SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  70
De organisatie
en haar reputatie
5 Communicatie & media
Organisatiecommunicatie
Opdracht: spinnenwebmethode
▪ Doorloop per klasteam de
spinnenwebmethode als
stakeholders van campus Sint-
Jacobsmarkt van de Secundaire
Handelschool Sint-Lodewijk
▪ Rapporteer en presenteer de
resultaten, inclusief een concreet
stappenplan
▪ Planning en deadlines:
▪ Donderdag 2 februari: voorstelling
opdracht
▪ Donderdag 23 februari: individuele
analyse
▪ Donderdag 9 maart: 1ste
teambijeenkomst
▪ Donderdag 20 april: inleveren rapport
▪ Donderdag 27 april: presenteren
resultaten
De organisatie en haar reputatie 2
Opdracht: identiteit en huisstijl
▪Ontwikkel een huisstijl voor je organisatie en maak een
huisstijlhandboek
▪Planning en deadlines:
▪Donderdag 2 februari: voorstelling opdracht
▪Donderdag 16 maart: versie 1 met identiteit en (gewenst) imago
▪Donderdag 20 april: versie 2 met visuele identiteit
▪Donderdag 11 mei: versie 3: met huisstijldragers
▪Dinsdag 30 mei en donderdag 1 juni: presentatie huisstijlhandboek.
De organisatie en haar reputatie 3
Inhoud
▪ Inleiding
▪ Identiteit
▪ Imago
▪ Reputatie
▪ Huisstijl
De organisatie en haar reputatie 4
Inleiding
▪ Aantal organisatiemerken stijgt constant
▪ Sommige organisatiemerken hebben zichtbare relatie tussen
product/dienst en organisatie
▪ Alle communicatie wordt onder één noemer opgeslagen
▪ Mensen zijn zelden objectief = selectieve perceptie
▪ Perceptie stuurt effectiviteit van organisatiebeslissingen
▪ Authentieke identiteit helpt voor goede organisatiecommunicatie
De organisatie en haar reputatie 5
Inhoud
▪ Inleiding
▪ Identiteit:
▪ Soorten identiteit
▪ Corporate identity mix
▪ Identiteitsstructuren
▪ In de praktijk
▪ Imago
▪ Reputatie
▪ Huisstijl
De organisatie en haar reputatie 6
Identiteit
▪ Het ‘zijn’ van een organisatie
▪ Pas communiceren na duidelijkheid
▪ Sterke identiteit:
▪ Sterke persoonlijkheid
▪ Speciale visie op ‘mens’ of branche
▪ Externe communicatie die intern trots maakt
▪ Trots op eigen prestaties
De organisatie en haar reputatie 7
(organisatie)merk = co-creatie
De organisatie en haar reputatie 8
Soorten identiteit
▪ Identiteit = wat een organisatie is en wat ze uitstraalt
▪ ”Wie zijn wij?”, ”Wie willen we zijn?”, ”Waar zijn we goed in?”
De organisatie en haar reputatie 9
Soorten identiteit v
▪‘De’ definitie bestaat in praktijk niet:
▪Gewenste identiteit
▪Gepercipieerde identiteit
▪Fysieke identiteit:
▪Toegepaste identiteit
▪Geprojecteerde identiteit
De organisatie en haar reputatie 10
Soorten identiteit w
▪ Gewenste identiteit:
▪ Wat leidinggevenden van organisatie graag zien
▪ Omdat (top)management bepalend is
▪ Niet noodzakelijk waar maar wel doel
▪ Intern
▪ Gepercipieerde identiteit (werkelijke identiteit of zelfbeeld):
▪ Ervaring van identiteit bij werknemers
▪ Intern
De organisatie en haar reputatie 11
Soorten identiteit x
▪Fysieke identiteit:
▪Uiterlijk en gedrag van organisaties
▪Uitgedrukt in:
▪Toegepaste identiteit: bewust en onbewuste signalen door
gedrag van interne stakeholders
▪Geprojecteerde identiteit: manier waarop organisatie zich
presenteert naar interne en externe stakeholders
De organisatie en haar reputatie 12
Verschillende visies op identiteit
De organisatie en haar reputatie 13
Corporate identity mix
▪Corporate identity mix =
persoonlijkheid die zich uit
in communicatie, gedrag en
symboliek
▪Consistentie en
authenticiteit = versterkend
▪https://www.youtube.com/
watch?v=l_AfXlR_gEU
De organisatie en haar reputatie 14
Persoonlijkheid
▪ Persoonlijkheid = kern van de organisatie en onderliggende basis voor
gedrag, communicatie en symboliek van organisatie
▪ Kernwaarden:
▪ Staan centraal
▪ Intern aftasten, voelen, zien, verkennen, benoemen …
▪ “Wat is ons DNA?”
▪ Verplicht om keuzes te maken
▪ Richtinggevend voor hele communicatie
De organisatie en haar reputatie 15
Persoonlijkheid v
▪ Liefst onderscheidend
▪ Vooral: doorleefd
De organisatie en haar reputatie 16
Gedrag
▪Gedrag = dagelijks
handelen van
organisatie
▪Meest bepalende
uiting
De organisatie en haar reputatie 17
De organisatie en haar reputatie 18
https://www.youtube.com/watch?v=1I2ZTpoqRYs
Gedrag v
▪Sterk bepalend voor beeldvorming
▪Zeker bij veelvuldig contact van medewerkers met stakeholders
▪You never get a second chance to make a first impression
▪Luister niet naar mijn woorden, kijk naar mijn daden
De organisatie en haar reputatie 19
Communicatie
▪Goed middel om persoonlijkheid te uiten
▪Zeg wat je doet en doe wat je zegt
▪Meest flexibele CI-instrument
▪Zie: 6CoM
De organisatie en haar reputatie 20
Symboliek
▪Visuele identiteit of huisstijl van organisatie
▪Sterk beïnvloedbaar en sterke controle door
organisatie
▪Zie: Huisstijl
De organisatie en haar reputatie 21
Identiteitsstructuren
▪3 identiteitsstructuren:
▪Monolithische identiteit
▪Onderschreven identiteit
▪Branded identiteit
▪Niet altijd even duidelijk
▪Niet slechter of beter dan
De organisatie en haar reputatie 22
Monolithische identiteit
▪ 1 naam en stijl voor moederbedrijf
en dochterbedrijven
▪ Voordeel:
▪ Presentatie als eenheid
▪ Lage introductiekost
▪ Nadeel:
▪ Idee van logge organisatie
De organisatie en haar reputatie 23
Onderschreven identiteit
▪Elke dochterorganisatie heeft eigen
stijl maar moederbedrijf blijft
zichtbaar
▪Fijne lijn tussen eenheid en
verscheidenheid
▪Parent visibility
De organisatie en haar reputatie 24
De organisatie en haar reputatie 25
Merkenidentiteit
▪ Alle dochterorganisaties zijn
zelfstandig
▪ Voordeel:
▪ Beperkt risico voor
moederorganisatie bij falen
▪ Indruk van meer keuze
▪ Nadeel:
▪ Meer marketingbudget nodig
De organisatie en haar reputatie 26
De organisatie en haar reputatie 27
BBT-formule
▪Belofte
▪Bewijs
▪Toonzetting
De organisatie en haar reputatie 28
Gapanalyse
▪Waar zit verschil
tussen identiteit en
imago?
▪Waar zijn
verbeterpunten?
De organisatie en haar reputatie 29
Gapanalyse v
▪3 gaps:
▪Gap 1: tussen gewenste
identiteit en werkelijke
identiteit
▪Gap 2: tussen gewenste
identiteit en fysieke identiteit
▪Gap 3: tussen gewenste
identiteit en huidig imago
De organisatie en haar reputatie 30
Golden circle
▪Waar staat organisatie voor:
▪Waarom (why):
▪ Waarin gelooft organisatie, wat drijft haar?
▪ Gekoppeld aan DNA, uitgedrukt in missie
▪Hoe (how):
▪ Hoe gedraagt organisatie zich?
▪ Waarin is ze anders of beter dan andere?
▪Wat (what):
▪ Wat zijn hun producten/diensten?
De organisatie en haar reputatie 31
Inhoud
▪Inleiding
▪Identiteit
▪Imago:
▪Imagoniveaus
▪Soorten imago’s
▪Imagofactoren
▪Relatie tussen identiteit en
imago
▪Reputatie
▪Huisstijl
De organisatie en haar reputatie 32
Imago
▪ Imago = beeld dat
stakeholders van
organisatie hebben
▪ Imago =
ontvangergebonden begrip
▪ Gewenst imago = beeld dat
organisatie wenst te
vestigen bij stakeholders
De organisatie en haar reputatie 33
Imagoniveaus
▪Productniveau: imago
van product
▪Merkniveau: imago van
merk
▪Bedrijfsniveau: imago
van onderneming
▪Brancheniveau: imago
van sector
De organisatie en haar reputatie 34
Soorten imago’s
▪Extern imago = beeld door externe stakeholders
▪Intern imago = beeld door interne stakeholders
▪Vermeend imago = (foute) veronderstelling van
interne stakeholder over extern imago
De organisatie en haar reputatie 35
Imagofactoren
▪ Eigen ervaring:
▪Persoonlijk
▪Eerste contacten
▪Online of offline
▪Positief of negatief
▪ Berichten in traditionele media:
▪Online of offline
▪Positief of negatief
▪ Verhalen van anderen:
▪Mond-tot-mond-reclame
▪Online of offline
▪Positief of negatief
▪ Betaalde communicatie:
▪Online of offline
▪Altijd positief
De organisatie en haar reputatie 36
Relatie tussen identiteit en imago
▪Imagoprobleem?
▪Eerst gewenste
identiteit oplossen
▪Identiteit =
zendergebonden
begrip
▪Constante
wisselwerking
De organisatie en haar reputatie 37
AND (LET
SOMEBODY
ELSE) TELL IT
BE
GOOD
Spanningsveld organisatiecommunicatie
Feitelijke
identiteit
Gewenste
identiteit
Feitelijk imago Gewenst imago
De organisatie en haar reputatie 38
Spanningsveld organisatiecommunicatie v
▪Bedrijfsimago >
bedrijfsidentiteit:
▪Gunstig maar gevaarlijk
▪Organisatie kan door mand
vallen
▪Bedrijfsimago <
bedrijfsidentiteit:
▪Organisatie benut kansen niet
▪Goed bezig maar weinig klanten
▪Bedrijfsimago =
bedrijfsidentiteit:
▪Optimale situatie
▪Blijven bewaken
▪Geen bedrijfsimago:
▪Onbekend is onbemind
▪Naambekendheid verkrijgen
▪Dan imago vormen
De organisatie en haar reputatie 39
Inhoud
▪ Inleiding
▪ Identiteit
▪ Imago
▪ Reputatie:
▪ Reputatiemanagement
▪ Reputatieprofiel
▪ In de praktijk
▪ Huisstijl
De organisatie en haar reputatie 40
Merk van de week
De organisatie en haar reputatie 41
Reputatie
▪Reputatie = imago door
de jaren heen bij
verschillende
stakeholdersgroepen
▪Sterke reputatie biedt
voordelen
De organisatie en haar reputatie 42
Bonding & bridging
▪Bonding:
▪Mensen/groepen die het met
organisatie eens zijn binden aan merk
▪Mensen/groepen binden aan elkaar
▪Bridging:
▪Brug vormen tussen mensen/groepen
die niet met elkaar eens zijn
▪Open dialoog voeren met alle groepen
De organisatie en haar reputatie 43
Reputation economy, reputation management
▪Vertrouwen
winnen bij
stakeholders
▪Trust Me ->
Show Me
De organisatie en haar reputatie 44
Reputatieprofiel: RepTrak
▪Producten en
diensten
▪Innovatie
▪Werkplek
▪Burgerschap
▪Bestuur
▪Leiderschap
▪Prestatie
De organisatie en haar reputatie 45
Reputatieprofiel: RepTrak v
▪Esteem, admire, trust, feeling
▪Reputatie =
▪Emotionele aantrekkingskracht
▪Maatschappelijke relevantie
▪Maatschappelijke meerwaarde
▪Excellente communicatie
De organisatie en haar reputatie 46
Een goede reputatie …
Theorie van de public relations 47
Sterkte-zwakte analyse
Theorie van de public relations 48
Positioneren met een USP
▪USP:
▪Unique Selling Proposition of Unique Selling Point
▪Unieke en onderscheidend kenmerk van dienst, product of organisatie
▪Goede USP:
▪Vanuit standpunt klant
▪Vanuit aankoopreden klant
▪Vanuit keuze klant
De organisatie en haar reputatie 49
Positioneren met een USP v
▪USP generiek geworden voor:
▪USP: https://www.youtube.com/watch?v=UssiEmKmyak
▪ESP: https://www.youtube.com/watch?v=uLaBAu86JBo
▪OSP: http://www.youtube.com/watch?v=SSqypfMbqgI
▪BSP: https://www.youtube.com/watch?v=BatLOwDlckg
▪MSP: https://www.youtube.com/watch?v=ZPnbCC-puo0
▪Slogan verwijst vaak naar USP
De organisatie en haar reputatie 50
Inhoud
▪ Inleiding
▪ Identiteit
▪ Imago
▪ Reputatie
▪ Huisstijl:
▪ Niveaus van huisstijl
▪ Huisstijlelementen
▪ In de praktijk
De organisatie en haar reputatie 51
Huisstijl
▪Huisstijl =
totale visuele
presentatie
van een
organisatie
De organisatie en haar reputatie 52
Huisstijlelementen
▪Naam/logo
▪Kleurgebruik
▪Typografie
▪Vormentaal
▪Baseline en slagzin
▪Beeldgebruik
De organisatie en haar reputatie 53
Logo
▪Woordbeeld
▪Beeldmerk
▪Combinatie van
woordbeeld en
beeldmerk
De organisatie en haar reputatie 54
Woordmerk
▪Bedrijfsnaam of
vereenvoudiging of
afkorting ervan
▪Bijzondere
schrijfwijze
De organisatie en haar reputatie 55
Beeldmerk
▪Symbolisch herkenningsteken
▪Icoon: gestileerde vlakke voorstelling die sterk lijkt op object
waarnaar zij verwijst
▪Index: verwijst naar activiteiten of andere aspecten
▪Symbool: abstracte verwijzing naar visie of kapstok voor visie,
met meer impact op LT
De organisatie en haar reputatie 56
Eisen aan een logo
▪Eenvoudig en tijdloos zijn
▪Aandacht trekken en vervolgens een indruk nalaten
▪Er uniek en onderscheidend uitzien
▪Een weerspiegeling zijn van gewenst imago
▪Op klein formaat, in één kleur, in lijnwerk, enz. functioneren
▪https://www.youtube.com/watch?v=03V5D2hS-h8
De organisatie en haar reputatie 57
Kleurgebruik
▪Kleurgebruik is geen exacte
wetenschap
▪3 waarden:
▪Symbolische waarde: per cultuur en
tijd
▪Emotionele waarde: per individuele
gemoedstoestand, leeftijd en
referentiekader
▪Signaalwaarde: per afspraak
De organisatie en haar reputatie 58
Kleursystemen
▪ RGB
▪ CMYK
▪ Pantone
▪ RAL
De organisatie en haar reputatie 59
Typografie
▪ Legt vast welke lettertypes een
organisatie gebruikt
▪ 2 vormen:
▪ Voor belettering
▪ Voor tekst
▪ Verschillende voor online en
offline
De organisatie en haar reputatie 60
Vormtaal
▪Vaste vormen
en/of lijnenspel
▪Vormt eenheid
met andere
elementen
De organisatie en haar reputatie 61
Baseline, slagzin, descriptor
▪ Baseline: zin die kort en bondig communiceert waarvoor merk staat
▪ Descriptor: korte uitleg van wat organisatie is/doet
▪ Slagzin: verduidelijkt positionering van organisatie
De organisatie en haar reputatie 62
De organisatie en haar reputatie 63
Beeldgebruik
▪ Fotografie verbindt associaties en emoties aan merk
De organisatie en haar reputatie 64
In de praktijk
▪Centrale bewaking
huisstijl = essentieel
▪Taak voor
communicatiedienst
▪D.m.v.
huisstijlhandboek
De organisatie en haar reputatie 65
Huisstijldragers
▪ Toepassingen van huisstijl
▪ Tastbare
▪ Niet-tastbare
De organisatie en haar reputatie 66
Omgevingspsychologie
▪ Licht, muziek, kleur en geur kunnen emoties stakeholders beïnvloeden
De organisatie en haar reputatie 67
Geurmarketing
▪Reukzin beïnvloedt 75 % van onze
dagelijkse emoties
▪3 soorten geuren:
▪Marketinggeur: stimuleert de verkoop
▪Productgeur: geur van product zelf
▪Omgevingsgeur: bewuste of onbewuste geur uit
omgeving
De organisatie en haar reputatie 68
Geurmarketing v
▪Geurmarketing =
▪Sturen van omgevingsgeur
▪Gekoppeld aan merkidentiteit
▪Versterkt de merkaspecten
▪Behaagt consument en
werknemer
▪Versterkt beleving op events
De organisatie en haar reputatie 69
Einde

Contenu connexe

Similaire à De organisatie en haar reputatie

Corporate Your Yocial
Corporate Your Yocial Corporate Your Yocial
Corporate Your Yocial
Patric Kint
 
Personal branding netwerkbijeenkomst 5 september 2012
Personal branding netwerkbijeenkomst 5 september 2012Personal branding netwerkbijeenkomst 5 september 2012
Personal branding netwerkbijeenkomst 5 september 2012
maaikegulden
 
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
PRDESQ
 

Similaire à De organisatie en haar reputatie (20)

Corporate Your Yocial
Corporate Your Yocial Corporate Your Yocial
Corporate Your Yocial
 
Ja Ik Wil Leads 02 11 10 Totaal
Ja Ik Wil Leads 02 11 10 TotaalJa Ik Wil Leads 02 11 10 Totaal
Ja Ik Wil Leads 02 11 10 Totaal
 
Communicating Identity
Communicating IdentityCommunicating Identity
Communicating Identity
 
Asap
AsapAsap
Asap
 
C31 college 2
C31 college 2C31 college 2
C31 college 2
 
Braenworks Linkedin workshop voor creatieve professionals
Braenworks Linkedin workshop voor creatieve professionalsBraenworks Linkedin workshop voor creatieve professionals
Braenworks Linkedin workshop voor creatieve professionals
 
Personal branding netwerkbijeenkomst 5 september 2012
Personal branding netwerkbijeenkomst 5 september 2012Personal branding netwerkbijeenkomst 5 september 2012
Personal branding netwerkbijeenkomst 5 september 2012
 
Activiteitsdomeinen van de pr
Activiteitsdomeinen van de prActiviteitsdomeinen van de pr
Activiteitsdomeinen van de pr
 
Hs zuyd cm externe com december 2013
Hs zuyd cm externe com december 2013Hs zuyd cm externe com december 2013
Hs zuyd cm externe com december 2013
 
Presentatie personal &amp; corporate Branding
Presentatie personal &amp; corporate BrandingPresentatie personal &amp; corporate Branding
Presentatie personal &amp; corporate Branding
 
Socialmedia eva
Socialmedia evaSocialmedia eva
Socialmedia eva
 
My reputation slideshare november 2010
My reputation slideshare november 2010My reputation slideshare november 2010
My reputation slideshare november 2010
 
Voka Online Event - Connecteren in een digitale wereld
Voka Online Event - Connecteren in een digitale wereldVoka Online Event - Connecteren in een digitale wereld
Voka Online Event - Connecteren in een digitale wereld
 
Kennismaking Human Resources En Social Media
Kennismaking Human Resources En Social MediaKennismaking Human Resources En Social Media
Kennismaking Human Resources En Social Media
 
Training De vent of de tent
Training De vent of de tentTraining De vent of de tent
Training De vent of de tent
 
Personal Branding
Personal BrandingPersonal Branding
Personal Branding
 
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
 
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
 
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
 
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
Presentatie zzp event abn amro 1 november 2011
 

Plus de Patrick Proost

Plus de Patrick Proost (20)

Interculturele communicatie
Interculturele communicatieInterculturele communicatie
Interculturele communicatie
 
Etiquette 3.0
Etiquette 3.0Etiquette 3.0
Etiquette 3.0
 
Theorie van de organisatiecommunicatie
Theorie van de organisatiecommunicatieTheorie van de organisatiecommunicatie
Theorie van de organisatiecommunicatie
 
Inleiding tot de communicatie
Inleiding tot de communicatieInleiding tot de communicatie
Inleiding tot de communicatie
 
De virtuoze cirkel van ic
De virtuoze cirkel van icDe virtuoze cirkel van ic
De virtuoze cirkel van ic
 
De organisatie en haar menselijk kapitaal
De organisatie en haar menselijk kapitaalDe organisatie en haar menselijk kapitaal
De organisatie en haar menselijk kapitaal
 
Groepen
GroepenGroepen
Groepen
 
Nascholing opr - hoe de poes fietst
Nascholing opr - hoe de poes fietstNascholing opr - hoe de poes fietst
Nascholing opr - hoe de poes fietst
 
Bedrijfscultuur
BedrijfscultuurBedrijfscultuur
Bedrijfscultuur
 
Activiteitsdomeinen van de pr 5OPR
Activiteitsdomeinen van de pr 5OPRActiviteitsdomeinen van de pr 5OPR
Activiteitsdomeinen van de pr 5OPR
 
Introductie
IntroductieIntroductie
Introductie
 
Informatieverwerking en literatuurverwijzing
Informatieverwerking en literatuurverwijzingInformatieverwerking en literatuurverwijzing
Informatieverwerking en literatuurverwijzing
 
Actuele trends in de pr
Actuele trends in de prActuele trends in de pr
Actuele trends in de pr
 
Publicaties
PublicatiesPublicaties
Publicaties
 
Imago, identiteit en huisstijl
Imago, identiteit en huisstijlImago, identiteit en huisstijl
Imago, identiteit en huisstijl
 
Logo ontwerp
Logo ontwerpLogo ontwerp
Logo ontwerp
 
Host(ess)
Host(ess)Host(ess)
Host(ess)
 
Onthaal en balietechnieken
Onthaal  en balietechniekenOnthaal  en balietechnieken
Onthaal en balietechnieken
 
Evenementen
EvenementenEvenementen
Evenementen
 
Gastronomie
GastronomieGastronomie
Gastronomie
 

De organisatie en haar reputatie

  • 1. De organisatie en haar reputatie 5 Communicatie & media Organisatiecommunicatie
  • 2. Opdracht: spinnenwebmethode ▪ Doorloop per klasteam de spinnenwebmethode als stakeholders van campus Sint- Jacobsmarkt van de Secundaire Handelschool Sint-Lodewijk ▪ Rapporteer en presenteer de resultaten, inclusief een concreet stappenplan ▪ Planning en deadlines: ▪ Donderdag 2 februari: voorstelling opdracht ▪ Donderdag 23 februari: individuele analyse ▪ Donderdag 9 maart: 1ste teambijeenkomst ▪ Donderdag 20 april: inleveren rapport ▪ Donderdag 27 april: presenteren resultaten De organisatie en haar reputatie 2
  • 3. Opdracht: identiteit en huisstijl ▪Ontwikkel een huisstijl voor je organisatie en maak een huisstijlhandboek ▪Planning en deadlines: ▪Donderdag 2 februari: voorstelling opdracht ▪Donderdag 16 maart: versie 1 met identiteit en (gewenst) imago ▪Donderdag 20 april: versie 2 met visuele identiteit ▪Donderdag 11 mei: versie 3: met huisstijldragers ▪Dinsdag 30 mei en donderdag 1 juni: presentatie huisstijlhandboek. De organisatie en haar reputatie 3
  • 4. Inhoud ▪ Inleiding ▪ Identiteit ▪ Imago ▪ Reputatie ▪ Huisstijl De organisatie en haar reputatie 4
  • 5. Inleiding ▪ Aantal organisatiemerken stijgt constant ▪ Sommige organisatiemerken hebben zichtbare relatie tussen product/dienst en organisatie ▪ Alle communicatie wordt onder één noemer opgeslagen ▪ Mensen zijn zelden objectief = selectieve perceptie ▪ Perceptie stuurt effectiviteit van organisatiebeslissingen ▪ Authentieke identiteit helpt voor goede organisatiecommunicatie De organisatie en haar reputatie 5
  • 6. Inhoud ▪ Inleiding ▪ Identiteit: ▪ Soorten identiteit ▪ Corporate identity mix ▪ Identiteitsstructuren ▪ In de praktijk ▪ Imago ▪ Reputatie ▪ Huisstijl De organisatie en haar reputatie 6
  • 7. Identiteit ▪ Het ‘zijn’ van een organisatie ▪ Pas communiceren na duidelijkheid ▪ Sterke identiteit: ▪ Sterke persoonlijkheid ▪ Speciale visie op ‘mens’ of branche ▪ Externe communicatie die intern trots maakt ▪ Trots op eigen prestaties De organisatie en haar reputatie 7
  • 8. (organisatie)merk = co-creatie De organisatie en haar reputatie 8
  • 9. Soorten identiteit ▪ Identiteit = wat een organisatie is en wat ze uitstraalt ▪ ”Wie zijn wij?”, ”Wie willen we zijn?”, ”Waar zijn we goed in?” De organisatie en haar reputatie 9
  • 10. Soorten identiteit v ▪‘De’ definitie bestaat in praktijk niet: ▪Gewenste identiteit ▪Gepercipieerde identiteit ▪Fysieke identiteit: ▪Toegepaste identiteit ▪Geprojecteerde identiteit De organisatie en haar reputatie 10
  • 11. Soorten identiteit w ▪ Gewenste identiteit: ▪ Wat leidinggevenden van organisatie graag zien ▪ Omdat (top)management bepalend is ▪ Niet noodzakelijk waar maar wel doel ▪ Intern ▪ Gepercipieerde identiteit (werkelijke identiteit of zelfbeeld): ▪ Ervaring van identiteit bij werknemers ▪ Intern De organisatie en haar reputatie 11
  • 12. Soorten identiteit x ▪Fysieke identiteit: ▪Uiterlijk en gedrag van organisaties ▪Uitgedrukt in: ▪Toegepaste identiteit: bewust en onbewuste signalen door gedrag van interne stakeholders ▪Geprojecteerde identiteit: manier waarop organisatie zich presenteert naar interne en externe stakeholders De organisatie en haar reputatie 12
  • 13. Verschillende visies op identiteit De organisatie en haar reputatie 13
  • 14. Corporate identity mix ▪Corporate identity mix = persoonlijkheid die zich uit in communicatie, gedrag en symboliek ▪Consistentie en authenticiteit = versterkend ▪https://www.youtube.com/ watch?v=l_AfXlR_gEU De organisatie en haar reputatie 14
  • 15. Persoonlijkheid ▪ Persoonlijkheid = kern van de organisatie en onderliggende basis voor gedrag, communicatie en symboliek van organisatie ▪ Kernwaarden: ▪ Staan centraal ▪ Intern aftasten, voelen, zien, verkennen, benoemen … ▪ “Wat is ons DNA?” ▪ Verplicht om keuzes te maken ▪ Richtinggevend voor hele communicatie De organisatie en haar reputatie 15
  • 16. Persoonlijkheid v ▪ Liefst onderscheidend ▪ Vooral: doorleefd De organisatie en haar reputatie 16
  • 17. Gedrag ▪Gedrag = dagelijks handelen van organisatie ▪Meest bepalende uiting De organisatie en haar reputatie 17
  • 18. De organisatie en haar reputatie 18 https://www.youtube.com/watch?v=1I2ZTpoqRYs
  • 19. Gedrag v ▪Sterk bepalend voor beeldvorming ▪Zeker bij veelvuldig contact van medewerkers met stakeholders ▪You never get a second chance to make a first impression ▪Luister niet naar mijn woorden, kijk naar mijn daden De organisatie en haar reputatie 19
  • 20. Communicatie ▪Goed middel om persoonlijkheid te uiten ▪Zeg wat je doet en doe wat je zegt ▪Meest flexibele CI-instrument ▪Zie: 6CoM De organisatie en haar reputatie 20
  • 21. Symboliek ▪Visuele identiteit of huisstijl van organisatie ▪Sterk beïnvloedbaar en sterke controle door organisatie ▪Zie: Huisstijl De organisatie en haar reputatie 21
  • 22. Identiteitsstructuren ▪3 identiteitsstructuren: ▪Monolithische identiteit ▪Onderschreven identiteit ▪Branded identiteit ▪Niet altijd even duidelijk ▪Niet slechter of beter dan De organisatie en haar reputatie 22
  • 23. Monolithische identiteit ▪ 1 naam en stijl voor moederbedrijf en dochterbedrijven ▪ Voordeel: ▪ Presentatie als eenheid ▪ Lage introductiekost ▪ Nadeel: ▪ Idee van logge organisatie De organisatie en haar reputatie 23
  • 24. Onderschreven identiteit ▪Elke dochterorganisatie heeft eigen stijl maar moederbedrijf blijft zichtbaar ▪Fijne lijn tussen eenheid en verscheidenheid ▪Parent visibility De organisatie en haar reputatie 24
  • 25. De organisatie en haar reputatie 25
  • 26. Merkenidentiteit ▪ Alle dochterorganisaties zijn zelfstandig ▪ Voordeel: ▪ Beperkt risico voor moederorganisatie bij falen ▪ Indruk van meer keuze ▪ Nadeel: ▪ Meer marketingbudget nodig De organisatie en haar reputatie 26
  • 27. De organisatie en haar reputatie 27
  • 29. Gapanalyse ▪Waar zit verschil tussen identiteit en imago? ▪Waar zijn verbeterpunten? De organisatie en haar reputatie 29
  • 30. Gapanalyse v ▪3 gaps: ▪Gap 1: tussen gewenste identiteit en werkelijke identiteit ▪Gap 2: tussen gewenste identiteit en fysieke identiteit ▪Gap 3: tussen gewenste identiteit en huidig imago De organisatie en haar reputatie 30
  • 31. Golden circle ▪Waar staat organisatie voor: ▪Waarom (why): ▪ Waarin gelooft organisatie, wat drijft haar? ▪ Gekoppeld aan DNA, uitgedrukt in missie ▪Hoe (how): ▪ Hoe gedraagt organisatie zich? ▪ Waarin is ze anders of beter dan andere? ▪Wat (what): ▪ Wat zijn hun producten/diensten? De organisatie en haar reputatie 31
  • 32. Inhoud ▪Inleiding ▪Identiteit ▪Imago: ▪Imagoniveaus ▪Soorten imago’s ▪Imagofactoren ▪Relatie tussen identiteit en imago ▪Reputatie ▪Huisstijl De organisatie en haar reputatie 32
  • 33. Imago ▪ Imago = beeld dat stakeholders van organisatie hebben ▪ Imago = ontvangergebonden begrip ▪ Gewenst imago = beeld dat organisatie wenst te vestigen bij stakeholders De organisatie en haar reputatie 33
  • 34. Imagoniveaus ▪Productniveau: imago van product ▪Merkniveau: imago van merk ▪Bedrijfsniveau: imago van onderneming ▪Brancheniveau: imago van sector De organisatie en haar reputatie 34
  • 35. Soorten imago’s ▪Extern imago = beeld door externe stakeholders ▪Intern imago = beeld door interne stakeholders ▪Vermeend imago = (foute) veronderstelling van interne stakeholder over extern imago De organisatie en haar reputatie 35
  • 36. Imagofactoren ▪ Eigen ervaring: ▪Persoonlijk ▪Eerste contacten ▪Online of offline ▪Positief of negatief ▪ Berichten in traditionele media: ▪Online of offline ▪Positief of negatief ▪ Verhalen van anderen: ▪Mond-tot-mond-reclame ▪Online of offline ▪Positief of negatief ▪ Betaalde communicatie: ▪Online of offline ▪Altijd positief De organisatie en haar reputatie 36
  • 37. Relatie tussen identiteit en imago ▪Imagoprobleem? ▪Eerst gewenste identiteit oplossen ▪Identiteit = zendergebonden begrip ▪Constante wisselwerking De organisatie en haar reputatie 37
  • 38. AND (LET SOMEBODY ELSE) TELL IT BE GOOD Spanningsveld organisatiecommunicatie Feitelijke identiteit Gewenste identiteit Feitelijk imago Gewenst imago De organisatie en haar reputatie 38
  • 39. Spanningsveld organisatiecommunicatie v ▪Bedrijfsimago > bedrijfsidentiteit: ▪Gunstig maar gevaarlijk ▪Organisatie kan door mand vallen ▪Bedrijfsimago < bedrijfsidentiteit: ▪Organisatie benut kansen niet ▪Goed bezig maar weinig klanten ▪Bedrijfsimago = bedrijfsidentiteit: ▪Optimale situatie ▪Blijven bewaken ▪Geen bedrijfsimago: ▪Onbekend is onbemind ▪Naambekendheid verkrijgen ▪Dan imago vormen De organisatie en haar reputatie 39
  • 40. Inhoud ▪ Inleiding ▪ Identiteit ▪ Imago ▪ Reputatie: ▪ Reputatiemanagement ▪ Reputatieprofiel ▪ In de praktijk ▪ Huisstijl De organisatie en haar reputatie 40
  • 41. Merk van de week De organisatie en haar reputatie 41
  • 42. Reputatie ▪Reputatie = imago door de jaren heen bij verschillende stakeholdersgroepen ▪Sterke reputatie biedt voordelen De organisatie en haar reputatie 42
  • 43. Bonding & bridging ▪Bonding: ▪Mensen/groepen die het met organisatie eens zijn binden aan merk ▪Mensen/groepen binden aan elkaar ▪Bridging: ▪Brug vormen tussen mensen/groepen die niet met elkaar eens zijn ▪Open dialoog voeren met alle groepen De organisatie en haar reputatie 43
  • 44. Reputation economy, reputation management ▪Vertrouwen winnen bij stakeholders ▪Trust Me -> Show Me De organisatie en haar reputatie 44
  • 46. Reputatieprofiel: RepTrak v ▪Esteem, admire, trust, feeling ▪Reputatie = ▪Emotionele aantrekkingskracht ▪Maatschappelijke relevantie ▪Maatschappelijke meerwaarde ▪Excellente communicatie De organisatie en haar reputatie 46
  • 47. Een goede reputatie … Theorie van de public relations 47
  • 48. Sterkte-zwakte analyse Theorie van de public relations 48
  • 49. Positioneren met een USP ▪USP: ▪Unique Selling Proposition of Unique Selling Point ▪Unieke en onderscheidend kenmerk van dienst, product of organisatie ▪Goede USP: ▪Vanuit standpunt klant ▪Vanuit aankoopreden klant ▪Vanuit keuze klant De organisatie en haar reputatie 49
  • 50. Positioneren met een USP v ▪USP generiek geworden voor: ▪USP: https://www.youtube.com/watch?v=UssiEmKmyak ▪ESP: https://www.youtube.com/watch?v=uLaBAu86JBo ▪OSP: http://www.youtube.com/watch?v=SSqypfMbqgI ▪BSP: https://www.youtube.com/watch?v=BatLOwDlckg ▪MSP: https://www.youtube.com/watch?v=ZPnbCC-puo0 ▪Slogan verwijst vaak naar USP De organisatie en haar reputatie 50
  • 51. Inhoud ▪ Inleiding ▪ Identiteit ▪ Imago ▪ Reputatie ▪ Huisstijl: ▪ Niveaus van huisstijl ▪ Huisstijlelementen ▪ In de praktijk De organisatie en haar reputatie 51
  • 52. Huisstijl ▪Huisstijl = totale visuele presentatie van een organisatie De organisatie en haar reputatie 52
  • 55. Woordmerk ▪Bedrijfsnaam of vereenvoudiging of afkorting ervan ▪Bijzondere schrijfwijze De organisatie en haar reputatie 55
  • 56. Beeldmerk ▪Symbolisch herkenningsteken ▪Icoon: gestileerde vlakke voorstelling die sterk lijkt op object waarnaar zij verwijst ▪Index: verwijst naar activiteiten of andere aspecten ▪Symbool: abstracte verwijzing naar visie of kapstok voor visie, met meer impact op LT De organisatie en haar reputatie 56
  • 57. Eisen aan een logo ▪Eenvoudig en tijdloos zijn ▪Aandacht trekken en vervolgens een indruk nalaten ▪Er uniek en onderscheidend uitzien ▪Een weerspiegeling zijn van gewenst imago ▪Op klein formaat, in één kleur, in lijnwerk, enz. functioneren ▪https://www.youtube.com/watch?v=03V5D2hS-h8 De organisatie en haar reputatie 57
  • 58. Kleurgebruik ▪Kleurgebruik is geen exacte wetenschap ▪3 waarden: ▪Symbolische waarde: per cultuur en tijd ▪Emotionele waarde: per individuele gemoedstoestand, leeftijd en referentiekader ▪Signaalwaarde: per afspraak De organisatie en haar reputatie 58
  • 59. Kleursystemen ▪ RGB ▪ CMYK ▪ Pantone ▪ RAL De organisatie en haar reputatie 59
  • 60. Typografie ▪ Legt vast welke lettertypes een organisatie gebruikt ▪ 2 vormen: ▪ Voor belettering ▪ Voor tekst ▪ Verschillende voor online en offline De organisatie en haar reputatie 60
  • 61. Vormtaal ▪Vaste vormen en/of lijnenspel ▪Vormt eenheid met andere elementen De organisatie en haar reputatie 61
  • 62. Baseline, slagzin, descriptor ▪ Baseline: zin die kort en bondig communiceert waarvoor merk staat ▪ Descriptor: korte uitleg van wat organisatie is/doet ▪ Slagzin: verduidelijkt positionering van organisatie De organisatie en haar reputatie 62
  • 63. De organisatie en haar reputatie 63
  • 64. Beeldgebruik ▪ Fotografie verbindt associaties en emoties aan merk De organisatie en haar reputatie 64
  • 65. In de praktijk ▪Centrale bewaking huisstijl = essentieel ▪Taak voor communicatiedienst ▪D.m.v. huisstijlhandboek De organisatie en haar reputatie 65
  • 66. Huisstijldragers ▪ Toepassingen van huisstijl ▪ Tastbare ▪ Niet-tastbare De organisatie en haar reputatie 66
  • 67. Omgevingspsychologie ▪ Licht, muziek, kleur en geur kunnen emoties stakeholders beïnvloeden De organisatie en haar reputatie 67
  • 68. Geurmarketing ▪Reukzin beïnvloedt 75 % van onze dagelijkse emoties ▪3 soorten geuren: ▪Marketinggeur: stimuleert de verkoop ▪Productgeur: geur van product zelf ▪Omgevingsgeur: bewuste of onbewuste geur uit omgeving De organisatie en haar reputatie 68
  • 69. Geurmarketing v ▪Geurmarketing = ▪Sturen van omgevingsgeur ▪Gekoppeld aan merkidentiteit ▪Versterkt de merkaspecten ▪Behaagt consument en werknemer ▪Versterkt beleving op events De organisatie en haar reputatie 69
  • 70. Einde