3. 1. De speculatietaks inhoudelijk.............................................................................................................4
A. Ratio legis.........................................................................................................................................5
B. Belastbare materie...........................................................................................................................6
Meerwaarden op aandelen/gelijk te stellen waardepapieren/aandelencertificaten .....................6
Meerwaarde op opties, warrants en andere financiële instrumenten ...........................................7
“Beursgenoteerd” ............................................................................................................................8
“Andere financiële instrumenten”...................................................................................................9
“Vanaf 1 januari 2016 verworven onder bezwarende titel”..........................................................10
Berekening houdperiode 6 maanden ............................................................................................14
Welke beleggingsproducten of financiële instrumenten ontspringen de das?.............................16
C. Belastingplichtigen.........................................................................................................................20
D. belastbare grondslag – berekening meerwaarde..........................................................................22
E. tarief en inning...............................................................................................................................26
F. Verhouding met artikel 90, 1° WIB ................................................................................................27
E. Kritische bedenkingen....................................................................................................................29
2. Meerwaarde aandelen in VennB......................................................................................................33
Hypothese 1: vrijstelling.................................................................................................................33
Hypothese 2: 25% ..........................................................................................................................34
Hypothese 3: 0.4% .........................................................................................................................35
Hypothese 4: 34% ..........................................................................................................................36
3. Fiscaliteit andere beleggingsproducten............................................................................................37
Zichtrekeningen en termijnrekeningen .........................................................................................37
Spaardeposito’s..............................................................................................................................37
Staatsbons en Staatsleningen........................................................................................................38
Obligaties .......................................................................................................................................39
Aandelen ........................................................................................................................................40
Kasbons..........................................................................................................................................40
Levensverzekering tak 21...............................................................................................................41
Levensverzekering tak 23...............................................................................................................42
Aandelen gereglementeerde vastgoedvennootschappen (GVV’s)................................................43
ICB’s................................................................................................................................................44
Inhoudstafel
4. 1. De speculatiebelasting inhoudelijk
• Nieuw artikel 90, 13° WIB
• Ingevoerd door wet 26 december 2015
houdende maatregelen inzake versterking
van jobcreatie en koopkracht
– Artikelen 43 t.e.m. 85
• Inwerkingtreding: 1 januari 2016
5. A. Ratio legis (1)
• Ontmoedigen van speculatief handelen
– Van Overtveldt in DS 17 oktober 2015
– Destabiliseren financiële markten
• Budgettair: verwacht 34 miljoen EUR
6. B. Belastbare materie (1)
• Meerwaarde op aandelen/gelijk te stellen
waardepapieren/aandelencertificaten indien:
– Aandelen beursgenoteerd zijn
– Bij overdracht onder bezwarende titel
– Verworven onder bezwarende titel en vanaf 1
januari 2016
– Minder dan 6 maanden in portefeuille
– Niet in kader van beroepswerkzaamheid
7. B. Belastbare materie (2)
• Meerwaarde op opties, warrants en andere
financiële instrumenten indien:
– Dezelfde voorwaarden voldaan zijn
– Het onderliggende actief bestaat uit één of meer
welbepaalde beursgenoteerde aandelen
• Geen indices, grondstoffen, valuta, ETF’s,…
– Toepassing speculatiebelasting op
beursgenoteerde opties wordt thans betwist door
Febelfin
8. B. Belastbare materie (3)
• “Beursgenoteerd”
– Verhandelbaar op:
• elke Belgische of buitenlandse gereglementeerde markt
– Bv. Euronext, Nasdaq, Xetra, NYSE,…
• een multilaterale handelsfaciliteit in de zin van artikel 2, eerste lid,
4° wet van 2 augustus 2002betreffende toezicht op financiële
markten en diensten
– Bv. Equiduct, CATS,…
– Voor zover deze werkt met minstens één dagelijkse
verhandeling en een centraal orderboek
– Elk in een derde land gevestigd handelsplatform dat
soortgelijke functie vervult
– Vereiste van beurnotering ook op moment van verkrijging
onder bezwarende titel?
9. B. Belastbare materie (4)
• “Andere financiële instrumenten”
– = “Instrumenten waarmee belegger, al dan niet
met hefboom, belegt in de evolutie van de waarde
van een onderliggend actief, op voorwaarde dat
onderliggende actief uit één of meer welbepaalde
beurgenoteerde aandelen”
– MvT: speeders, sprinters, turbo’s en futures
10. B. Belastbare materie (5)
• “Vanaf 1 januari 2016 verworven onder
bezwarende titel”
– Verworven onder bezwarende titel in 2015 => valt
buiten toepassingsgebied
• Bv. aankoop 31 december 2015, verkoop 2 januari 2016
(< 6 maanden): GEEN speculatietaks
11. B. Belastbare materie (6)
• Vervolg
– Verworven door schenking onder levenden?
• Kan onder toepassingsgebied vallen
• Datum van schenking is irrelevant
• Datum van verkrijging onder bezwarende titel van de
schenker is relevant en mag niet plaatsgevonden
hebben voor 2016
– Bv. X koopt op 31 december 2015, schenkt aan Y op 5 januari
2016 en Y verkoopt op 10 januari 2016 (< 6 maanden) =>
GEEN speculatietaks
– Bv. Idem maar X had gekocht op 1 januari 2016 =>
Speculatietaks
12. B. Belastbare materie (7)
• Vervolg
– Verworven uit shorttransacties?
• = “elke verkoop van het aandeel of schuldinstrument
dat de verkoper niet in eigendom heeft op het moment
dat hij de verkoopovereenkomst sluit”
• Vallen onder toepassingsgebied
• Dag van aankoop moet plaatsvinden in 2016
– Aandelen verkregen uit erfenis?
• Vallen niet onder toepassingsgebied
13. B. Belastbare materie (8)
• Vervolg
– Verworven bij kapitaalverhoging? (De Tijd, 9
februari 2016)
• Nieuwe aandelenhouders
– Nieuwe aandelen door uitoefening voorkeursrechten: ja
– Meerwaarde op voorkeursrechten: ja
• Oude aandeelhouders (krijgen automatisch
voorkeurrechten)
– Verkoop rechten: nee
– Stilzitten, scripts worden geveild: nee
– Omzetting in nieuwe aandelen: ja
14. B. Belastbare materie (9)
• Berekening houdperiode 6 maanden
– Periode tussen dag verkrijging onder bezwarende titel en dag
overdracht onder bezwarend titel moet minder dan 6 maanden
bedragen
• Bv. aankoop 3 januari 2016, verkoop 2 juli 2016 => speculatietaks ( < 6
maanden)
• Bv. idem maar verkoop op 3 juli 2016 => geen speculatietaks ( = 6 maanden)
– Regels met betrekking tot verkrijgingsdatum:
• Ingeval verkregen onder bezwarende titel:
– Te rekenen vanaf dag verkrijging onder bezwarende titel;
• Ingeval van schenking onder levenden:
– Te rekenen vanaf dag dat schenker onder bezwarende titel heeft verkregen;
• Ingeval van shorttransactie:
– Te rekenen vanaf dag aankoop
• Moet plaatsvinden vanaf 2016
15. B. Belastbare materie (10)
• Vervolg
– LIFO (“Last in, first out”) bij overdracht:
• Het verkochte aandeel, warrant, optie of ander
financieel instrument wordt steeds geacht datgene te
zijn wat het laatst werd verworven
– bv. aankoop 50 KBC aandelen op 1 januari 2016, 20 KBC
aandelen op 1 april 2016 en 30 KBC aandelen 1 juli 2016.
Verkoop 40 aandelen op 1 augustus. Quid?
» 30 aandelen dd. 1 juli 2016 worden eerst aangesproken
=> speculatietaks
» 10 van de 20 aandelen aangekocht op 1 april 2016
worden vervolgens aangesproken => speculatietaks
16. B. Belastbare materie (11)
• Welke beleggingsproducten of financiële
instrumenten ontspringen de das?
– (converteerbare) obligaties
• MvT: zijn schuldinstrumenten en geen speculatieve
handelingen
– Aandelen en deelbewijzen in beurgenoteerde
beleggingsfondsen (bv. ETF’s/Trackers)
• MvT: zijn onderworpen aan diversificatieregels en
beleggen in gespreide portefeuilles van aandelen
• EFT’s/Trackers hebben als onderliggende waarde een
index
17. B. Belastbare materie (12)
• Vervolg
– Aandelen van gereglementeerde
vastgoedvennootschappen (bv. Cofinimmo en
Befimmo)
• MvT: zijn onderworpen aan diversificatieregels en
beleggen in gespreide portefeuilles van aandelen
– Aandelen, warrants, opties en andere financiële
instrumenten die niet beursgenoteerd zijn, resp.
geen beurgenoteerde aandelen als onderliggend
actief hebben
18. B. Belastbare materie (13)
• Vervolg
– CFD’s (‘contracts for difference’)
• Stellingname financiële instellingen:
– betreft contracten die steunen op koersverandering van een
aandeel of ander financieel instrument;
– geen rechtsreeks belegging in het onderliggende aandeel;
– CFD’s zijn niet beursgenoteerd.
– Overdracht onder bezwarende titel na 6 maanden
19. B. Belastbare materie (14)
• Vervolg
– MvT voorziet 3 specifieke vrijstellingen:
• Verkoop van ‘gereglementeerde’ aandelenopties die werknemers krijgen van
hun bedrijf
– = in kader van beroepswerkzaamheid
– Staat thans niet zo letterlijk in uiteindelijke wettekst
• Verkoop van beursgenoteerde aandelen die verworven zijn in toepassing van
de wet van 22 mei 2001 betreffende werknemersparticipatie in het kapitaal en
in de winst van vennootschappen
– = in kader van beroepswerkzaamheid
– Staat thans niet zo letterlijk in uiteindelijke wettekst
• Mandatory corporate actions
– Verplichte verkoop uitsluitend op initiatief van emittent/belegger heeft geen keuze:
» Bv. bij fusies, splitsingen, squeeze-outs,…
» Niet als belegger ingaat op vrijwillig overnamebod
– Expliciet vrijgesteld
20. C. Belastingplichtigen (1)
• Alle natuurlijke personen in BE onderworpen
aan PB
• Alle niet-inwoners die aan BNI zijn
onderworpen
– Indien heffingsbevoegdheid bij woonstaat op basis
van DBV => bezwaarschrift ingehouden
speculatietaks terugvorderen
• Ook burgerlijke maatschappen,
onverdeeldheden en feitelijke verenigingen
21. C. Belastingplichtigen (2)
• NIET voor vennootschappen onderworpen
aan VennB. en entiteiten onderworpen aan
RPB
– RvS: mogelijks discriminatieprobleem
– Regering: nee want kennen gelijkaardig regime
22. D. Belastbare grondslag – berekening
meerwaarde (1)
• Positieve verschil tussen de aankoopprijs en
verkoopprijs
• Wet voorziet enkel in aftrek van de gedragen
beurstaks
• Aankoopprijs is onbekend of kan niet bewezen
worden
– Belastbare meerwaarde = volledige verkoopprijs
– Terugvordering mogelijk van teveel ingehouden
RV via bezwaarschrift
23. D. Belastbare grondslag – berekening
meerwaarde (2)
• Beperkte aftrekbaarheid minwaarden
– Enkel bij opeenvolgende verwervingen van
beursgenoteerde aandelen, opties, warrants of
andere financiële instrumenten met éénzelfde
ISIN-code
• Bv. U boekt m.b.t. uw Ageas aandelen een meerwaarde
van 1000 en tegelijkertijd een minwaarde van 500 =>
taks op 500
• Bv. u boekt meerwaarde 1000 op Ageas aandelen en
minwaarde van 500 op Solvay aandelen => taks op 1000
– Totale netto som nooit minder dan 0
24. D. Belastbare grondslag – berekening
meerwaarde (3)
• Vervolg
– Oefening
Aankoop Aantal Koers Totaalbedrag
Januari 2016 100 7,00 EUR 700,00 EUR
April 2016 100 11,00 EUR 1.100,00 EUR
Verkoop Aantal Koers Totaalbedrag
Juni 2016 150 9,00 EUR 1.350,00 EUR
Toepassing LIFO
Minderwaarde
m.b.t. aankoop
april 2016
100 - 2,00 EUR - 200,00 EUR
Meerwaarde m.b.t.
aankoop januari
2016
50 2,00 EUR 100,00 EUR
Belastbare
grondslag
0
25. D. Belastbare grondslag – berekening
meerwaarde (3)
• Quid ingeval van schenking?
– Rekening houden met prijs betaald door schenker
• Berekening in oorspronkelijke munt:
– Situatie 1: aankoop aandelen in USD, meerwaarde
3% in USD maar in EUR verlies van 3% =>
speculatietaks op 3% meerwaarde in USD
– Situatie 2: aankoop aandelen in BP, minwaarde 5%
in BP maar in EUR meerwaarde van 2% => geen
speculatietaks
26. E. Tarief en inning van heffing (1)
• 33%
• Bevrijdende roerende voorheffing
• Geen gemeentelijke opcentiemen
• In te houden door financieel
tussenpersoon/instelling indien in BE
– Geen aangifte
• Ingeval buitenlandse effectenrekening =>
aangifteplicht
27. F. Verhouding met artikel 90, 1° WIB (1)
• “Diverse inkomsten zijn:
1° onverminderd het bepaalde in 8° en 10°, winst of baten, hoe ook
genaamd, die zelfs occasioneel of toevallig, buiten het uitoefenen
van een beroepswerkzaamheid, voortkomen uit enige prestatie,
verrichting of speculatie of uit diensten bewezen aan derden,
daaronder niet begrepen normale verrichtingen van beheer van een
privé-vermogen bestaande uit onroerende goederen,
portefeuillewaarden en roerende voorwerpen”
• Wat voegt speculatietaks toe?
– °automatische kwalificatie “speculatie” indien vervreemding binnen 6
maanden
– Collateral damage
28. F. Verhouding met artikel 90, 1° WIB (2)
• Indien belastbaar op basis van artikel 90, 13°
=> niet belastbaar op basis van artikel 90,1°
– A contrario => mogelijks belastbaar artikel 90,1°
– Zie lijst hiervoor
– Tenzij normaal beheer van privévermogen
• Onroerende goederen
• Roerende voorwerpen
• Portefeuillewaarden
29. E. Kritische bedenkingen (1)
• Toevlucht buitenland
– Inkomsten uit beurstaks (85 miljoen EUR) dalen
• Toestroom naar weinig transparante
buitenbeursproducten
– Mogelijks nog speculatiever
– Bv. CFD’s
• RV naar 27% + beurstaks + speculatietaks
stimuleren investeringen, IPO’s, liquiditeiten van
beurzen
– Volatiliteit zal juist toenemen
• Onzekerheid omtrent meerwaarde op opties
30. E. Kritische bedenkingen (2)
• Men treft enkel de kleine belegger of spaarder
(Trends & Moneytalk, 18 januari 2016)
– Particulieren beleggen meestal in Belgische small- en
midcaps-beursgenoteerde bedrijven met een relatief
kleine beurswaarde (“bodemvissers”)
– Keerzijde: kleinere of middelgrote bedrijven die geld
via beurs willen ophalen zullen worden getroffen
• Bv. Agfa Gevaert: zag sinds 1 januari 2016 beurswaarde
dalen met 25 à 30%
• Bv. Celyad (-22,3%)
• Bv. Bone Therapeutics (-20.5%)
31. E. Kritische bedenkingen (3)
5%
95%
Aandeel van particuliere beleggers in totale
beurstransacties
Particuliere beleggers geviseerd door
speculatietaks
Andere beleggingsinstellingen of
vennootschappen die ontsnappen aan
speculatietaks: bv, banken,
beursvennootschappen,…
32. E. Kritische bedenkingen (4)
• Eerste vaststellingen anno 2016:
– Lynx België stelt vast:
• een stijging van 400% van de handel in CFD’s
• Een verdubbeling van het aantal transactief in ETF’s
– Keytrade Bank stelt eveneens een enorme toename aan interesse in
CFD’s vast
– Voor warrants is het gemiddelde retailhandelsvolume sinds 1 januari
gehalveerd (De Tijd 20 januari 2016)
– De gemiddelde retailhandelsvolume inzake sprinters, turbo’s en
speeders bedraagt nog slechts een kwart van vorig jaar (De Tijd 20
januari 2016)
– Kleine of middelgrote ondernemingen worden geconfronteerd met
forse dalingen beurswaarde
– BinckBank inde amper 50.000,00 EUR in januari (De Tijd, 8 Februari
2016); Leleux slechts 18.000,00 EUR (De Tijd, 5 Februari 2016)
33. 2. Meerwaarden aandelen in VennB.
(1)
• Hypothese 1: volledige vrijstelling indien
voldaan aan taxatievoorwaarde DBI
– Artikel 192 § 1, lid 1 WIB
– De eventuele inkomsten van de aandelen moeten in
aanmerking komen om krachtens art. 202, § 1 en 203
WIB van de winst te worden afgetrokken
• Taxatievoorwaarde DB: de uitgekeerde aandelen moeten al
eens belast zijn geweest bij de uitkerende vennootschap
• Mogen niet onderworpen zijn aan een “aanzienlijk
gunstiger” fiscaal regime dan in België
– Gedurende een onderbroken periode van ten minste
één jaar in volle eigendom behouden
34. 2. Meerwaarden aandelen in VennB.
(2)
• Hypothese 2: 25%
– Artikel 217, lid 1, 2° WIB
– Idem
– Minder dan een ononderbroken periode van ten
minste één jaar in volle eigendom behouden
35. 2. Meerwaarden aandelen in VennB.
(3)
• Hypothese 3: 0.4%
– 217, lid 1, 3° WIB
– Zelfde voorwaarden als hypothese 1
– Vennootschap voldoet niet aan voorwaarden van
artikel 15 W. Venn en is dus ‘groot’
36. 2. Meerwaarden aandelen in VennB.
(3)
• Hypothese 4: belastbaar inkomen aan 34%
– Als de aandelen niet in aanmerking komen voor
de DBI-Aftrek
37. 3. Fiscaliteit van andere
beleggingsproducten (1)
• Zichtrekeningen en termijnrekeningen
– RV 27% (art. 171,3° WIB)
• Spaardeposito’s (art. 21,5° WIB)
– RV 15% op interesten boven 1.880 EUR op
individuele rekeningen (art. 171, 3°quinquies WIB)
– RV 15 % op interesten boven 3.760 euro op een
gezamenlijke rekening van twee echtgenoten of
twee wettelijk samenwonende partners
40. 3. Fiscaliteit van andere
beleggingsproducten (4)
• Aandelen
– TOB
• Inschrijving op nieuwe aandelen: 0%
• Aankoop op de beurs: 0,27 % (max. 800 euro)
• Verkoop op de beurs: 0,27 % (max. 800 euro)
– RV 27% (art. 171,3° WIB)
• Kasbons
– RV 27% (art. 171, 3° WIB)
41. 3. Fiscaliteit van andere
beleggingsproducten (5)
• Levensverzekering tak 21
– RV 27% op interesten (art. 19, § 1, 3°, a) + 171, 3°WIB)
• Indien premie niet in aanmerking kwam voor fiscaal
voordeel: indien wel, belastbaar als pensioen (art. 40 WIB)
– Vrijgesteld indien (art. 21, 9° WIB):
• Uitkering bij overlijden
• BP heeft enkel zichzelf verzekerd en voordelen bij leven ten
eigen voordeel bedongen en bij dood is er kapitaalgarantie
van minstens 130% van totaal premies
• Contract voor meer dan 8 jaar gesloten en uitbetaling
effectief meer dan 8 jaar na sluiten contract
42. 3. Fiscaliteit van andere
beleggingsproducten (6)
• Levensverzekering tak 23
– RV 27% op interesten (art. 19, § 1, 3°, b) + 171, 3°WIB)
• Indien op moment van inschrijving verbintenissen
worden aangegaan die wat betreft hun duur en hun
bedrag of rendementsvoet bepaald zijn
– Vrijgesteld:
• Tak 23 zonder voormelde garanties
• Tak 23 met voornoemde garanties ingeval voorwaarden
vrijstelling tak 21 voldaan zijn (art. 21, 9° WIB)
43. 3. Fiscaliteit van andere
beleggingsproducten (7)
• Aandelen gereglementeerde vastgoedvennootschappen
(GVV’s)
– TOB
• Aankoop op de beurs: 0,09 % (max. 650 euro)
• Verkoop op de beurs: 0,09% (max. 650 euro)
– RV 27% op het dividend van klassieke GVV's (art. 171, 3° WIB)
– RV 27% op het dividend van residentiele GVV's
• een GVV wordt als residentieel beschouwd indien tenminste 60 % van
de portefeuille in woningen wordt belegd
• Vroeger: 15% RV (oud art. 171, 3°quater WIB: opgeheven)
• Valt nu onder art. 171, 3° WIB
– Geen RV bij meerwaarde op verkoop aandelen tenzij speculatie
of abnormaal beheer (art. 90, 1° WIB)
44. 3. Fiscaliteit van andere
beleggingsproducten (8)
• ICB’s
– Beleggingsvennootschap (type kapitalisatie)
• Inkoop- en liquidatieboni in principe dividend en dus
belastbaar 27% RV
• Thans vrijgesteld (art. 21,2° WIB)
– Behalve fixfondsen (art. 19, § 1, lid 1, 4° WIB) en obligatiefondsen
(art. 19bis WIB): belastbaar als interest, 27% RV (art. 171, 3°,WIB)
• TOB
– Beursgenoteerd en registratie België
» Zowel bij aankoop als verkoop: 1,32% (max. 2000 EUR)
– Beursgenoteerd en niet registratie in België
» Zowel bij aankoop als verkoop: 0.27% (max. 800 EUR)
– Niet-beursgenoteerd
» Enkel bij verkoop: 1,32 % (max. 2000 EUR)
45. 3. Fiscaliteit van andere
beleggingsproducten (9)
• Vervolg
– Beleggingsvennootschap (type distributie)
• RV op uitgekeerde aandelen: 27%
• TOB
– Beursgenoteerd en registratie België
» Zowel bij aankoop als verkoop: 0.09% (max. 650 EUR)
– Beursgenoteerd en niet registratie in België
» Zowel bij aankoop als verkoop: 0.27% (max. 800 EUR)
– Niet-beursgenoteerd
» 0%
46. Tuerlinckx Fiscale Advocaten cvba
Maria-Henriëttalei 1 Place Ste Véronique 10 Nijverheidsstraat 14
B-2018 ANTWERPEN B-4000 LIÈGE B-2260 WESTERLO
T. +32 3 206 21 10 T. +32 4 233 34 36 T. +32 14 21 01 10
F. +32 3 206 21 19 T. +32 4 233 81 45 F. +32 14 21 01 19
www.tuerlinckx.eu