In deze handleiding staat de grote lijn vermeld: hoe ongeveer?. Onderaan vind je verwijzingen naar meer gedetailleerde instructies waarin we uitleggen hoe je precies rapporteert in de Qsuite. De handleidingen en instructies vind je in de Qsuite zelf, of in onze e-learning omgeving. Zo leer je snel werken met de Qsuite en heb je altijd de benodigde naslagwerken onder de knop.

1. 1
Handleiding
Wie zijn de personen in de
Qsuite?
Personen

2. 2
1. Wat?
2. Waarom en waartoe?
3. Waar?
4. Wie?
5. Hoe ongeveer?
6. Hoe precies?
Inhoud?

3. 3
Wat?

4. 4
Wat?
Mensen zijn het uitgangspunt in de Qsuite
Mensen maken onderdeel uit van sociale netwerken. Binnen deze sociale netwerken
kunnen mensen allemaal verschillende rollen hebben. Soms ben je als mens ‘klant’,
soms ben je ‘medewerker’, soms een ‘vrijwilliger’. Dan weer een ‘contactpersoon’.
Soms bied je hulp, soms ontvang je hulp.
Alle combinaties zijn mogelijk. Zo verhoudt je je tot elkaar.
Zoals de combinaties in het echte leven mogelijk zijn, zo kunnen de relaties en de
rollen ook in de Qsuite vastgelegd worden. Wanneer we dat doen, worden sociale
structuren en verbanden steeds meer duidelijk en zichtbaar

5. 5
Wat?
De verschillende rollen
1. Een persoon Je bent altijd een persoon. We leggen de basisgegevens vast om de persoon uniek te kunnen identificeren.
2. Een klant (cliënt,
patiënt, hulpvrager of
mantelzorger)
Je kunt de rol van klant hebben. Dan krijg je één of meerdere klantdossiers. In een dossier kan je cyclisch
gegevens vastleggen en een dossier kan op maat worden ingericht, al naar gelang het type klant (het
zogenaamde klantprofiel). Bij meerdere klantprofielen, zou je dus ook ‘meerdere keren klant kunnen zijn’
(bijvoorbeeld én een mantelzorger én een hulpvrager tegelijk).
3. Een medewerker Je kunt ook de rol van medewerker hebben. Dan krijg je een medewerkersdossier. Ook dit dossier kan
helemaal op maat worden ingericht, afhankelijk van de rol die je hebt in het systeem. Ook is dit dossier
cyclisch: gegevens worden niet alleen één keer vastgelegd (statisch), maar je kunt de ontwikkeling en het
verloop van het proces rondom de medewerker in beeld brengen.
4. Een vrijwilliger De vrijwilliger heeft ook een dossier. Het lijkt op de medewerker, maar is onbetaald, terwijl de medewerker
het kenmerk ‘betaald’ heeft. De inhoud van het dossier wordt ook weer cyclisch en op maat (per rol)
opgebouwd.

6. 6
Wat?
5. Een sociale relatie Een persoon kan ook nog eens een sociale relatie van een andere persoon zijn. Je bent dan verwijzer,
contactpersoon of verzorgde van klant (met dossier). Én je bent als familie, kennis, buur of als
(wettelijk) vertegenwoordiger betrokken bij een klant. Van een sociale relatie worden meer gegevens
vastgelegd dan van de persoon, maar de relatie heeft geen eigen dossier. Gegevens worden dus
statisch vastgelegd en niet dynamisch. Wil je van een relatie wel dynamisch gegevens vastleggen, dan
kan dat door er een speciaal dossier van te maken.
6. Een
samenwerkingsrelatie,
verbonden aan een
klantdossier
Een relatie van een klant kan ook een professioneel karakter hebben. De klant heeft een professionele
relatie met een (zorg)professional uit de formele zorg. De samenwerkingsrelatie wordt op dezelfde
manier verbonden aan het dossier van de klant. Er is één verschil: deze relatie is ook verbonden aan
een organisatie. Deze organisatie is vervolgens ook weer een relatie – een ketenpartner – van jouw
eigen organisatie. Want zoals mensen in structuren en netwerken opereren, zo doen organisaties dat
ook. Zo verbinden we ook organisaties aan elkaar, maar dit gaat via persoonlijke relaties, via
persoonlijke contacten en contactpersonen.
7. Een
samenwerkingsrelatie,
verbonden aan de
organisatie
Een ketenpartner heeft één of meerdere contactpersonen. Ook dit zijn dus personen. Bij nummer 5
worden deze personen – verbonden aan een ketenpartner – ook verbonden aan een klantdossier. Het
verschil met deze laatste variant is, dat de contactpersonen alleen op organisatieniveau opereren en
dus niet aan klantdossier verbonden worden. Denk aan een vertegenwoordiger van een leverancier of
een contactpersoon bij een stakeholder etc.

7. 7
Wat?

8. 8
Wat?
Mensen zijn het uitgangspunt in de Qsuite
We beginnen bij de persoon: er zijn gegevens
nodig om de persoon als uniek te kunnen
identificeren. Alleen wanneer we de uniciteit
van de persoon kunnen vaststellen, kunnen we
voorkomen dat we personen dubbel
registreren en zo het systeem vervuilen.
Het meest unieke kenmerk aan een persoon is het
BurgerServiceNummer (BSN). Niet in alle gevallen is het wenselijk
of mogelijk om dit nummer te registeren. Daarom kijken we ook
nog naar een andere combinatie: de combinatie van naam
(voornaam en/of voorletters en de achternaam) en de
geboortedatum.
Ook het adres helpt hierbij. Niet altijd is het adres bekend of niet
altijd worden adreswijzigingen doorgegeven. Daarom zal de
Qsuite met name helpen bewaken of personen uniek worden
vastgelegd door de combinatie van naam en geboortedatum te
gebruiken. Omdat het wel eens lastig is om een naam juist te
spellen, zal de Qsuite ook gaan meedenken in de toekomst met
namen die op elkaar lijken. Nu moet je dat zelf nog bekijken, maar
in de toekomst zal er een functie worden toegevoegd aan de
Qsuite die op basis van lettercombinaties jou al bestaande
personen teruggeeft die op elkaar lijken. Zo kan jij zelf nagaan of
de persoon mogelijk al bestaat.
Bij de persoon leggen we daarom de
volgende gegevens vast:
1. Initialen
2. Voornaam
3. Tussenvoegsel
4. Achternaam
5. Geboortedatum
6. Geslacht

9. 9
Wat?
Vervolgens leg je de relatie vast
Bij een relatie leggen we – aanvullend aan de persoonsgegevens – nog de volgende gegevens vast:
1. Weergavenaam
2. Relatietype
3. Is iemand al bekend als klant
4. Adres
5. Postcode
6. Plaats
7. Telefoonnummer vast
8. Telefoonnummer mobiel
9. Emailadres
10. De wens om een mailing te ontvangen
11. Toestemming van de klant om informatie te delen met deze contactpersoon
12. Relatiesoort
13. Opmerkingen of toelichting
14. Huidige relatieschaal (dichtbij of veraf)
15. Toelichting huidige relatieschaal
16. Gewenste relatieschaal (dichtbij of veraf)
15. Toelichting gewenste relatieschaal

10. 10
Wat?
Statisch vastleggen van gegevens van de relaties
Al deze gegevens worden ‘statisch’ vastgelegd. Dat wil zeggen dat gegevens kunnen worden aangepast,
maar dat er met de historische gegevens geen dingen worden gedaan. We gaan dus geen ontwikkeling,
verloop of cyclisch proces zichtbaar. Dat gebeurt in het dossier wel.
De enige uitzondering hierop is de huidige en de gewenste afstand of nabijheid in de relatieschaal. In de
toekomst gaan we de ontwikkeling hiervan zichtbaar maken. Wanneer het doel is om netwerken te
versterken is het belangrijk ook effecten van interventies te kunnen meten en zichtbaar te maken: worden
netwerken daadwerkelijk versterkt? En hoe is de ontwikkeling hiervan door de tijd heen? Dit is het enige
cyclische aspect aan de relatie die we in de toekomst toe gaan voegen.

11. 11
Wat?
Relatietype en relatiesoort
Bij een sociale relatie kan je zowel het relatietype als de relatiesoort vastleggen.
Relatietype Relatiesoort
4. Een sociale relatie
Persoonlijk Familie
Broer | Zus
Ex-partner
Zoon | Dochter
Moeder
Partner
Vader
Schoonzoon | Schoondochter
Schoonouders
Schoonzus | Zwager
Kleinzoon | Kleindochter
Overige naaste familie
Wettelijk vertegenwoordiger
Curator | Mentor
Echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel
Gevolmachtigde
Ouder, kind, broer of zus
Voogd
Vrienden
Kennissen
Buren
Verwijzer
Contactpersoon
Verzorgde

12. 12
Wat?
Inzicht in relaties
Zo ontstaat er overzicht in
netwerken en relaties, zowel
persoonlijk als zakelijk.

13. 13
Wat?
Zijn relaties en netwerken dan belangrijk?
Ja, enorm belangrijk! Ze vormen de basis van je functioneren als mens: op alle leefgebieden.
Leefgebieden
Leefgebieden zijn ‘onderdelen van je leven’.
Belangrijke onderdelen die maken of je als mens zelfstandig kan functioneren.
Of dat je in meer of mindere mate zorg en ondersteuning nodig hebt.
De basisvisie achter deze leefgebieden is het ‘holistisch mensbeeld’. We
onderscheiden de volgende leefgebieden:
1. Gezinsrelaties
2. Sociale relaties
3. Psychisch
4. Fysiek
8. Zingeving
7. Wonen
6. Financiën
5. Werk en
opleiding

14. 14
1. Gezinsrelaties
2. Sociale relaties
3. Psychisch
4. Fysiek
8. Zingeving
7. Financiën
6. Werk en
opleiding
5. Wonen
Hoe zijn de relaties met de mensen ‘waar je vandaan komt’? Heb je je veilig kunnen
hechten? Ben je veilig opgegroeid en heb je nu een veilige gezinssituatie? Hoe is de
relatie met moeder, vader, broers, zussen en kinderen?
Een mens zonder mens, is geen mens. Wat ben je als je niemand hebt? Welke sociale
relaties heb je nu? Hoe is het contact met familie, vrienden en buren? Zijn ze er voor je?
Hoe is je psychische, mentale gesteldheid? Hoe is je geheugen? Je stemming? Hoe is het
met je interesse en sociale contacten? Last van angsten, spanningen, zwaarmoedigheid?
Hoe is je fysieke gesteldheid? Hoe fysiek fit ben je? Kan je voor jezelf zorgen (ADL)? Zorg
je goed voor je lichaam? Hoe is je algemene gezondheidstoestand?
Hoe zijn je woonomstandigheden? Kan je voor jezelf zorgen wanneer je ‘op jezelf woont’?
Hoe ontwikkel je je? Kan je leren en groeien? Heb je werk waarmee je in je
levensonderhoud kunt voorzien?
Hoe is de financiële situatie? Heb je een kloppende huishoudportemonnee? Of zijn er
schulden?
Hoe sta je zelf in het leven? Ben je zoekende in het ‘waarom ben ik hier op aard?’ Of heb je
vaste grond onder de voeten? Heb je houvast aan je geloof? Ben je veerkrachtig?
Levenslust? Ben je doelgericht en actiebereid?
Wat?

15. 15
Holistisch mensbeeld
Het holistisch mensbeeld komt van Holisme. Dit Holisme komt weer voort uit het Griekse woord “Holos”, dat wereld
betekent. Holisme is een begrip dat wijst op een groter geheel, waarvan het kleinere een onderdeel is. Het gaat dus
over samenhang. Alle leefgebieden hangen met elkaar samen. Het één kan niet zonder het ander. Wanneer er iets met
één leefgebied is, dan heeft dat effect op andere leefgebieden.
Wat?

16. 16
Gericht op groei: ieder mens wil groeien, maar er is wel een basis voor nodig
Op basis van de uitgangspunten van het holistisch mensbeeld is verder onderzoek gedaan.
Bijvoorbeeld door Abraham Maslov (1908-1970). Maslov stelde vast dat ieder mens wil
groeien en ontwikkelen (zelfontplooiing), maar dat daar wel voorwaarden aan verbonden zijn.
Hij ontwikkelde de ‘piramide van Maslov’:
1. Fysiologische behoeften zoals eten, drinken, beweging
2. Behoefte aan veiligheid: een dak boven je hoofd hebben, een eigen
plek hebben. In hoeverre heb je je veilig gevoeld bij je ouders en
ben je beschermd?
3. Behoefte aan sociaal contact: de behoefte om ergens bij, bij
iemand, te horen, liefde te ontvangen.
4. Behoefte aan waardering – acceptatie – achting: werden er
complimentjes gemaakt toen je jong was? Werd je als kind
gewaardeerd in wie je werkelijk was?
5. Behoefte aan zelfontplooiing: dit proces is pas mogelijk wanneer je
voldoende kracht hebt meegekregen in de eerste vier niveaus.
6. Als bovenste niveau wordt ook vaak getoond ‘hetgeen de mens
overstijgt’, het Goddelijke. Dat wat groter is dan wij.
Wat?

17. 17
Gericht op groei: ieder mens wil groeien, maar er is wel een basis voor nodig
Dit is dus een belangrijke basiswaarde: ieder mens wil groeien en zich ontwikkelen.
Ieder mens streeft daar ook naar. Maar niet altijd lukt dat. Als het niet lukt, zijn niet alle voorwaarden aanwezig om te
kunnen groeien. Bij Novire gaan we ervanuit dat iedereen wil groeien en ieder mens – iedere burger –
er in de basis ook toe in staat is. In een gebroken wereld gaan dingen
soms anders. Dan is zorg en ondersteuning nodig.
Maar alleen vanuit de waarde dat iemand het zelf kan, in welke vorm
en mate dan ook.
Wat?

18. 18
Veilige hechting in je gezin: nog belangrijker dan eten?
Bij Maslov is de onderste laag in de piramide de ‘fysiologische behoefte’. Eten,
drinken, kunnen ademen. Maslov werkte samen met Harlow (1905-1981). Harlow is
bekend geworden door zijn onderzoek naar baby-aapjes. Deze moesten kiezen
tussen twee kunstmoeders, de een met voedsel, de ander met vacht. De aapjes
kozen consequent voor de moeder met vacht: voor de ‘warme moeder’.
De uitkomst: voor hechting is voedsel alleen niet genoeg. We hebben warmte nodig
van de mensen waarvan we vandaan komen, vanuit onze gezinsrelaties.
Behoefte aan een veilige hechting, aan een veilige relatie in het
gezin waar je vandaan komt, is misschien dus nog wel
belangrijker dan eten en drinken voor een mens.
In de zorg weten we dat vaak niet of weten we niet goed wat we
daarmee moeten doen. Liever gaan we praktisch aan de slag op
de andere leefgebieden dan aandacht hieraan te geven.
Wat?

19. 19
Waar richten we ons op? Een logische ordening van de leefgebieden
Nu je hebt gelezen over Maslov en Harlow is het belangrijk om de piramide en de
aapjes in je achterhoofd te houden. We gaan terug naar onze leefgebieden. Waar
richten we ons op in de zorg?
Als we naar de piramide van Maslov en de aapjes van Harlow kijken is dit een
logische ordening van de leefgebieden:
1. Het belangrijkste is een veilige hechting: een veilig
gezin. Dan hebben we een stevige basis om te staan in
het leven. Om zelfstandig te zijn. Heb je geen veilige
hechting gehad, dan heb je het een heel stuk pittiger in
het leven. Je kan wel zelfstandig zijn en worden, maar
het kost je veel meer moeite en pijn.
2. Dan heb je relaties nodig. Je bent geen mens zonder een
mens. Eenzaamheid is vreselijk. Als mensen hebben we
elkaar nodig.
Wat?

20. 20
3. Hebben we een veilige basis en hebben we mensen op wie we
kunnen terugvallen, dan kunnen we tegen een stootje. Dat
kunnen we psychisch meer aan. We zijn minder vatbaar voor
verslavingen, voor onzekerheden, voor angsten, voor
depressies enzovoorts.
4. Zijn we psychisch gezonder, dan zijn we – heel vaak – ook
fysiek fitter. Lichaam en geest hangen met elkaar samen.
5. Zitten we goed in ons vel, voelen we ons veilig, dan kunnen we
beter en makkelijker leren en ons aanpassen. Dan kunnen we
uitdagingen beter aan en kunnen we effectiever zijn.
6. Hebben we werk, dan zal de financiële basis beter zijn.
7. Hebben we financiën, dan kunnen we makkelijker voor een
goede woonruimte zorgen.
8. En – dan zijn we terug bij Maslov – hebben we de basis op
orde, dan is er ruimte voor groei en ontwikkeling. Door
zingeving in ons leven staan we steviger, hebben we meer
veerkracht; weten we waartoe we op aarde zijn en kunnen we
daardoor doelgerichter zijn.
Wat?

21. 21
Hoe gaat het vaak in de praktijk?
In de praktijk kan het op alle leefgebieden mis gaan. Soms heb je even een korte
ondersteuning nodig op één van de leefgebieden. Misschien omdat je even een
wond hebt die verzorgd moet worden. Wanneer je op alle leefgebieden gaat
‘schuiven’, kunnen de gevolgen groot zijn. Zo is hoe het kan gaan:
1. Er kunnen momenten in je leven zich voordoen
(bijvoorbeeld bij de overgang naar een andere
levensfase) waarbij vraagstukken uit je verleden weer
opspelen. Gebeurtenissen in het leven kunnen je in de
war brengen. Hierdoor komen gezinsrelaties
2. en sociale relaties onder druk te staan. Gezinnen vallen
uiteen, het komt helaas steeds vaker voor.
3. Psychisch lijden ontstaat: angsten, verslavingen.
4. Daardoor neemt de fysieke gesteldheid ook af.
5. Je komt te laat op je werkt. Te vaak. Je verliest je baan.
Wat?

22. 22
6. De financiën komen ernstig onder druk te staan.
Wel kosten en veel minder of geen inkomsten
meer. Schulden lopen op.
7. Je kunt de huur of de hypotheek niet meer
betalen. Huisuitzetting volgt.
8. Je vraagt je af waarom jou dit moet overkomen.
Je raakt de vaste grond onder je voeten kwijt.
Een dramatisch verhaal
Een nogal dramatisch verhaal, zal je misschien denken.
Maar het komt vaak voor en de directeur van het Leger
des Heils zei eens tegen mij: ‘het komt vaker en sneller
voor dan je denkt’. Er hoeft maar iets te gaan wankelen
in je leven en – als je geen sterk sociaal netwerk hebt –
dan zijn de leefgebieden net domino-steentjes. Om een
domino-effect te voorkomen, is het belangrijk om goed
te weten hoe de leefgebieden met elkaar samenhangen
en het zicht te krijgen op het totaal.
Voor iedereen anders
Uiteraard is ieders verhaal anders. Niet bij iedereen is er op
alle leefgebieden iets aan de hand. Veel vaardigheden en
compensatievermogen op één leefgebied maakt dat je
misschien andere leefgebieden kunt compenseren. Mensen
kunnen heel sterk en veerkrachtig zijn.
Naast zicht op het totaal is het in beeld krijgen van de
zelfstandigheid maatwerk: ieder mens heeft weer een andere
combinatie van uitkomsten per leefgebied.
Wat?

23. 23
De manier waarop er in de Qsuite met
rollen wordt omgegaan is voor alle
medewerkers in de organisatie belangrijk.
Het vormt namelijk de basis van het
werken in de Qsuite.
Wie?

24. 24
1 Waar zie je welke personen er in de Qsuite al
geregistreerd staan?
1. Open het overzicht van personen en dossiers (Zoek
personen en dossiers vanaf je startpagina of onder
Mijn Menu > Dossiers). Het inladen van het overzicht
duurt bij veel personen wel even. Wacht daar op en laat
het overzicht verder open staan. Open dossiers met
een klik op je rechtermuisknop.
2. Zoek iemand op door in het zoekveld rechts bovenin
een deel van de naam, van het adres, van de
geboortedatum in te vullen. Je hoeft dus niet te
sorteren op alfabetische volgorde, maar typ een deel en
het systeem filtert alle opties er voor je uit. Vanaf drie
letters en/of cijfers zal de Qsuite gaan filteren.
Hoe ongeveer?

25. 25
2 Hoe zoek ik iemand op? En hoe controleer ik of
iemand al bestaat?
Hoe ongeveer?
1. Bekijk – voordat je een nieuwe persoon aanmaakt – altijd of een persoon al bestaat.
2. Open het overzicht van personen en dossiers (Zoek personen en dossiers vanaf je startpagina of onder Mijn
Menu > Dossiers). Het inladen van het overzicht duurt bij veel personen wel even. Wacht daar op en laat het
overzicht verder open staan.
3. Klik in het zoekscherm van deze personenpagina en typ daar een deel van de naam, het adres en/of de
geboortedatum in.
4. Bestaat de persoon al? Maak dan geen nieuwe persoon aan.

26. 26
3 Hoe maak ik een nieuwe persoon aan?
Hoe ongeveer?
1. Bestaat de persoon nog niet? Klik dan op de
blauwe knop rechtsboven met ‘nieuwe persoon’.
2. Nu controleer je zelf of een persoon al bestaat. We
werken aan een nieuwe functie in de Qsuite
waarbij de Qsuite ook met jou zal meedenken. De
Qsuite zal – op het moment dat je een nieuwe
persoon aanmaakt – kijken of de naam lijkt op een
al bestaande naam. Je zult dan terugkrijgen van de
Qsuite of je mogelijk dezelfde persoon aanmaakt.
3. Bestaat de persoon nog niet, vul dan nieuwe
persoonsgegevens in. De rode velden zijn
verplicht.

27. 27
4 Hoe maak ik een nieuwe persoon aan? Deel 2
Hoe ongeveer?
1. Een persoon kan een dossier hebben. Dat hoeft
niet, maar kan wel.
2. Wanneer je eerst een persoon aanmaakt, zoals in
de vorige slide, dan kan je daarna een dossier
toewijzen aan de persoon (zie volgende slide).
3. Er is ook een andere om een persoon aan te
maken en dat is door een dossier aan te maken.
Wanneer je een klant-, vrijwilligers- of
medewerkersdossier aanmaakt, dan maak je ook
automatisch een persoon aan.

28. 28
5 Hoe zie ik of iemand een dossier heeft (gehad)?
Hoe ongeveer?
1. Wanneer je een persoon hebt aangemaakt, kan je
een dossier aan de persoon toewijzen.
2. Iemand kan één of meerdere dossiers hebben.
Tegelijkertijd of ook na elkaar.
3. Als iemand een actueel dossier heeft, zie je dat op
de zoek-personen-en-dossiers-pagina aan de
blauwe knop. De naam van het dossier staat er in.
Het kunnen meerdere dossiers zijn.
4. Heeft iemand een afgesloten dossier dan zie je dat
door te klikken op bewerken. Klik dan op het tabje
Klantdossiers. Dan zie je daar welke klant- en/of
medewerkersdossiers iemand heeft (gehad).

29. 29
6 Hoe zie ik of iemand een dossier heeft (gehad)?
Hoe ongeveer?
1. Het is ook mogelijk om naar het archief te gaan
van klanten of van medewerkers. De beheerder
kan dat.
2. In het archief staan alle dossiers die afgesloten
zijn in het verleden. Daar kunnen dossiers
‘hersteld’ worden. Klik je op herstellen, dan wordt
het dossier weer zichtbaar in de ‘zoek-personen-
en-dossiers-pagina’.

30. 30
7 Hoe geef ik iemand een dossier?
Hoe ongeveer?
1. Je kunt een nieuw dossier geven of een dossier
heropenen.
2. Kijk altijd eerst of iemand al een dossier van
hetzelfde type heeft gehad. Is dat zo? Heropen dan
het bestaande dossier door de afsluitdatum te
verwijderen. Het dossier zal dan weer geactiveerd
worden. Je werkt nu verder in het bestaande
dossier.
3. Je kunt ook een nieuw leeg dossier toevoegen.
Doe dat in ieder geval wanneer iemand vanuit een
andere rol een dossier krijgt. Dus: meneer heeft al
een dossier als mantelzorger gehad en meldt zich
nu als hulpvrager: dan een nieuw leeg dossier.
Meldt meneer zich weer als mantelzorger, heropen
dan het bestaande dossier.

31. 31
8 Hoe sluit ik een dossier?
Hoe ongeveer?
1. Je sluit een dossier door de afsluitdatum in te
vullen.
2. De tijd mag ingevuld worden, maar dat hoeft
niet.

32. 32
9 Hoe leg ik een sociale relatie vast in een dossier van
een klant?
Hoe ongeveer?
1. Open een dossier van een klant. Dit kan dus
de mantelzorger zijn, de hulpvrager, de
jongere, de senior. Wat er ook maar bij de
inrichting bepaald is voor jouw organisatie.
2. Open het dossier door met de
rechtermuisknop op de blauwe knop te
drukken. Het dossier opent zich in een tweede
tabblad en de ‘zoek-personen-en-dossiers-
pagina’ blijft geopend (dat scheelt wachttijd).
3. Kies in het dossier voor Personalia > Sociale
relaties.
4. Klik op ‘nieuwe relatie toevoegen’.

33. 33
9 Hoe leg ik een sociale relatie vast in een dossier van
een klant?
Hoe ongeveer?
1. Leg de relatietype vast.
2. Kies uit de lijst met familie,
vertegenwoordigers, vrienden, kennissen
en buren.
Familie
Broer | Zus
Ex-partner
Zoon | Dochter
Moeder
Partner
Vader
Schoonzoon | Schoondochter
Schoonouders
Schoonzus | Zwager
Kleinzoon | Kleindochter
Overige naaste familie
Wettelijk vertegenwoordiger
Curator | Mentor
Echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel
Gevolmachtigde
Ouder, kind, broer of zus
Voogd
Vrienden
Kennissen
Buren

34. 34
10 Hoe leg ik een samenwerkingsrelatie vast in een
dossier van een klant?
Hoe ongeveer?
1. Leg de relatietype vast.
2. Kies uit de lijst van de formele zorg.

35. 35
11 Hoe leg ik een ketenpartner vast?
Hoe ongeveer?
1. Dit doe je als beheerder.
2. Een ketenpartner is een organisatie waarmee je samenwerkt.
3. Ga naar Beheer > Instellingen > Ketenpartners. Voeg daar
een nieuwe ketenpartner toe.
4. De link naar de contactpersonen volgt binnenkort.

36. 36
12 Hoe leg ik een samenwerkingsrelatie gekoppeld aan
een ketenpartner vast?
Hoe ongeveer?
Volgt binnenkort.

37. 37
Wil je meer weten?
Voor een heel aantal acties en handelingen rondom dit onderwerp hebben we in detail uitgewerkt hoe het werkt.
We hebben handleidingen gemaakt voor ieder specifiek onderdeel. Over het Meten bijvoorbeeld, of het
Rapporteren. In deze handleidingen vind je meer informatie. Daarna kan je – desgewenst – nog een stapje
verder gaan door ook instructies te bekijken, want daar staat precies hóe je in de Qsuite kan werken.
Bekijk je de handleiding, dan vind je daar ook de verwijzingen naar de instructies.
Op de volgende vragen hebben we antwoord gegeven:
Naam instructie | Dit moet je weten om goed in de Qsuite te werken! [Handleiding] [Video]
1. Hoe kan ik op de Qsuite inloggen? Klik hier Volgt nog
2. Hoe kan ik een klantdossier openen? Klik hier Volgt nog
3. Hoe kan ik een klantdossier aanmaken en toewijzen? Klik hier Volgt nog
4. Hoe kan ik een medewerkersdossier openen? Klik hier Volgt nog
5. Hoe kan ik een medewerkersdossier aanmaken en toewijzen? Klik hier Volgt nog
6. Hoe kan ik mijn afdelingspagina openen? Klik hier Volgt nog
7. Hoe kan ik communiceren binnen de Qsuite? Klik hier Volgt nog
8. Hoe wijzig ik mijn wachtwoord? Klik hier Volgt nog
9. Hoe maak ik een systeemdossier? Klik hier Volgt nog
10. Waar vind ik instructies en handleidingen over de Qsuite? Klik hier Volgt nog
Hoe precies?

38. 38
Naam handleiding [Handleiding] [Video]
10. Wat zijn audits en toetsingen en hoe voer ik deze uit voor de klant? Klik hier Volgt nog
11. Wat zijn documenten en hoe beheer ik die voor de klant? Klik hier Volgt nog
12. Wat is het kwaliteitssysteem en hoe werkt dat voor de klant? Klik hier Volgt nog
13. Wat is (vanuit het kwaliteitssysteem) melden en hoe doe ik dat? Klik hier Volgt nog
14. Wat zijn (vanuit het kwaliteitssysteem) processen en wat doe ik daarmee voor de klant? Klik hier Volgt nog
15. Wat zijn (vanuit het kwaliteitssysteem) risicoanalyses en wat doe ik daarmee voor de klant? Klik hier Volgt nog
16. Wat is (vanuit het kwaliteitssysteem) de jaarplanning en wat doe ik daarmee voor de klant? Klik hier Volgt nog
17. Wat is (vanuit het kwaliteitssysteem) de beoordeling en wat doe ik daarmee voor de klant? Klik hier Volgt nog
18. Wat zijn dashboards en rapportages en wat doe ik daarmee voor de klant? Klik hier Volgt nog
19. Wat is maatschappelijk resultaat verantwoorden en hoe doe ik dat voor de klant? Klik hier Volgt nog
Naam handleiding [Handleiding] [Video]
1. Wat is meten en hoe doe ik dat in de informele zorg? Klik hier Volgt nog
2. Wat is een plan opstellen en hoe doe ik dat? Klik hier Volgt nog
3. Wat is een indiceren en hoe doe ik dat? Klik hier Volgt nog
4. Wat is plannen en hoe doe ik dat? Klik hier Volgt nog
5. Wat moet ik aan personeelsmanagement regelen voor mijn klant? Klik hier Volgt nog
6. Wat is rapporteren en hoe doe ik dat? Klik hier Volgt nog
7. Wat is registreren en hoe doe ik dat? Klik hier Volgt nog
8. Wat is declareren en hoe doen we dat? Klik hier Volgt nog
9. Wat is budgetbeheer en -controle en hoe doe ik dat voor de klant? Klik hier Volgt nog
Voor de volgende andere onderwerpen zijn er handleidingen beschikbaar voor de
informele zorg
Hoe precies?

39. 39
Naam handleiding [Handleiding] [Video]
10. Wat zijn audits en toetsingen en hoe voer ik deze uit voor de klant? Klik hier Volgt nog
11. Wat zijn documenten en hoe beheer ik die voor de klant? Klik hier Volgt nog
12. Wat is het kwaliteitssysteem en hoe werkt dat voor de klant? Klik hier Volgt nog
13. Wat is (vanuit het kwaliteitssysteem) melden en hoe doe ik dat? Klik hier Volgt nog
14. Wat zijn (vanuit het kwaliteitssysteem) processen en wat doe ik daarmee voor de klant? Klik hier Volgt nog
15. Wat zijn (vanuit het kwaliteitssysteem) risicoanalyses en wat doe ik daarmee voor de klant? Klik hier Volgt nog
16. Wat is (vanuit het kwaliteitssysteem) de jaarplanning en wat doe ik daarmee voor de klant? Klik hier Volgt nog
17. Wat is (vanuit het kwaliteitssysteem) de beoordeling en wat doe ik daarmee voor de klant? Klik hier Volgt nog
18. Wat zijn dashboards en rapportages en wat doe ik daarmee voor de klant? Klik hier Volgt nog
19. Wat is maatschappelijk resultaat verantwoorden en hoe doe ik dat voor de klant? Klik hier Volgt nog
Naam handleiding [Handleiding] [Video]
1. Wat is meten en hoe doe ik dat? Klik hier Volgt nog
2. Wat zijn dossiers en hulpvragen en hoe beheer ik die? Klik hier Volgt nog
3. Wat is hulpvraag en hulpaanbod en hoe match ik die? Klik hier Volgt nog
4. Wat zijn activiteiten en hoe beheer en plan ik die? Klik hier Volgt nog
5. Wat moet ik aan personeelsmanagement regelen voor mijn klant? Klik hier Volgt nog
6. Wat is relatiemanagement en hoe doe ik dat? Klik hier Volgt nog
7. Wat is registreren en rapporteren van activiteiten en matches en hoe doen we dat? Klik hier Volgt nog
9. Wat is budgetbeheer en -controle en hoe doe ik dat voor de klant? Klik hier Volgt nog
Voor de volgende andere onderwerpen zijn er handleidingen beschikbaar voor de
formele zorg
Hoe precies?

40. 40
Naam handleiding [Handleiding] [Video]
9. Hoe kan ik een periodieke meting openen? Klik hier Volgt nog
10. Hoe kan ik een periodieke meting afronden? Klik hier Volgt nog
11. Hoe kan ik een periodieke meting verwijderen? Klik hier Volgt nog
12. Hoe kan ik de uitkomsten van de metingen bekijken? Klik hier Volgt nog
13. Hoe kan ik een zelfstandigheidsmeting vullen? Klik hier Volgt nog
14. Hoe kan ik een ontwikkelings-vragenlijst voor kind en jeugd invullen? Volgt nog Volgt nog
15. Hoe kan ik de kwaliteit van leven meten? Volgt nog Volgt nog
16. Hoe kan ik risico’s meten? Volgt nog Volgt nog
17. Hoe kan ik het medicatiebeheer meten? Volgt nog Volgt nog
18. Hoe kan ik de HCR-veiligheidsmeting uitvoeren? Volgt nog Volgt nog
Naam instructie [Instructie] [Video]
1. Hoe vul ik administratieve gegevens in het dossier van de klant? Klik hier Volgt nog
2. Hoe kan ik metingen en registraties invoeren, opslaan en bekijken? Klik hier Volgt nog
3. Hoe kan ik de biografie vastleggen? Klik hier Volgt nog
4. Hoe kan ik de levenslooplijn vastleggen en bekijken? Klik hier Volgt nog
5. Hoe kan ik gedragskenmerken vastleggen? Volgt nog Volgt nog
6. Hoe kan ik sociale relaties vastleggen? Volgt nog Volgt nog
7. Hoe kan ik de waarden en wensen van de klant vastleggen? Klik hier Volgt nog
8. Hoe kan ik periodieke metingen plannen? Klik hier Volgt nog
Voor de volgende andere onderwerpen zijn er instructies
beschikbaar voor het meten
Hoe precies?

41. 41
Naam instructie [Instructie] [Video]
19. Hoe kan ik de belasting bij de mantelzorger meten? Volgt nog Volgt nog
20. Hoe kan ik de kwaliteit van de zorg of begeleiding (tevredenheid) meten? Volgt nog Volgt nog
21. Hoe gebruik ik een incidentele meting, zoals de meldcode? Volgt nog Volgt nog
22. Hoe kan ik de meldcode gebruiken? Volgt nog Volgt nog
Hoe precies?

42. 42
Hoe kunnen we verder helpen?
Heb je meer vragen?
Klik op de zwarte knop links op je scherm.
Zoek daarna een vraag en antwoord in onze ‘veelgestelde
vragen-database’.
Staat jouw vraag er niet tussen? Of is het antwoord nog
niet voldoende?
Stuur dan een vraag naar onze servicedesk via deze knop.
Of neem per telefoon contact met ons op.

43. 43
De leer- en werkomgeving Qsuite worden mogelijk gemaakt en onder licentie uitgebracht door
de Novire, kenniscentrum.
Novire doet dit onder andere door middel van de Improvement Academy.
De Improvement Academy ontwikkelt en beheert opleidingen in de Qsuite-leeromgeving op
basis van het landelijk door de Raad voor Accreditatie geaccepteerde Improvement Model.