2. Inleiding:
Ik ben Youssef uit de klas 3v3 en ik ga een verslag maken over mijn dier de olifant ik zal hier
ook een presentatie gaan geven ik heb de olifant gekozen omdat ik dit een heel interessant
dier vind en omdat het een bekend dier is die iedereen wel kent. Ik denk ook dat hier veel
informatie over te vinden is op het internet en in boeken. Ik ga het hebben over taxonomie
hebben, hun habitat, de aanpassingen van hun habitat, de olifant zijn voeding, voortplanten,
hun natuurlijke vijanden en nog wat extra informatie.
4. Taxonomie
Rijk: ANIMALIA
Stam: CHORDATA
Klasse: MAMMALIA
Orde: PROBOSCIDEA
Familie: ELEPHANTIDAE
Rijk:
De olifant behoord tot het dieren rijk de (animala)
Stam:
De olifant behoord tot de Chordata Chordadieren (Chordata) vormen een stam in het
dierenrijk, waartoe de gewervelden, slijmprikken, manteldieren en lancetvisjes
behoren. De stam omvat alle dieren die, althans in aanleg, een chorda hebben. Dit is
een flexibel, staafachtig orgaan in de rug van het dier.
Klasse:
De olifant behoord tot zoogdieren (Mammalia) vormen een klasse van warmbloedige,
meestal gewervelde dieren die hun jongen zogen de moederdieren produceren melk
en voeden hiermee hun jongen. Ze zijn deel van de amoniota en zijn soms verwant
aan de reptielen en vogels . Zoogdieren onderscheiden zich van andere dieren door
hun beschermende beharing, hun goed ontwikkelde hersenen en de specifieke bouw
van hun schedel.
Orde:
De olifant behoord tot de slurfdieren of olifantachtigen (Proboscidea) zijn de orde van
zoogdieren waartoe mastodonten, mammoeten en olifanten behoren. Ze zijn het
nauwste verwant aan de zeekoeien en de klipdassen. In totaal zijn er zo'n 150
soorten bekend.
Familie:
De olifant behoord tot de familie Elaphantidae binnen de orde van de slurfdieren is
de olifant het grootste zoogdieren.
5. Habitat
Aziatische olifant:
De Aziatische olifant woont in verschillende soorten plekken, zoals bossen,
grasvelden en moerassen in Aziatische landen zoals India, Sri Lanka, Thailand en
Indonesië. Ze zijn goed aangepast aan deze omgevingen en zijn belangrijk voor het
evenwicht van de natuur daar.
Afrikaanse bos olifant:
De Afrikaanse bosolifant leeft vooral in de dichte bossen en regenwouden van
Centraal- en West-Afrika, zoals in landen als Kameroen, Gabon, Congo en Ivoorkust.
Deze bossen zijn belangrijk omdat ze bescherming en voedsel bieden, zoals bladeren,
fruit en boomschors.
Afrikaanse savanne olifant:
De Afrikaanse savanneolifant woont vooral in de grote open vlaktes en graslanden
van Oost- en Zuidelijk Afrika, zoals in landen als Kenia, Tanzania, Botswana en Zuid-
Afrika. Deze gebieden bieden genoeg eten en ruimte om te grazen en rond te
trekken. De olifanten zijn belangrijk voor het evenwicht in deze omgevingen en zijn
goed aangepast aan het leven op de open vlaktes.
6. Aanpassingen habitat
Aziatische olifant:
De Aziatische olifant past zich aan zijn omgeving aan om te overleven. Hij heeft een
dikke huid die hem beschermt tegen insectenbeten en scherpe planten. Met zijn slurf
kan hij eten, drinken, communiceren en zichzelf beschermen. Grote oren helpen hen
ook om af te koelen in warm weer. Hun sociale gewoonten en gedrag, zoals migratie
en communicatie, zijn ook aangepast aan hun leefgebied.
Afrikaanse bos olifant:
De Afrikaanse bosolifant past zich ook aan zijn omgeving aan. Ze hebben een donkere
kleur en minder harige oren, waardoor ze moeilijker op te merken zijn in de dichte
bossen. Hun slagtanden zijn kleiner dan die van savanneolifanten, handig om tussen
dicht gebladerte te bewegen. Hun voeten zijn breder, wat helpt bij het lopen op
modderige en hobbelige bosgrond. Ze leven meestal in kleinere familiegroepen, wat
past bij het bosleven.
Afrikaanse savanne olifant:
De savanneolifant past zich ook aan zijn omgeving aan. Ze hebben een grijzere kleur
die hen helpt te mengen in de open graslanden. Hun grote oren helpen hen af te
koelen onder de hete zon van de savanne. De langere slagtanden zijn handig voor het
graven naar water in droge tijden en voor het pakken van voedsel. Ze leven vaak in
grote groepen, wat hen beschermt tegen roofdieren op de uitgestrekte vlaktes.
7. Voeding
Aziatische olifant:
De Aziatische olifant eet vooral planten. In het wild eten ze gras, bladeren, takken,
schors, vruchten en wortels die ze vinden in bossen, graslanden en moerassen. Ze
eten veel, tot wel 150 kilogram per dag Ze zoeken ook naar water om te drinken,
vooral belangrijk tijdens droge tijden. Hun dieet is gevarieerd en geeft hen alle
voedingsstoffen die ze nodig hebben om gezond te blijven.
Afrikaanse bos en savanne olifant
Zowel de Afrikaanse bosolifant als de savanneolifant eten voornamelijk planten, zoals
grassen, bladeren, takken, schors, vruchten en wortels die ze vinden in hun habitat.
Ze kunnen enorm veel eten, soms wel tot 150 kilogram per dag. Het is ook belangrijk
voor hen om water te vinden, vooral als het droog is. Ze zijn goed in het vinden van
waterbronnen. Over het algemeen hebben ze een gevarieerd dieet dat hen alle
nodige voedingsstoffen geeft.
8. Voortplanting:
Een vrouwtjesolifant is vruchtbaar met een jaar of 8 in het wild en een jaar of 6 in een
dierentuin, een mannetjesolifant pas later. Bovendien zorgt de rangorde ervoor dat
een jonge stier nog niet in staat is om te paren. Pas na het veroveren van een hoge
rang mag hij paren. Dat is ongeveer met de leeftijd van 25 jaar, in een dierentuin
hoeft een mannetje dit niet te doen en kan daardoor al dekken op een leeftijd van 15
jaar. De draagtijd bedraagt 22 à 23 maanden. Meestal wordt er één jong geboren, met
een gewicht van 80 tot 115 kg.
Bij olifanten bevinden de tepels zich tussen de voorpoten. Het jong zwaait de slurf
opzij en zet zijn mond om de tepel van de moeder, net zoals alle andere zoogdieren
melk drinken. Jonge olifanten kunnen ook bij andere vrouwtjes drinken die melk
geven. Na de geboorte kan het jong al meteen lopen. Na twee dagen gaat hij mee
met de groep. Hij blijft altijd dicht bij de moeder. Binnen een groep olifanten lopen de
vrouwtjes aan de buitenkant om de kleintjes in het midden te beschermen tegen
vijanden bijvoorbeeld de tijgeren tegen de hitte van de felle zon. Soms verlaten de
volwassen vrouwtjes de groep om voedsel te zoeken. Dan blijven de jongen achter bij
een oppasolifant.
9. Natuurlijke vijanden:
De grootste bedreiging komt van de mens. Olifanten hebben veel ruimte nodig,
voornamelijk bossen voor hun voedsel. Deze bossen worden massaal gekapt. Ook
wordt op deze soort gejaagd. Vroeger werd de olifant wel beschermd omdat ze
gebruikt werden voor zwaar werk, maar voor veel werk worden nu machines
gebruikt.
10. Extra informatie:
Lengte: 2,5 – 4,0 meter
Gewicht: 4.500 - 6500 kg
Hoeveel ze eten: 100-300 kg gras, Bladeren en fruit
Hoe oud worden ze: 50-70 jaar
Hoeveel kinderen krijgen olifanten: gemiddeld 1
11. Wat heb ik geleerd?
Ik heb veel geleerd over olifanten door het samenstellen van dit verslag. Eerst en
vooral heb ik kennis opgedaan over de taxonomie van olifanten, waaronder hun
plaats in het dierenrijk, de stam Chordata, de klasse Mammalia, de orde Proboscidea
en de familie Elephantidae. Vervolgens heb ik inzicht gekregen in de diverse habitats
waarin olifanten leven, zoals Aziatische bossen, Afrikaanse regenwouden en
savannes. Je hebt geleerd over de aanpassingen die olifanten hebben ontwikkeld om
te overleven in deze verschillende omgevingen, zoals dikke huiden, grote oren en
brede voeten.
Daarnaast ben ik bekend geworden met het dieet van olifanten, dat hoofdzakelijk
bestaat uit planten van 100-300 kilogram voedsel. Ik beb begrepen hoe olifanten zich
voortplanten, met een draagtijd van 22-23 maanden en meestal slechts één jong per
worp. Verder heb ik ingezien hoe menselijke activiteiten, zoals habitat verlies en jacht,
de grootste bedreigingen vormen voor de olifantenpopulaties wereldwijd. Tot slot
heb ik ook enkele interessante feiten over olifanten geleerd, zoals hun gemiddelde
levensduur van 50-70 jaar en het feit dat ze meestal slechts één jong per keer krijgen.
Kortom, ik heb een uitgebreid begrip ontwikkeld van de biologie, ecologie en gedrag
van olifanten.