Deze presentatie bij de conferentiepaper beschrijft vier studies die werden uitgevoerd in het kader van een doctoraatsonderzoek naar de ontwerp- en implementatiekenmerken van leerpaden binnen een ELO (Elektronische Leeromgeving). De eerste studie, een technologieacceptatie onderzoek, stelde vast dat leerkrachten secundair onderwijs hun ELO weinig gebruiken en dat ze zich meestal beperken tot de meer administratief gerelateerde activiteiten binnen hun ELO. De twee interventiestudies die daaruit volgden en die zich richtten op het studeren via leerpaden in de ELO, suggereren dat ontwerpkenmerken van leerpaden belangrijk zijn, dat het geslacht binnen de samenstelling van een groep een rol speelt en dat de implementatie van samenwerkend leren niet vanzelfsprekend is. Het kwalitatief onderzoek toont aan dat verschillende factoren op leerkracht- en schoolniveau de implementatie van leerpaden belemmeren.
Ontwerp- en implementatiekenmerken van leerpaden binnen een Elektronische Leeromgeving
1. ORD 2015 Leiden
Ontwerp- en implementatiekenmerken
van leerpaden binnen
een Elektronische Leeromgeving
De Smet, Valcke, Schellens en De Wever
Presentatie: Dr. Cindy De Smet
3. Context
99% van de secundaire scholen heeft een ELO
Beperkt gebruik van het ELO (administratieve doeleinden)
Leemte: amper empirisch onderzoek
Interventie in het secundair onderwijs, binnen het 1e jaar van
de 2e graad in het vak biologie
STEM-onderwijs
Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
3
4. Educatieve technologieën
Elektronische LeerOmgeving
Webgebaseerde toepassing, server, via webbrowser
Functionaliteiten: administratieve ondersteuning van het leerproces,
(agenda, document management), faciliteren van communicatieve
processen (feedback, forum), en implementatie van leermateriaal
(leerpaden)
Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
4
6. Activiteiten binnen het ELO %
Documenten op een ELO plaatsen 82%
Aankondigingen/berichten plaatsen 75%
Oefeningen opladen/publiceren 51%
Studenten taken laten indienen 51%
Leerpad 27%
Forum 27%
Wiki 25%
Toetsenmodule (Curios, WinToets) 18%
Chat 9%
De Smet & Schellens, 2009
6
7. Educatieve technologieën
Learning Management System
Leerpad
ELO functionaliteit, ordent leerobjecten, resulteert in een leerweg,
Elke leerstap is dus vooraf gestructureerd en sequentieel.
Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
7
9. 9
Centrale probleemstelling:
Het uiteindelijke doel van dit doctoraat is enerzijds
onderzoeken hoe leerkrachten secundair onderwijs hun
ELO inzetten, en anderzijds het ontwerp en de
implementatie van leerpaden bestuderen.
Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
11. Studie Vraag Methodologie Design Analyse
1 OV1 en
OV2
Kwantitatief Vragenlijst
505 leerkrachten
EFA, CFA (SPSS),
Correlationale analyse (SPSS)
Pad Analyse (AMOS)
2 OV3 Kwantitatief Interventie
Leerpadstudie met
8 leerkrachten en
360 leerlingen
Repeated measures
multilevel modelling
(MLwiN)
3 OV4 Kwantitatief Interventie
Leerpadstudie met
15 leerkrachten en
496 leerlingen
Repeated measures
multilevel modelling
(MLwiN)
4 OV5 Kwalitatief Interview met 16
leerkrachten
Nvivo matrices
11
12. 12
OV 1: Hoe is de ELO acceptatie bij leerkrachten secundair onderwijs?
OV 2: Wat is de relatie tussen ‘informational use’ en
‘communicational use’?
Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
12
14. Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
Conclusie OV1 en OV2
Verklaren 36% informational use en 26% communicational use
OV1: het gepercipieerde gebruiksgemak en de gepercipieerde
bruikbaarheid zijn beide belangrijk, interne ICT-ondersteuning
en subjective norm onderstrepen het belang van ‘derden’
OV2: succesvolle operationalisering van didactisch ELO-
gebruik en een sterk verband tussen informational use en
communicational use
14
15. 15
Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
OV 4: Is er een verschil tussen leerpadgebaseerde instructie en
conventionele instructie, waarbij hetzij individueel hetzij
collaboratief gewerkt wordt, en waarbij rekening gehouden wordt
met de groepssamenstelling en het geslacht?
15
16. Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
Procedure OV4
32 klassen: onderverdeeld in ofwel de conventionele conditie,
ofwel de leerpad conditie.
Conventionele conditie: enkel alleen gewerkt.
Binnen de leerpadconditie werd ad random bepaald of
leerlingen alleen zouden werken of in groepjes van 2.
Binnen groepjes van 2 werd ad random bepaald of je in een
same-gender dan wel een mixed-gender groepje zat.
16
17. Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
Conclusie OV4
Jongens en meisjes in de individuele setting leren beter in de leerpad
conditie dan in de conventionele conditie.
Als leerlingen samenwerken, dan hebben vooral jongens daar baat bij .
Als we specifiek naar de samenstelling van de groepjes kijken, dan leren
meisjes beter in een same-gender groepje, jongens in een mixed-gender
groepje.
Meisjes versus jongens: meisjes leren beter dan jongens in de individuele
leerpad conditie en in een same-gender groepje.
17
18. 18
Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
OV 5: Wat is de perceptie van leerkrachten wanneer ze leerpaden
gebruiken binnen een ELO, en dit in relatie tot de condities op
school-, leerkracht- en leerlingniveau?
18
19. Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
OV5:
E-capacity framework
Vanderlinde &
van Braak
Onderzoek van
Liaw et al.
19
20. Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
Resultaten OV5:
- ICT-gerelateerde schoolcondities: problemen met de
beschikbaarheid en het functioneren van de ICT-
infrastructuur, er is weinig pedagogische support
beschikbaar.
- ICT-gerelateerde leerkrachtcondities: leerkrachten
volgen weinig opleidingen en het vertrouwen om ICT te
gebruiken is laag.
20
21. Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
Resultaten OV5:
- Leeromgeving gerelateerde karakteristieken:
Leerkrachten geven aan dat leerlingen vlot kunnen
werken met leerpaden.
De meeste leerkrachten waren tevreden met de
inhoud, het ontwerp en de implementatie van de
leerpaden.
Leerkrachten waren verdeeld wat betreft de leerwinst
die met een leerpad bereikt kan worden.
21
22. Onderzoeksbijdrage:
Theorie
Verdere theoretische onderbouwing wat betreft de
acceptatie van het ELO, verdere verfijning van het didactisch
gebruik van het ELO
Grootschalige interventiestudie, en zowel kwantitatief als
kwalitatief onderzoek, naar het design, de implementatie en
de leerresultaten bij leerpaden
Dit alles binnen het secundair onderwijs (STEM)
Inspelen op een leemte binnen huidig onderzoek
Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
22
23. Onderzoeksbijdrage
Praktijk
Bijdrage tot de kennisbasis omtrent het gebruik,
het ontwerp en de implementatie van ELO en
leerpaden binnen het secundair onderwijs, alsook
omtrent de percepties van leerkrachten
Beleid
Advies om de e-capacity van scholen te verbeteren
Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
23
24. Suggesties voor vervolgonderzoek
Onderzoek naar adoptie van ELO: uitbreiden met
variabelen uit het e-capacity model (bijvoorbeeld
het schoolbeleid)
Het vormgeven van samenwerkend leren dient
verder onderzocht te worden
Studentvariabelen integreren, bijvoorbeeld
percepties van de leerlingen
Theoretisch kader – Onderzoeksvragen – Methodologie – Resultaten – Conclusie
24
Smartschool wordt vandaag in Vlaanderen door 99% van de secundaire scholen gebruikt.
In een eerste onderzoek dat we uitvoerden naar de activiteiten die worden uitgevoerd binnen de les met een ELO (zlelf-geraporteerd gebruik), zagen we onze initiële observaties bevestigd: De LMS wordt voornamelijk administratieve gebruikt, binnen ons onderzoek omschreven als informational use. Communicatieve activiteiten, maar ook implementatie en gebruik van leermateriaal, in dit onderzoek verder omschreven als communicational use, komt dan weer minder aan bod.
Dit is een voorbeeld van een leerpad.
In dit geval het leerpad biologie over bacteriën.
Links ziet u de inhoud.
Dat brengt ons bij de centrale probleemstelling binnen dit proefschrift: Het uiteindelijke doel van dit doctoraat is enerzijds onderzoeken hoe leerkrachten secundair onderwijs hun LMS inzetten, en anderzijds het ontwerp en de implementatie van leerpaden bestuderen.
Een woordje uitleg bij het overkoepelende theoretische framework van het doctoraat en de componenten:
Sommige van deze componenten zijn gebaseerd op school gerelateerde variabelen, (2) andere op leerkracht gebaseerde variabelen en processen, (3) op de manier waarop leerlingen studeren, anderen zijn gerelateerd aan de technologie onder studie, zijnde de LMS en de leerpaden.
We onderzochten de technologie acceptatie en gebruikten daarvoor het Technology Acceptance Model (TAM) of Davis (1989) en de opvolgerTAM2 by Venkatesh and Davis (2000).
Daarnaast besturen we ook hoe leerkrachten hun LMS didactisch gebruiken,
Het ontwerp van leerpaden en de implementatie bestuderen we via
De Cognitive Load Theory (CLT) van ondermeer Sweller en van Merriënboer, de design principes die we afleiden uit de Cognitive Theory of Multimedia Learning (CTML) van Mayer en we gebruiken ook de principes omtrent samenwerkend leren uit het onderzoeks binnen de Computer Supported Collaborative Learning community (CSCL).
Tenslotte maken we ook gebruik van het e-capacity framework van Vanderlinde en van Braak om onze ICT gerelateerde school en leerkracht condities te situeren.
Deze dia geeft een overzicht van de uitgevoerde studies.
Het proefschrift bestaat uit 4 studies, waarvan 3 kwantitatieve en 1 kwalitatieve. Er werden 5 onderzoeksvragen geformuleerd.
Het 2e doel is gelinkt aan het 1e.
De resultaten werden verkregen via een vragenlijststudie met 505 leerkrachten secundair onderwijs.
Het betreft een interventiestudie met het leerpad. Hoe hebben we dit aangepakt?
Er werden 3 testen afgenomen: voor (pretest), in de laatste les van het leerpad (posttest) en een maand na de laatste test (retentietest).
Dat brengt ons bij de 5e onderzoeksvraag
We abseren ons op het e-capacity madel van Vanderlind & van Braak voor wat betreft de ICT gerelateerde school condities en de ICT gerelateerde leerkracht condities
Daarnaast baseren we ons ook op onderzoek van Liaw en collega’s wat betreft de leeromgeving gerelateerde karakteristieken,
Als we dan kijken nar de resultaten van deze studie: