeglopen van de Duinstreek kwamen ook daar verwisselingen aan het licht. In Meijendel was het laatste zekere territorium in 1999, maar daarna bleven er meldingen komen die waarschijnlijk betrekking hadden op Glako’s.
Als een verspreiding krimpt dan neemt de populatie veel sterker af. En inderdaad is de landelijke BMP index sinds 1990 meer dan 50% afgenomen. Dat is in dezelfde grootte-orde als de afgang van Grutto, Spreeuw en Huismus.
In Engeland is de afname sinds 1994 84%, te vergelijken met het verlies van de Zomertortel.
Op de BW vond ik in 1990 in zes bossen 69 territoria, de blauwe staven, en na de eeuwwisseling daalde dat tot 50 pr. Die afname liep parallel aan de landelijke trend maar daar ging het snel bergafwaarts en vijf jaar geleden vond ik nog maar 9 paren. Dit voorjaar ben ik weer op jacht gegaan, en vond geen enkele Matkop terug. De afname op de BW verliep dus veel sneller dan in de rest van Nl. Zou dat komen door de ernstige verdroging van de BW?
Daarover is net over de grens in het Groot Schietveld in de Prov. Antwerpen een mooie studie gedaan. Daar bleef de Matkop in vochtige bosjes, de bruine kolommen, stabiel, terwijl het aantal territoria in droge bostypen, de groene kolommen, sterk daalde gedurende de laatste 10 jaar. Uit ringgegevens blijkt dat de reproductie index, dat is het aantal juvenielen ten opzichte van adulte vogels stijgt naarmate er meer regen valt in de maanden juli en augustus. Dat geeft aan dat de jongen, nadat ze zijn uitgevlogen, beter overleven in natte zomers omdat ze meer voedsel vinden.
Heeft de Matkop last van klimaat opwarming, b.v. omdat zijn hamstervoorraden verrotten in warme, vochtige winters. Dat blijkt niet het geval: uit ringgegevens blijkt dat als de gemiddelde temperatuur in dec. en jan. hoger is, de adulten meer kans maken om de winter te overleven. Wat de invloed is van opwarming op de samenstelling van zijn voedselpakket weten we niet.
Zou nestpredatie door de GBS een rol spelen. Hier ziet u een nest van de Matkop in een rottende stronk in april, en een maand later is dat nest open gehakt door een GBS om eieren of jongen van de Matkop op te eten. In Engeland gebeurde dat bij 28% van de nesten, in Duitsland zelfs bij 62%, en de GBS neemt gestaag toe. Twee vergelijkende studies zeggen dat nest predatie geen rol speelt. Maar een nest studie suggereert dat verdroging weliswaar belangrijker is, maar dat een GBS een klein populatie Matkoppen uitroeien.
Rol van nestpredatie is onduidelijk
Verdroging speelt zeker een rol, vergelijk met de afname van andere soorten van vochtig bos als Nachtegaal, Grote Lijster, Spotvogel.
Klimaat verandering: rol onduidelijk
Wat wel een rol speelt: veranderd bosbeheer. Minder grote kapvlaktes, daarom ook minder kavels in stuik en jonge boomfase
Tenslotte is veroudering van de NL bossen ongunstig voor de Matkop: areaal jong bos daalt.
Wat zijn de hoofdpunten?
Herkenning van het duo blijft lastig, alleen combinatie van horen en zien geeft zekerheid. Pas op valkuil: kool- en andere mezen maken geluiden die aan Glako doen denken. Probleem is nog steeds actueel, gezien dubieuze meldingen op wrn.nl.
De verspreiding van de Glako was daardoor vertroebeld tot 2000, maar is nu perfect in beeld
De populatie is min of meer stabiel, maar slaagt er nauwelijks nieuw habitat in b.v. NB te koloniseren door zijn honkvastheid.
De Matkop profiteerde waarschijnlijk van de aanleg van dennenakkers na de 2e wereldoorlog, maar neemt de laatste decennia sterk af.
Dat heeft meerdere oorzaken, o.a. verdroging en veroudering van onze bossen.
Dames en heren, ik hoop dat het lastige duo u geboeid heeft. Ik dank u voor uw aandacht!