Themanummer van het Tijdschrift Pentagram over de klassieke rozenkruisers in de 17e eeuw naar aanleiding van de expositie ‘De Roep van het Rozenkruis, vier eeuwen levende traditie’ in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.
Op 10 december 1998 werd de tentoonstelling ‘De Roep van het Rozenkruis, vier eeuwen levende traditie’ onder grote belangstelling geopend in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Deze expositie die ruim 2500 bezoekers trok, werd georganiseerd door de Koninklijke Bibliotheek, de Bibliotheca Philosophica Hermetica in Amsterdam en het Lectorium Rosicrucianum in Haarlem. Zij gaf een zeer breed beeld van de vele antwoorden en reacties op de Manifesten
van de rozenkruisers die in de 17e eeuw zijn verschenen.
De tentoonstelling in de Koninklijke Bibliotheek plaatste heel duidelijk in het licht, wat het ware Rozenkruis bedoeld heeft en nog altijd bedoelt. Om die reden hebben wij haar presentatie en de achtergronden daarvan voor u toegelicht in dit thema-nummer van het tijdschrift PENTAGRAM.
Symposion de mens als spiritueel wezen bezien vanuit een hermetisch perspecti...
Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold
1. PENTAGRAM
Tweemaandelijks tijdschrift van het
LECTORIUM ROSICRUCIANUM
TEN GELEIDE
OuDsTE
R0zENKRuIsERs
MANIFEST OPNIEUW
VERTAALD EN
AANGEVULD
DE NIEUWE FAMA VAN
DE ZEVENVOUDIGE
BROEDERscHAP VAN
HET GOUDEN
R0zENKRUI5
Maart/april 1999 — 2lste jaargang nr. 2
DE KONINKLIJKE
BIBLIOTHEEK IS HET
COLLECTIEVE
GEHEUGEN VAN
NATIONAAL ERFGOED
OVER DE INVLOED
VAN DE
ROzENKRUIsER5-
GEDACHTEN OP
ONTWIKKELINGEN IN
EUROPA
SCHEP MIJ EEN REIN
HART, 0 MIJN G0D!
DE Roos EN HET
KRUIS
INNERLIJKE VRIJHEID
MOET AFGEVOCHTEN
WORDEN
PR0FETIE IS
WERKELIJKHEID
GEWORDEN
DE ROEP VAN HET R0zENKRuIs —
DE UNIVERsELE
RECHTEN VAN DE
MENS
DE LEEUW VAN
MIDDERNACHT, DE
ADELAAR EN DE
ANTIcHRZST
LIJST VAN
BRUIKLEENGEVERS
VIER EEUWEN LEVENDE TRADITIE
2. Redactie
C. Bode, AH. v.d. Brui,
1W v.d. Brui, R. Bürmann, R Huys,
H.R Knevei, A. Stokman-Griever,
G. Uijée
Secretariaat
C. Bode, G. Uijée
TIJDSCHRIFT VAN DE INTERNATIONALE
SCHOOL VAN HET GOUDEN R0zENKRUIs
LECT0RIuM ROsICRuCIANuM
Redactie-adres
Pentagram,
Maarcensdijkseweg 1,
NL-3723 MC Biithoven
Abonnementen-administratie
• Stichting Rozekruis Pers,
Bakenessergracht 5,
NL-20iIJS Haarlem
Postbank 522103
• België
Lectorium Rosicrucianum v.z.w.
Lindeniei 12, B-9000 Gent
Vertegenwoordigd door
F. Steenhout
Abonnementsprijs
• Per jaar f45,—
Losse nummers f 9,—
• België:
Per jaar Bfr. 850
Losse nummers Bfr. 80
• Andere landen:
Per jaar f59,50
Verschijnt in de volgende talen
Nederiands, Braziiiaans*, Duits,
Engels, Frans, Grieks*, Hongaars,
itaiiaans*, Poois*, Russisch*,
Spaans*, Zweeds.*
Het blad verschijnt zesmaal per
jaar (* viermaal per jaar)
ISSN 1380-9997
4. TEN GELEIDE
Een broeder van
het Rozenkruis,
Manly R Hall.
Op 10 december 1998 werd de tentoon
stelling ‘De Roep van het Rozenkruis,
vier eeuwen levende traditie’ onder gro
te belangstelling geopend in de Konink
lijke Bibliotheek in Den Haag. Deze
expositie die ruim 2500 bezoekers trok,
werdgeorganiseerd door de Koninklijke
Bibliotheek, de Bibliotheca Philosophica
Hermetica in Amsterdam en het Lecto
rium Rosicrucianum in Haarlem. Zij
gafeen zeer breed beeld van de vele ant
woorden en reacties op de Man~festen
van deRozenkruisers die in de 17e eeuw
zijn verschenen.
het geëxposeerde kwam duidelijk
naar voren, hoe deze geschriften in korte
tijd over heel Europa bekend werden en
vier eeuwen lang sterk in de belangstelling
zijn gebleven. Talloze stromingen zijn
onstaan als reactie op de Roep van de
Broederschap. Sommige baseren zich op
de Manifesten, andere alleen op de naam
Rozenkruis. Behalve Rozenkruisersge
schriften uit vorige eeuwen was er een
overzicht te zien van de belangrijkste eso
terische en filosofische Rozenkruisbewe
gingen in onze eeuw.
Dat deze tentoonstelling in de Ko
ninklijke Bibliotheek een plaats kon krij
gen en zo’n grote belangstelling trok, be
wijst wel, dat de Fama Fraternitatis nog
niets van zijn kracht verloren heeft en aan
sluit bij de heroriëntatie die thans plaats
vindt op geestelijk en religieus gebied.
Dat is ook de reden waarom wij in deze
uitgave van PENTAGRAM de toespraken af
drukken die ter gelegenheid van de offi
ciële opening werden gehouden. Wij zijn
verheugd, dat wij daarnaast ook de gesprek-
ken van dr. W van Drimmelen, biblio
thecaris van de KB en dr. Carlos Gilly,
bibliothecaris van de BPH met onze mede
werkers kunnen publiceren.
Verder hebben wij een poging gedaan
de samenhang te tonen tussen de Mani
festen van de 17e eeuwse Rozenkruisers
en de leer van het moderne Rozenkruis.
Het Lectorium Rosicrucianum baseert
zich op de oude bronnen en draagt de
Fama op actuele wijze uit. De ‘oude’ en de
‘nieuwe’ Fama hebben voor de Geestes
school van het Gouden Rozenkruis één en
dezelfde betekenis. Beide wijzen op de
noodzaak van een geestelijke omwending.
De renaissance van de geestelijke
mens is bezig zich in onze woelige tijd te
openbaren. Het verbreken van alles wat
de mens kunstmatig tracht te vereeuwi
gen, plaatst hem voor vrijwel onoplosbare
problemen. De spanningen en de pijn
waaronder de mensheid gebukt gaat,
maken haar steeds meer bewust van de
aard van haar levensveld en plaatsen haar
voor de noodzaak van de grote sprong
naar een nieuw, eeuwigheidsbewustzijn.
De Roep van het Rozenkruis was en is
geen betweterij of een utopische gedachte,
maar een geestelijke noodzaak. «Opdat»,
zoals deFama het uitdrukt, «de mens toch
eindelijk zijn adeldom en heerlijkheid zou
beseffen en begrijpen zou, waarom hij
microkosmos genoemd wordt.
De tentoonstelling in de Koninklijke
Bibliotheek plaatste heel duidelijk in het
licht, wat het ware Rozenkruis bedoeld
heeft en nog altijd bedoelt. Om die reden
hebben wij haar presentatie en de achter
gronden daarvan voor u toegelicht in dit
PENTAGRAM.
Redactie
2
6. OuDsTE ROzENKRuIsERs MANIFEST OPNIEUW
VERTAALD EN AANGEVULD
«Door intensieve nasporingen van dr
Carlos Gilly, bibliothecaris van de Bi
bliotheca Philosophica Hermetica te
Amsterdam, zijn enkele manuscripten
ontdekt die dateren van v66r de eerste
druk van de ‘Fama Fraternitatis ~ Uit
deze manuscripten is gebleken, dat in
de eerste gedrukte uitgaven diverse zin-
sneden zijn weggevallen, verkeerd ge
lezen en/ofverkeerd gezet. »
(P van der Kooij, lfebruari 1996)
et eerste gedocumenteerde afschrift
van de Fama Fraternitatis circuleerde
reeds in 1610. Kopieën kwamen terecht in
Kassel, .Marburg, Augsburg, Straatsburg
en Plötzkau en bereikten in 1613 Praag.
Vergelijkingen van deze afschriften met
de later gedrukte teksten tonen aan dat er
nog geen sprake was van een geautori
seerde versie. Om zo dicht mogelijk bij de
oorspronkelijke tekst te komen en deze te
ontdoen van de talrijke fouten en wille
keurige veranderingen, hebben dr. Carlos
Gilly en Pleun van der Kooij de verschil
len op een rij gezet en een nieuwe verta
~ ~•
•.•~- t. -
.,;~-, ~-‘-~, ~ 1 -I ~
~ ~o~ç -
ling gemaakt, waarin de hiaten zijn
gevuld, onduidelijkheden zijn verklaard
en nieuwe inzichten zijn verwerkt.
«Bij een komende herdruk van ‘De
Roep’ zullen de in onze Fama-tekst (dat is
de tekst die in 1933 bij de Rozenkruis Pers
in Haarlem werd uitgegeven- red.) aldus
ontstane fouten uiteraard verbeterd wor
den, waardoor de tekst hier en daar ook
beter begrijj~’eljk wordt. Ik heb daarom
de bedoelde correcties in de tekst van de
Fama verwerkt en tevens de gelegenheid
gebruikt om de bestaande vertaling — die
nog diverse sporen vertoonde van haar
oorspronkelijke ‘Engelse’ herkomst — te
herzien. »
Bij het vernieuwen van de tekst is uit
gegaan van de Duitse uitgave van 1614.
Daarmee is het voorwoord uit de editie
van 1615 vervallen. Pleun van der Kooij be
sluit zijn brief met de opmerking: «Volledig
heidshalve moet ik er tenslotte nog op wij
zen dat ook na de gelukkige vondst van
Gilly van enkele manuscripten het laatste
woord over de tekst van de Fama misschien
nog niet gesproken is. De oorspronkelijke
tekst is namelijk helaas nog altijd niet ge
vonden. En daar er in de nu herziene tekst
toch nog wel enkele onduidelijkheden schui
len, zullen die wellicht pas opgelost worden
als het oorspronkelijke manuscript alsnog te
voorschijn komt.
Fama Fraternitatis, oudste manifest der Rozen
kruisers Broederschap, bewerkt aan de hand van
teruggevonden manuscripten doorPleun van der
Kooij. Met een inleiding over het ontstaan en de
geschiedenis van de Manifesten der Rozenkrui
sers door dr. Carlos Gilly. Rozekruis Pers,
Haarlem 1998. ISBN 90-6732-209-1.
4
7. FAMA FRATERNITATIS
ODER BRUDERSCHAFFTDES
HOCHLÖBLICHEN
ORDENS DES ROSEN CREUTZES.
«An die H~upter, ~t~nde und Gelehrten
Europae.
Wir die Brüder der Fraternitet def~ R.C.
entbieten allen und jeden, so diese unsere
Famam Christlicher Meinung lesen, un
sern Gru{~, Liebe und Gebett.
Nachdem der allein weyse und
gn~dige Gott in den letzten Tagen sein
Gnad und Güte so reichlich über das
Menschliche Geschiecht aufigossen, daIl
sich die Erkantnuf~, beydes seines Sohns
und der Natur, je mehr und mehr er
weitert, und wir uns billich einer glück
seligen Zeit rühmen mögen, daher Er
dann nicht allein fast das halbe theil
der unbekandten und verborgenen Welt
erfunden, viel wunderliche und zuvor nie
geschehene Werck und Geschöpff der
Natur uns zuführen, und dann hoch
erleuchte Ingenia auffstehen lassen, die
zum theil die verunreinigte unvolikom
mene Kunst wieder zu recht
brachten, damit doch end
lich der Mensch seinen
Adel und Herrlichkeit
verstünde, welcher
gestalt der Micro
cosmus, und wie
weit sich sein
Kunst in der
Natur erstrecket.»
FAMA FRATERNITATIS
OFEENMARE
VANDE BROEDERSCHAP
DER ZEER LOFWAARDIGE ORDE
VANHETROZENKRUIS
«Aan de staatshoofden, regeringen en ge
leerden van Europa.
Wij, broeders van de Broederschap van
het Rozenkruis, bieden aan allen die deze
onze Fama in christelijke gezindheid
lezen, onze groet, onze liefde en ons gebed.
Nadat de alleen wijze en genadige
God in de laatste tijden zijn genade en
goedheid zo rijkelijk over het menselijke
geslacht heeft uitgestort dat zowel het in
zicht aangaande zijn Zoon als met betrek
king tot de natuur zich meer en meer ver
diept heeft, mogen wij terecht van een ge
lukkige tijd gewagen, waarin Hij ons niet
alleen bijna de helft van de onbekende en
verborgen wereld heeft doen ontdekken
en vele wonderbare en tevoren nimmer
geziene werken en schepselen van de na
tuur getoond heeft, doch bovendien zeer
verlichte en met wijsheid begiftigde
mensen heeft doen opstaan, die de ont
aarde, onvolmaakte kunst ten
dele in ere hersteld hebben,
~ opdat de mens toch em
~‘... delijk zijn adeldom en
heerlijkheid zou be
se en,we e e 0e-
danigheid van de
microkosmos is, en
hoever zijn kunst
zich in de natuur
uitstrekt.
Ttibingen rond
600.
johann Valentin
Andreae, auteur
van de Fama Fra
ternitatis
5
8. DE NIEUWE FAMA VAN DE ZEVENVOUDIGE
BROEDERSCHAP VAN HET GOUDEN R0zENKRUIS
Deze nieuwe Fama werd op het keer-
punt van de 2Qste eeuw uitgebracht te
Wiesbaden op 3 en 4 september 1952
doorJan van Rijckenborgh.
“~Vij zijn hier bij u gekomen vanuit de
zetel van het West-Europese Centrum
van de Zevenvoudige Wereldbroeder
schap van het Gouden Rozenkruis in
Nederland om u in kennis te stellen van
een Roep van de Broederschap, een
nieuwe Fama Fraternitatis, die in deze
dagen uitgaat tot allen die hem kunnen
verstaan. Het betreft een keerpunt voor
de gehele mensheid! Ons woord betreft
geen sektarisch afgescheiden groep maar
een onherroepelijke wending in de ganse
wereidgang. Daarbij is ieder mensenkind,
ieder volk en ieder ras partij.
De Broederschap van het Gouden
Rozenkruis heeft de gehele mensheid har
telijk lief en wil allen die dit wensen zon
der enige uitzondering geheel en vol
komen dienen. Zij deelt geen inwijdingen
uit en schenkt geen bijzondere voorrech
ten aan uitgezonderden. Zij is er voor
allen en zij is volkomen objectief, Vrij van
alle rassen en volkeren, vrij van politieke,
sociale en economische inzichten en woe
lingen. In haar mensheidsdienst heeft zij
geen enkel belang bij de gewone dialec
tische wereldorde. Zij wijdt zich aan het
oorspronkelijkeVaderland van het mense
lijke geslacht, het Onbeweeglijk Konink
rijk dat niet van deze wereld is.
De moderne Fama Fraternitatis, die u
thans wordt aangeboden, is geenszins
idee nummer zoveel. Wat zou het ook
voor nut hebben aan al die ideeën nog
één toe te voegen! Het zou zijn als een
druppel water toevoegen aan de oceaan.
Er is een elektromagnetisch stralings
veld dat het leven in onze gewone wereld-
gang onderhoudt. En er is een ander elek—
tromagnetisch stralingsveld uit een ander
universum dan het ons bekende. Dit nog
onbekende stralingsveld gaat zich aan de
mensheid openbaren en plaatst haar voor
een nieuwe ontwikkeling. Op dat feit nu
is onze moderne Fama Fraternitatis geba
seerd. Wij brengen u dus geen nieuwe
idee, geen nieuwe speculatie, maar kondi
gen een nieuwe fase in de ontwikkeling
van de mensheid aan, waarop wij ons
allen hebben te bezinnen. Het gaat hier
niet om een ontwikkeling die over tien of
twintig jaren gaat beginnen, zodat u deze
Fama Fraternitatis kunt boeken bij al die
voorspellingen die er reeds zijn. Neen, het
betreft hier een proces dat reeds aange
vangen is en waarbij wij dus allen geheel
zijn betrokken.
DE TEKENEN VAN DE TIJD VERSTAAN
Onze Fama Fraternitatis verschijnt op
het moment waarop u de realiteit ervan
kunt zien. Waarop u de tekenen van deze
tijd kunt verstaan. Want dan kunt u ook
het juiste besluit nemen en de enig juiste le
venshouding gaan innemen. Het doel van
onze Fama Fraternitatis is dat u allen en
allen die nog komen, aan de goede kant
van deze nieuwe ontwikkeling gevonden
zult worden. Velen hebben reeds gekozen
en anderen zullen dat nog doen, als zij
onze Fama Fraternitatis vernemen en ver
staan.
Wat is de Broederschap? Zij is de een-
6
9. -~
heid van welgezinden, de gemeenschap
van de kinderen Gods. Allen, die met het
geopende rozenhart deel krijgen aan het
geopenbaarde nieuwe stralingsveld, wor
den in de keten van de Broederschap op
genomen. De kracht van deze binding
wordt door henzelf bepaald, door hun
eigen toestand-van-zijn. En er is niemand
die uw opneming in de Broederschap zou
kunnen beletten, tenzij hijzelf zijn eigen
tegenstrever zou zijn.
Nu u het doel van de nieuwe Fama
kent, is het nodig haar aard te bespreken.
Als het doel is: al diegenen die dat kunnen
en willen tot een directe nieuwe levens
houding te doen besluiten, is de aard van
de Fama het verstrekken van inlichtingen
met betrekking van het waarom en waar
toe. Wij dienen haar boodschap te ver
staan, zodat wij kunnen weten, wat zich
gaat voltrekken, wat bezig is naar voren
te treden.
Er is een elektromagnetisch stralings
veld van de Universele Broederschap.
Sommigen hebben daarop reeds met het
geopende rozenhart leren reageren. Zij
wonen in alle delen van onze wereld, in
alle landen worden zij gevonden. Zij heb
ben geleerd te reageren op de elektromag
netische stralen van de Broederschap.
Zoals elke elektromagnetische straling
heeft ook die van de Broederschap een po
sitieve en een negatieve pooi, een aantrek
kende en een afstotende werking die ver
loopt volgens kosmische wetten. Zij, die
op de elektromagnetische stralingen van
de Broederschap reageren, vertonen de
signatuur van de tweevoudigheid. Met
één deel van hun wezen reageren zij op
de dialectische wereld. Uit levensnood
zaak. Met een ander deel reageren zij op
de oorspronkelijke natuur. Eveneens uit
levensdrang. Zodra nu het oeratoom aan
de top van de rechterhartkamer door de
elektromagnetische stralingen van de
Universele Broederschap wordt aange
Jan van Rijcken
borgh, grondleg
ger van de
Internationale
Geestesschool
van het Gouden
Rozenkruis.
Een Nieuwe Roep
der zevenvoudige
wereldbroeder
schop van het
Gouden Rozenkruis
op het keerpunt van
de twintigste eeuv~
uitgebracht te
Wiesbaden op 3 en
4september1952
doorf. Van Rijcken
borgh. Rozekruis
Pers, 980.
EEN NIEUWE ROEP
DER ZEVENVOUDIGE WERELOBROEDERSCHAP
VAN HET GOUDEN ROZENKRUIS
OP HET KEERPUNT VAN DE TWINTIGSTE EEUW
UITGEBRACHT
TE WIESEADEN OP 3 EN 4SEPTEMBER 1952
DOOR
J. VAN RIJCKENBORGH
flIEEDE EEUX
1980
HAARLEM — ROZEICRUIS PERE — NEDERLAND
7
10. raakt en zich voor die stralingen gaat ope
nen, worden deze vernieuwende magneti
sche werkingen in het gehele levenssys
teem actief. Er zijn dus bij dergelijke men
sen twee magnetische werkingen te
onderscheiden: ten eerste een werking
van deze wereld, ten tweede een werking
van de Universele Broederschap. Het is
duidelijk, dat deze mensen daardoor
voortdurend in een toestand van verande
ring verkeren. Naar het ene veld worden
de invloeden steeds minder, naar het an
dere veld worden zij steeds krachtiger.
DRANG NAAR DE DIALECTIEK WORDT
STEEDS MINDER
Dit proces kunnen wij vergelijken met
een reis van het ene gebied naar het an
dere. Johannes de Doper zei: «Ik moet
minder worden, en Hij moet meer wor
den.» Zo zal het ook gaan met de mens
die zich aan dit nieuwe elektromagneti
sche veld overgeeft. Zijn belangstelling
voor en drang naar het veld van de dialec
tiek wordt steeds minder, hij groeit toe
naar het veld van steeds grotere innerlijke
rijkdom en heerlijkheid. Naarmate dit
proces voortgaat, wordt steeds meer elek
tromagnetisch vermogen van het nieuwe
leven openbaar. Immers, wat een mens
bezit en ontvangt, straalt hij ook uit.
Wie in het licht van deze actuele ont
wikkelingen tot het nieuwe leven gaat be
sluiten en door de poort van het rozen-
hart binnengaat, zal door de aanraking
van de nieuwe kracht een biologische ver
andering ondergaan. Deze verandering
zal eerst blijken in het bloed, dan in alle
organen en vervolgens in alle voertuigen
der persoonlijkheid. Al deze veranderin
gen vormen het begin van transfiguratie.
Allen die zich tot deze nieuwe mensen-
groep tezamen voegen, vertonen deze sig
natuur. Zij zullen structureel veranderen
en aan transfiguratie onderworpen worden.
De nieuwe elektromagnetische kracht
die onze wereld binnenvloeit is niet uit de
dialectische natuur te verklaren. Dit
fluï de van het nieuwe leven stroomt het
stelsel van de mens binnen, zodra hij zich
daarvoor op de juiste wijze opent. Het
groeit aan tot een brede stroom zodra
meerderen dat doen. Zo vormt zich een
nieuwe atmosfeer die de gehele aarde zal
omringen en doortrekken.
Hoe leer ik in harmonie te leven met
deze nieuwe atmosfeer? Ons antwoord
luidt: door de alchemie van de Gouden
Rozenkruisers! Wij bieden u de kennis
van deze alchemie van ganser harte en
om niet aan.
UITSLUITEND TRANSFIGURI5TI5CHE
ALCHEMIE
Rozenkruisers waren altijd alchemis
ten. Maar er zijn altijd twee soorten alche
mie geweest: de dialectische alchemie èn
de transfiguristische alchemie. De dialec
tische wordt toegepast door occultisten.
Daarom zijn er in de wereld velen die
zich Rozenkruisers noemen, maar occul
tisten zijn. Het aanbod dat wij u doen,
heeft uitsluitend betrekking op de transfi
guristische alchemie. Om de dialectische
alchemie te beoefenen moet u niet bij ons
zijn.
De alchemie van de Rozenkruisers
steunt op verandering van het bloed in de
ruimste zin van het woord: het slangen-
vuur, het zenuwfluï de en de bloedvloei
stof. Dit drievoudige bloed is onze levens
basis. Het is ons ik, ons bewustzijn, onze
ziel. Ons gehele verleden, ons gehele
karma, ons gehele karakter hebben hun
basis in het bloed. Het drievoudige bloed
is de kern, de ziel, van de microkosmos.
8
11. Alle magnetische krachten en alle invloe
den daarvan manifesteren zich in het
bloed en leggen daarin hun bedoelingen
vast. Daarom steunt transfiguristische al-
chemie op de verandering van het bloed,
terwijl dialectische alchemie het bloed,
het zenuwfluï de en de organen die daar
mee verbonden zijn, cultiveert. Het resul
taat daarvan is een zeer zelfbewust, ikcen
traal mens. Iemand die zegt: «Ik kan alles.
Ik ben alles. Ik ben god. Ik ben de über
mensch.»
De transfiguristische alchemie begint
bij het opbreken van het ik.Wat de occulte
alchemie als basis gebruikt, wordt door de
transfiguristische alchemie volstrekt en
onvoorwaardelijk aangetast. Daarom zal
de Broederschap het ik niet als leider van
het veranderingsproces stellen en nimmer
bij het ik aanknopen.
OPGEvEN VAN HET IK IS ESSENTIEEL
Als u let op de Universele Leer van alle
tijden, ontdekt u dat het opgeven van het
ik duidelijk aan het daglicht treedt. Lao
Tse spreekt over het opgeven van het ik
door een leven in niet-doen en niet-zijn.
«Dit is, » zo zegt hij, «de sleutel tot Tao.»
Boeddha leert het niet-gehecht zijn, de to
tale neutralisatie van het zelf. Christus
zegt: «Wie zijn leven, zijn ik, zal willen
verliezen om mijnentwil, die zal het, Tao,
vinden. » De Katharen stelden het endura,
de ikdoding. Christiaan Rozenkruis doet
in zijn Alchemische Bruiloft hetzelfde: de
ridders van de gouden steen zweren het
eigen ik volkomen af; zij dragen het over
aan de Gnosis.
Zo blijkt ons voorstel niet nieuw te
zijn. Transfiguristische alchemie is na
drukkelijk geen proces waarin het ik zich
ontwikkelt. Het moet beginnen met de
zelfovergave van het ik.
2 ~) d;»~vexJ4~z_v~ ~ -
No !P~
~ ~ ~a~9»ea&w~I~.
~ ~ ≥~%,n~%,a. ~e~a»e~j wave
av~.. av~. evea.
Beschikkende op de vcrzoekschritten ter bekoming van erkenning van de
daarin genoemde, voor minder dan dertig jaren aangegane vereenigisgen door
goedkeuring van hare daarbij overgelegde statuten;
Gelet up de voorschritten der wet van 22 April 1855 (Sflxa/abladu’.32)
in het algemeen en op art. 6, tweede tid, dier wet in het bijzonder;
Op de voordracht van Onzen Minister van Justitie van den
21 800teraber 1935 , I~’~ Atdeeling B, N°. 878
HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VEItSTAAN:
de ooergelegde statuten der navotgende vereenigingen goed te keuren en deze
vereenigingen mitsdien te erkennen; te weten;
10. nou.
178. do vereeniging: “lIet Ruzelwuineru Gen0000eha»”, geven—
tigd te ltuu~1om.
Onze mi ter va,tf’~lustilie is belasl met de uitg~e~jrtÇv,gn dit ~esluil, enz.
den y-~t~~a. t933.
De Minister van Justitie, (Oel.) WtLI-IELMINA.
(Oet.)
Overeenkomstig het oorspronkelijke,
~
er eensluidend niltreknO(
DeS~et~,-Qwaeats~ueemd,
Tenslotte willen wij u zeggen — zo dit
nog een probleem voor u mocht zijn — dat
u de betekenis van de woorden: « Wie zijn
leven zal willen verliezen om mijnentwil,
die zal het behouden», goed moet ver
staan. Wie de zelfovergave op de juiste
wijze toepast, zal een bewustzijnsverglij
den van het oude ik in het nieuwe ik on
dergaan. De oude ziel zal ondergaan, ter
wijl terzelfder tijd, zonder enig vacuüm,
een nieuwe ziel zal verrijzen.
Moge deze, onze nieuwe Fama, wor
den verstaan zoals zij is bedoeld!
Jan van Rijckenborgh
De vereniging
‘Het Roze
kruisers Genoot
schap’ te Haarlem
werdop25
september 1935
bij Koninklijk
Besluit erkend en
goedgekeurd. De
acte werd op Het
Loo getekend
door Koningin
Wilhelmina.
9
12. SCHEP MIJ EEN REIN HART, 0 MIJN G0D
(Fragment uit een toespraak van Catharose de Petri)
Het is u bekend dat van het zielecen- Willen, denken, begeren en verlangen
trum vele werkingen uitgaan. Ziet u spelen vaak een verwoestend spel in ons
leven. Wanneer Wij de chaos overzien van
daarom het zielecentrum als het cen
ons gevoelsleven, dan weten wij, dat ons
trum van het hoofdheiligdom en van hart onrein is. Daar het hart de toegangs
Catharose de het hartheiligdom. Enerzijds beleven- poort voor de Gnosis is, hebben wij in de
Petri en Jan van
• 1 •,~ 1 eerste plaats te streven naar een rein hart.Rijckenborgh in aigt net zietecentrum net wuten en net
Hoe reiner en zuiverder ons hart is, hoece tuin van net
Conferentie-oord denken, anderzijds ook het begeren en/ beter en duidelijker de roepende stem van
Renova. ofhet verlangen. de Gnosis in ons. Een rein hart is absolute
voorwaarde.
Zuiverheid van verlangens,
zuiverheid van motieven,
zuiverheid van geloof hoop en liefde,
zij vormen de allergrootste eis.
Iedereen die nog maar nauwelijks de eer
ste, aarzelende stappen op het Pad zet,
kan daarmee een begin maken. Dit
wordt mogelijk door de Roos des Harten.
Zij is niet alleen gevoelig voor gnostieke
impulsen van buitenaf maar ook voor
noodkreten van onze zielekern. Wanneer
het bewustzijn die nood ervaart en naar
bevrijding zucht, ontvangt de Roos als het
ware een magnetische schok. De nagalm
van de noodkreet zendt zij dan uit naar
het sternum. De kracht van de Roos breekt
een opening in het hartheiligdom. Zo komt
het eerste antwoord van de Gnosis tot
stand met behulp van de Roos.
Op dat begin dient ieder mensenkind
voort te bouwen en allereerst te streven
naar reiniging van het hart. Want door
deze reiniging openen wij ons stelsel steeds
beter voor het verdere proces des heils.
Daarom wordt in alle Heilige Taal de
nadruk gelegd op deze reiniging en
13. DE Roos EN HET KRUIS
redding van het hart. « Schep mij een rein
hart, o God», is de kreet van de waarlijk
hunkerende ziel die begrifr’t. De muur
van de onheilige ikcentrale verlangens
moet doorbroken worden.
Wie deze reiniging zonder ophouden toe
past en nimmer met zichzelf tevreden is,
zal de bevrijdende gevolgen in zijn gehele
levensstaat ervaren. Zo is deze eerste
schrede op dit Pad tevens het bewijs en de
toepassing van het zo noodzakelijke Berg-
rede-leven.
«Zalig zijn de reinen van hart, want zij
zullen God zien.
Catharose de Petri
« Wij roepen in uw bewustzijn het beeld
op van een gestileerde roos die wordt ge
vormd door zeven in elkaar vloeiende
cirkels met een gemeenschappelijk hart.
Zij is het symbool der kosmische zeven
heid van de werkelijke goddelijke aar
deplaneet.
T.Jmag hierbij niet denken aan de zeven
planeten van ons zonnestelsel, noch aan
de diverse sferen van ons levensveld,
maar u dient hierin uitsluitend een aan
duiding te zien van de heilige, goddelijke
aarde zoals zij voorheen was en tot op dit
uur is. Het betreft hier een stelsel dat men
het best kan omschrijven als een systeem
van zeven in elkaar wentelende bollen
met een gemeenschappelijk hart.
Het is begrijpelijk, dat de ouden een
bloem kozen, een reine roos, lelie, of
lotus om een schone verbeelding te geven
van deze eeuwige, goddelijke werkelijk
heid. Soms zien we één bloem, dan weer
een krans van zeven bloemen die steeds
de ene idee uitdragen: de goddelijke ze
venvoudige aarde, wordende en eeuwig
zijnde uit de oergrond van het al.
Zoals de ware aarde is, zo moet ook de
ware mens zijn. Daarom duidt de heilige
bloem niet slechts op de macrokosmos,
maar ook op de microkosmos. Om de ge
vallen microkosmos weer in zijn oor
spronkelijke staat te brengen, moet hij
twee processen doorstrijden en doorle
ven. Moet hij twee wegen gaan. Een weg
van afscheid, van verbreking, van een
totaal enduristisch sterven, voorgesteld
Vanaf haar prilste jeugd was Ca
tharose de Petri zich bewust van de
geestelijke opdracht in haar leven. In
1930 aanvaardde zij haar taak als
Geestelijk Leidster van de Geestes
school van het Gouden Rozenkruis,
tezamen met Z~V Leene en Jan van
Rijckenborgh.
Zij wijdde zich geheel aan het spi
rituele werk van de Universele Broe
derschap Christi ten dienste van we
reld en mensheid. Zij droeg haar
boodschap uit voor allen die luisteren
wilden en wees hen op het doel van
het leven: het vrijmaken van de on
seerfelijke ziel, en dat voert tot trans
figuratie. Het Rozenkruisersdevies
was hââr devies: Zeifvergeten dienst
baar zijn voor anderen is de veiligste
en meest blijde weg tot God.
11
14. door een horizontale balk; en een pad van
nieuwe opgang, van nieuwe wording, we
dergeboorte, transfiguratie, voorgesteld
door een verticale balk. De bloem, de
roos, zal dus met het kruis onherroepelijk
een eenheid moeten vormen.
De verticale balk van het kruis staat
met zijn voet in het duistere aardediep ge
plant, als bewijs van het glorieuze feit dat
het pad van transfiguratie inderdaad in
het hier, in de wereld van tegenstellingen
en veranderingen, van opgaan, blinken en
verzinken, kan worden aangevangen. De
horizontale balk van het kruis, de weg
van natuurverbreking, heeft geen directe
binding met de natuurgrond van de dia
lectiek. Immers, dit afscheid is zeer tegen-
natuurlijk, het wordt een dwaasheid ge
acht. Maar wat naar de maatstaven van
de gewone, natuurlijke bezinning een vol
strekte dwaasheid is, wordt goddelijke
wijsheid wanneer wij de weg van het en
dura bewandelen.
Onze handen zijn v66r alles directe
‘organen’ van handeling. Daarom, wan
neer de kandidaat in de Christusmyste
riën het pad van het endura gaat, wordt
procesmatig zijn dialectisch handelen ge
staakt. Dan worden zijn handen aan het
kruis genageld. Dan kunnen zijn voeten
het gewone doen van alle dag niet meer
volgen. Zijn voet wil het nieuwe pad
gaan, het verticale pad van opstanding,
van herrijzenis. En dus is ook zijn voet
naar de oude natuur geklonken aan het
hout.
In het hart van het kruis, dat de kandi
daat in zich zelf heeft opgericht, gaat een
bloem ontluiken, de wonderbare bloem,
‘het kostbare juweel in de lotus’. Dat is het
geestvonkatoom, één der allerkleinste
atomen. Onvoorstelbaar klein, zoals in
het zaad van de bloem het embryo van de
gehele plant, van heel de komende wor
ding, onvoorstelbaar klein aanwezig is.
En de kandidaat juicht: «0, kostbaar ju
weel in de lotus, 0, roos die aan het kruis
ontbloeit; Eloi, Eloi, lama sabachtani (0,
Elohim, hoe hebt Gij mij verheerlijkt)!»
En tenslotte klinkt de bevrijdingsroep:
«Consummatum Est (Het is volbracht)!»
Uit: J. van Rijckenborgh, De Komende Nieuwe
Mens, Rozenkrujs Pers, Haarlem, vijfde druk
1999
12
15. INNERLIJKE VRIJHEID MOET AFGEVOCHTEN WORDEN
Toespraak doorjR. Ritman, stichter van de bibliotheca Philosophica Hermetica
Wij achten het een bijzonder voorrecht
om de viering van het 200-jarige be
staan van de Koninklijke Bibliotheek
te mogen verbinden met de historische
tentoonstelling ‘De Roep van het Rozen-
kruis ~ die tevens het 75-jarig jubileum
van de School van het Gouden Rozen-
kruis inluidt.
zijn de heer Van Drimmelen en zijn
staf bijzonder erkentelijk dat zij de deuren
van de Koninklijke Bibliotheek wijd ge
opend hebben om het Lectorium Rosi
crucianum in de gelegenheid te stellen
om ‘De Roep van het Rozenkruis’ in het
volle daglicht van deze tijd te plaatsen.
Het initiatief voor deze tentoonstelling
ontstaat in een tijdsbeeld, waarin meer
dat ooit een appèl wordt gedaan op het
geweten van een consumptiemaatschap
pij, waarin het wegdrukken van de funda
mentele levenswaarden de boventoon lijkt
te gaan voeren.
Het was op 24 augustus 1924 dat de
stichters van de School van het Rozen-
kruis, de gebroeders Jan en Wim Leene,
op Bakenessergracht 13 in Haarlem hun
zoektocht naar het geestelijk testament
van de Broederschap van het Rozenkruis
aanvingen. Dit was ruim 300 jaar na het
verschijnen van de Rozenkruisersmani
festen, de Fama Fraternitatis Rosae Cru
cis (De roep van de Rozenkruisers
broederschap), de Confessio Fraternitatis
(De Belijdenis van de Rozenkruisersbroe
derschap) en de Chymische Hochzeit des
Christian Rosencreutz (De Alchemische
Bruiloft van Christiaan Rozenkruis) in
respectievelijk 1614, 1615 en 1616.
De Broederschap van het Rozenkruis
ontstond in het begin van de 17e eeuw, aan
de vooravond van de Dertigjarige Oorlog,
één van de bloedigste godsdienstoorlogen
die Europa gekend heeft. Hierin stonden
de verdedigers van de Reformatie, de na-
volgers van Luther en Calvijn, tegenover
een machtsblok van de Habsburgse mo
narchie, dat in een monsterverbond met
de Kerk van Rome alle machtsmiddelen
tot behoud van hun zeggenschap over
Kerk en Staat in de strijd wierp.
Het is geen toeval dat JohannValentin
Andreae, die in nauwe samenwerking
met zijn inspirator Tobias Hess de Mani
festen der Rozenkruisers het licht deed
zien, een kleinzoon was van één van de
naaste medewerkers van Luther, Jacob
Andreae.
REFORMATIE GING NIET VER GENOEG
De Rozenkruisersmanifesten hadden
hun oorsprong in de behoefte van die tijd
om tot een nieuw samenlevingsideaal te
komen, een ideaal waar vele Europese vor
stenhuizen uit die tijd, zoals die in de Lage
Landen, Duitsland en Frankrijk, met hart
en ziel achter stonden. De Reformatie
ging de samenstellers van de Manifesten
niet ver genoeg. Zij verweten de navolgers
van Johannes Hus, Maarten Luther enjo
hannes Calvijn dat zij teveel in de oude
toestand bleven stilstaan en nog teveel te
gast waren bij de ‘oude vleespotten van
Egypte’. Het radicale element bij de
vroege Rozenkruisers bestond niet alleen
13
17. hierin, dat zij voorvechters waren van de
vrijheid van het individu, maar ook oprie
pen tot innerlijk Christendom, tot le
vende navolging van Christus, de inwij
dingsweg van de ziel. Dus streefden zij
niet alleen naar bevrijding van het indi
vidu en naar vrijheid voor zijn intellec
tuele actieradius, maar in de eerste plaats
naar vrijheid van de levende ziel, het diep
ste innerlijk, dat als een levende harte
klop, ja, als een verborgen hartslag in
ieder van ons aanwezig is.
VERNIEUWING VAN BINNENUIT
De christelijke belevingsweg was voor
hen geen uiterlijke vormendienst, maar
het stellen van de spirituele levensdaad,
die het bewustzijn van de mens ingrijpend
verandert. Daarom spreekt de Fama Fra
ternitatis van een christelijke broeder
schap, waarin alle wijsheidsaanzichten
van de totale mensheidsgang centraal
staan en onderzocht worden. Wij citeren:
«Nadat de alleen-wijze en genadige God
in deze laatste tijden Zijn Genade en
Goedheid zo rijkelijk overhet menselijk ge
slacht heeft uitgegoten, dat zich het in
zicht, zowel aangaande Zijn Zoon als met
betrekking tot de Natuur, meer en meer
verdiept heeft, mogen wij terecht gewagen
van een gelukkige tijd, waarin Hij ons niet
alleen de he~fl der onbekende en verborgen
wereld heeft doen vinden en ons deze
geopenbaard heeft, en ons vele en wonder
baarljke en tevoren nimmer geziene wer
ken en schepselen der Natuur heeft ge
toond, doch bovendien zeer verlichte, ge
niale mensen heeft doen opstaan, die de
ontaarde en onvolkomen Kunst ten dele
wederom hersteld hebben, opdat toch ein
delijk de mens zijn adeldom en heerlijk
heid zou verstaan, en inzien om welke
reden hij microkosmos genoemd wordt en
hoever zijn Kunst in de Natuur reikt. »
Daarom sprak de inspirator van de Mani
festen, Tobias Hess, over een derde mens
heidsperiode: die van de Heilige Geest,
die het Christendom van binnenuit
moest vernieuwen.
De door ons allen heden ten dage zo
gekoesterde rechten als vrijheid van gods
dienst, scheiding tussen kerk en staat, vrij
heid van drukpers, recht op vrije menings
uiting die wij als de verworvenheden van
onze tijd beschouwen, moesten in de tijd
van de Rozenkruisersmanifesten nog let
terlijk afgevochten worden op het domi
nerende gezag. Prins Willem van Oranje,
Marnix van St. Aldegonde, de Graven
van Egmond en Hoorn, de strateeg Prins
Maurits, de doortastende Prins Frederik
Hendrik en velen met hen vochten voor
de vrijheid van het individu. Zij braken
de knechting van de toenmalige Roomse
heersers van Europa! Wij zouden hier
vandaag niet in de Koninklijke Biblio
theek te gast kunnen zijn als de Oranjes
niet met inzet van hun leven, lijf en goed
gestreden hadden voor de godsdienstvrij
heid die door de Reformatie in Europa een
nieuwe samenlevingsbeeld, een nieuw le
vensklimaat mogelijk maakte.
VOEDINGSBODEM VOOR SPIRITUELE
GEDACHTEN
Na de val van Antwerpen in 1585
begon een grote uittocht naar Amster
dam, Leiden en Haarlem, waar vrijheid
van godsdienst en vrijheid van drukpers
bestonden. Hierdoor vond een stroom
van spiritualistische literatuur zijn weg
naar Holland en er ontstond daar een spi
rituele voedingsbodem voor Rozenkrui
sers, Humanisten, Lutheranen, Calvinis
ten, Remonstranten en Contra-Remon
stranten. Zij legden het pluriforme
Afbeelding uit
Mein Manuscript
von Stem der
weisen, Frosch
mayer von
Scheibenhoif,
18e eeuw.
15
18. gedachtengoed van de Lage Landen in
hun geschriften vast en droegen het in
hun leven uit.
Door de erfenis van de Renaissance en
het daaruit voortvloeiende Humanisme,
door de Reformatie en het zich ontwikke
lende Protestantisme ontstond in de Ne
derlanden van de 17e eeuw een kleurrijk
stuk geschiedenis, dat niet meer is weg te
denken uit onze samenleving. Grote Hol
landse schrijvers en geleerden als Eras
mus, Vossius, Barlaeus, Huygens, Boer
haave, R C. Hooft, Descartes en Spinoza
hebben op het intellectuele en natuurwe
tenschappelijke vlak een belangrijke bij
drage geleverd aan de ontwikkeling van
het Europese denken.
Wij kunnen rustig stellen, dat het hui
dige Europese spirituele denken mede ge-
vormd is door de ontwikkelingen in de
16e en 17e eeuw in de Lage Landen. Be
langrijke Europese theosofen als Gichtel,
Brecklin, Giftheil, Kuhlmann en de grote
pedagoog Comenius vonden een veilige
haven in Amsterdam, waar hun geschrif
ten door Hendrik Betkius, Abraham Wil
lemz van Beyerland en vele anderen ge
drukt werden, waarna ze overal in Europa
hun bestemming vonden. Ook het volle
dige werk vanJacob Boehme werd in Am
sterdam gedrukt.
BEDREIGING VAN DE SPIRITUELE IMPUL5
De stichters van de moderne School
van het Rozenkruis, Jan en Wim Leene,
leefden en werkten in de periode tussen
de twee wereldoorlogen van 1914-18 en
1939-45. Een tijd die te vergelijken is met
het begin van de 17e eeuw. Zij waren zich
sterk bewust van de mate waarin het poli
tieke beeld van de dertiger jaren bepaald
werd door het opkomend nationaal socia
lisme. Zij zagen de uitkomsten van de ex
pansiedrift van Duitsland niet alleen als
een gevaarlijke politieke aardverschuiving
op de landkaart van Europa, maar ook als
een bedreiging voor de grote spirituele im
puls, die aan het begin van de eeuw was
ingezet door spirituele denkers als H.P.
Blavatsky, dr. Rudolf Steiner en Max
Heindel.
Temidden van grote onrust en oor
logsdreiging in Europa gingen de gebroe
ders Leene op zoek naar de bron en de
wortels van de spirituele bevrijdingsdrang
die de Renaissance, het Humanisme en
vervolgens de Reformatie zo sterk be
paalde en die in alle geledingen in Europa
heeft doorgewerkt. Deze zoektocht werd
bekroond met de ontdekking van de Broe
derschap van het Rozenkruis in haar
spirituele erfenis, haar geestelijk testa
De Steen der
Wijzen, Manly
P. Hall
16
19. ment. In 1936 vonden zij in het British
Museum te Londen de originele uit
gaven van de Fama, de Confessio, de
Chymische Hochzeit en nog een ander
geschrift van Andreae, de Republicae
Chistianopolitanae.
In de geschriften van de gebroeders
Leene, die vanaf de dertiger jaren in ge
drukte vorm begonnen te circuleren, vin
den wij de weerklank van hun innerlijke
onrust en hun grote dienende mensen-
liefde. Zij toonden aan, dat ook nû de poli
tieke machtsinstrumenten die zich in Eu
ropa mobiliseerden de spirituele vrijheid
binnen de samenleving bedreigden en be
knotten. Zij begrepen ook, en velen met
hen, dat om deze vrijheid gevochten
moest worden. Maar zij zochten hun
kracht in de wapenrusting Gods, be
kroond met de helm van de hoop en het
zwaard van de liefde, gesteund door de
kracht van hun scherpe tong en door het
stellen van de daad. Daardoor ligt de wijs
begeerte van de moderne Rozenkruisers
verankerd in een praktische, levende zie
lengemeenschap die hunkert naar de ont
moeting met de Geest.
MILJoENEN HOOFDEN EN HARTEN IN
BEWEGING GEBRACHT
Toen Jan en Wim Leene in 1935 hun
Geestesschool stichtten, deden zij dit uit
oprechte levensovertuiging. Daarmee
plaatsten zij zich in de rijen van grote
spirituele leraren als Helena Petrovna
Blavatsky, die in 1875 te New York de
Theosophical Society stichtte, Max Hein
del, die in 1909 de Rosicrucian Fellowship
stichtte, en dr. Rudolf Steiner, die in
1913 het fundament voor de Antropo
sofie legde. Zo zetten zij zich in voor ver
werkelijking van de Rozenkruisersidea
len, waaruit ook de grondlegger van de
A.M.O.R.C., imperator Harvey Spencer
Lewis, in 1909 zijn inspiratie putte.
De grote geestesscholen en wijsheids
stromingen die hun weerklank vinden in
de Theosofie, de Antroposofie en de Ro
zenkruisers, hebben in de afgelopen eeu
wen miljoenen mensenhoofden en men
senharten in beweging gebracht. Hiervan
getuigt mevrouw Blavatsky met de vol
gende woorden: «Want de inhoud van dit
boek, ‘De Geheime Leer’, kan worden ge
vonden, verspreid over duizenden boekde
len die de geschriften omvatten van de
grote Aziatische en vroege Europese reli
gies, verborgen achter tekens en symbolen,
die ten gevolge van deze sluier tot nu toe
onopgemerkt bleven. Wat nu wordt gepro
beerd, is de oudste leerstelling samen te
brengen en daarvan één harmonisch sa
menhangend geheel te maken. »
Hoe deden zij dat? Door op elk gebied
van de natuur de oudste tradities te toet
sen, te onderzoeken en te controleren op
basis van de onafhankelijke visioenen van
grote adepten. Dat wil zeggen: zij werden
mensen die hun fysieke, psychische en
geestelijke gestel tot de hoogst mogelijke
graad hebben ontwikkeld en vervol
maakt.
Van geen adept werd het visioen aan
vaard, voordat het was gecontroleerd en
bevestigd door de visioenen van andere
adepten — zo verkregen dat zij als op zich
zelf staande bewijzen konden dienen — en
door eeuwen van ondervinding.
De snelle en doordringende blik van
die zieners reikte tot de kern van de mate
rie zelf en nam de ziel van de dingen waar,
terwijl een gewone oningewijde, hoe ge
leerd dan ook, slechts de uiterlijke vorm
zou hebben waargenomen.
Maar de moderne wetenschap gelooft
niet in de ‘ziel van de dingen’ en zij zal
daarom het stelsel van de oude cosmogo
17
20. nie verwerpen. Ze gelooft dat het heelal en
alles daarin geleidelijk is opgebouwd door
blinde krachten, inherent aan de materie.
En zo getuigt Max Heindel in zijn ge
schrift Waarom ik een Rozenkruiser ben:
«Om te beginnen zou verklaard moeten
worden, waarom bestudeerders van de
Leer der Rozenkruisers zich ze~fgeen ‘Ro
zenkruisers’noemen. Deze naam komt al
leen aan de Oudere Broeders, de werke
lijke deelgenoten van die Orde toe, die de
Hogepriesters zijn van de Westerse Wijs-
heidsleringen. Zij staan in hun geestelijke
ontwikkeling even ver boven de levende,
grootse Heilige, als deze staat boven de
laagstefetisj-aanbidde~ »
In zijn toespraak overDegeheimefigu
ren der Rozenkruisers zei dr. Rudolf Stei
ner: «Hetgeen door de Rozenkruiser der
middeleeuwen werd beleefd, bij de aan
blik der natuurprocessen, is een heilige na
tuurwetenschap. Wat de Rozenkruiser kon
beleven ten aanzien van Geestelijke offer
gezindheid~ aan grote vreugden, grote na
tuurgebeurtenissen, aan smart en treurig
heid, al die verheven voorvallen tijdens
de experimenten door hem genomen,
werkte bevrijdend en verlossend op hem
in. Wat de verschillende Godsdiensten bij
machte waren te geven, is door Christiaan
Rozenkruis en het Collegium van de
Twaalven verzameld. De uitwerking
daarvan zal nu datgene zijn, wat de ver
schillende religies afzonderlijk hebben ge
geven en wat door hun belijders is nage
streefd en verlangd, namelijk dit te vinden
in de Christusimpuls.
Dit nu zal de ontwikkeling van de ko
mende drieduizend jaren zijn: het begrip
voor die Christusimpuls te scheppen en te
doen toenemen. Vanafde 20e eeuw zullen
alle religies verenigd zijn in het Rozen
kruisers Mysterium. Zulks zal mogelijk
zijn binnen de komende drieduizend
jaren, omdat het niet langer nodig zal
zijn de mensheid te beleren, te onderrich
ten door middel van hetgeen in documen
ten is vastgelegd. De aanblik van de Chris
tus zè~f zal de mensheid doen verstaan,
wat Paulus op weg naar Damascus heeft
beleefd; de mensheid zètfzal door dit Pau
lus-beleven heengaan. »
Jan Leene, die als schrijver en groot
meester de naam Jan van Rijckenborgh
aannam, schrijft in 1939 in zijn commen
taar op deFama Fraternitatis: «Toen Max
Heindel in 1909 optrad~ was de tijd nog
niet gekomen om zulks volledig te openba
ren. Eeuwenlang wisten de Broeders van
het Rozenkruis hun bedoelingen te maske
ren en ook Max Heindel had zich terzake
aan een opdracht te houden, hoewel hij de
grote beweging der moderne Rozenkruise
rij inluidde. Dat hij wist van de grote roe
ping der Broederschap voor de twintigste
eeuw, blijkt uit de grondwet: Een helder
verstand, een liefdevol hart en een gezond
lichaam. Een helder verstand — Waarheid;
een liefdevol hart — Goedheid, een gezond
lichaam — Gerechtigheid.
En het is een deel van onze grote
vreugde dat wij, onze roeping volgende,
op de grondslagen, door Max Heindel des
tijds gelegd, hebben mogen voortbouwen,
en de Rozenkruisersarbeid tot steeds groot
ser openbaring hebben mogen voortstu
wen. In wijde glorie verschijnt voor ons
hetgrote werk. In een nimmer tevoren ver
moede glorie!
De Oudere Broeders hebben voor hun
tegenwoordige wereldwerk een grote
schare helpers nodig, getrainde gezellen,
die Jilosofisch en gnostiek-wetenschap
pelijk bij zijn. Was van tevoren aange
kondigd, waartoe de Rozenkruisersarbeid
diende, dan was door de bekende aanval
len der zwarte scharen al heel spoedig het
beginnende werk vernietigd. Doch door
18
21. het grootse werk van het Rozenkruis zijn
duizenden wakker geworden. Heindel
had velen in hart en hoofd gegrepen, en
sommigen zijn hier en daar uitgekozen
voor speciale beï nvloeding. Zij zijn jaren
lang geschoold en beproefd, zij hebben het
ontzettend moeilijk gehad, en op het mo
ment dat het zwarte blok onraad begon te
vermoeden en zijn vazallen overal neerstre
ken om het werk dat gevaarlijk dreigde te
worden, te ondergraven, verrees uit de as
van Heindels offe~ uit Heindels liefde, het
herboren Rozenkruis, een nieuw apparaat
voor de Broederschap van het Licht.
En nu, op het psychologisch moment,
dat de zwarte schaduw zich gedeclareerd
heeft en ligt te stuiptrekken in machteloze
woede, spreken wij u van de grote hervor
ming, van de nieuwe hervorming, van een
nieuwe dageraad der tijden. Bloedrood
stij~t de Zon van Aquarius boven de kim.
Als een gouden bol, symbool van Christus’
glorie, zal hij zijn weg naar het zenit ver
volgen.
Toen, in 2909, wisten de broeders reeds
van het grote wereidgebeuren dat wij de
twee wereldoorlogen noemen; toen wist
men reeds van hetfascistische monster dat
de muil zou openen om de argeloze massa
te verslinden. Daarom kwam Max Hein
del om door zijn publicaties een helden-
schaar te kweken; ri]~ voor het juiste mo
ment, geschikt op het juiste moment, ge
reed om te worden gebruikt. En dat is nu
onze vreugde, dat deze kerngroep inmid
dels door het in een nieuwe gestalte herre
zen Rozenkruis belangrijk versterkt en uit
gebreid, mede partij is in het mechaniek
der nieuwe openbaring en dat wij er onze
bescheiden rol in mogen spelen. Dat wij tot
u mogen getuigen van dat nieuwe wereld
torsen en van nieuwe overwinningsglorie;
dat wij u mogen uitnodigen om mede op te
trekken naar dat nieuwe land.
Het Christenrealisme zal de geest, die
Luther tot handeling bewoog op een zeer
veel hoger niveau tot nieuwe openbaring
stuwen. Onder leiding van de Universele
Broederschapsketen des Lichts zal onweer
staanbaar in het wereldbestel worden in
gegrepen, om met het oog op de dreigende
algehele ondergang der mensheid, door ‘s
mensen verblinde levensgang zei/opgeroe
pen, de van Godswege verordineerde Her
vorming alsnog tot eenfeit maken, en aan
tallozen die nu nog in de greep van de
waan hun autoriteiten volgen, de gelegen
heid te schenken het Pad van regeneratie,
het Pad van terugkeer tot de oorspronke
Het Opus
Magnum is
voibracht,
Manly P. Hall
19
22. -
‘1
A
S,
~m~r%eft~cn. ~•
~n4g4~r rlP6n~,~14kIb
t v~.rfYutw
lid ø (~l~ ~~sii~~nl~Ç’
ij~W w~CÇiv~
~~(en1vkt~W
~
~1~4wini~ es~~~w~’
~t~ww~4n( ~Q~*7~r~’
4ç~~ ~ 4flÇ~.1I~ &tVDft
‘~rel1
ee
~e~w~uc9 .nnim~afroRüwr ~Çe~
r~j~~: nj$im~rn~oÎ iv4n
~&- “ .‘~
“1’ t - •5’
S- -
~ ~L ~
/
ç
23. lijke menselijke levensstaat, te vinden en te
betreden.
Bij het uitbreken van de tweede we
reldoorlog hebben de bewegingen die de
Zwarte machten dienden, zodra zij aan
het bewind waren, de esoterische groepen,
waaronder die van het Rozenkruis, naar
hun uiterlijke gestalte neergeslagen. De
ware Rozenkruisersbeweging echter is
even ongrijpbaar als de lucht en met grote
kracht werd en wordtgewekt door deBroe
ders van het Licht. Niets en niemand kan
de zegevierende opmars tegenhouden,
niets en niemand kan de hervorming een
halt gebieden. Temidden van om zich
heen grijpende ontbindingskrachten in Eu
ropa en de ganse wereld, wordt de over
winning voorbereid. De golven der her
vorming, de onweerstaanbare Krachten
van het Etherlichaam van Christiaan
Rozenkruis, verheffen zich met goddelijke
majesteit en omvatten en doordringen ons
ganse levensveld. En slechts het blok van
de Zwarte cultuur heeft deze Macht der
Aquarius-revolutie te vrezen.
Welke rol speelt de Broederschap van
het Rozenkruis in het mensheidsgebeuren?
Het is een Christenrol, een Christusbouw
in deze wereld: tot een bevrjdende wen
ding in de dramatische mensheidsgang,
naar de eis van den Logos.
Hoogten noch diepten vermogen ons te
scheiden van de liefde van Christus, die
slechts door mensenhoofden, mensenhar
ten en mensenhanden macht over ons
kan krijgen.
Rozenkruis staat en die tot uitdrukking
komt in de vele geschriften die door hon
derden navolgers van de Rozenkruisers
gepubliceerd zijn, maar ook in de belang
rijkste geestesstromingen van de 17e tot de
20e eeuw naar voren komt. Deze traditie
is lang, veel te lang, naar de periferie van
de samenleving verbannen geweest.
Deze tentoonstelling toont aan, dat
de Roep van het Rozenkruis in de af
gelopen vier eeuwen onophoudelijk ge
hoord èn nagevolgd werd, Vandaag klinkt
zij helderder dan ooit en zijn de sluiers van
schijnbare geheimzinnigheid weggeno
men. De deuren van de moderne Rozen
kruisersbroederschap staan voor iedereen
wijd open, zelfs voor de sectencommissies
die momenteel in Frankrijk, België, Zwit
serland en Duitsland op basis van onvolle
dig onderzoek de integriteit van de mo
derne Rozenkruisers in twijfel trekken.
Daarom is het van zo’n groot belang
dat de spirituele erfenis van grote denkers
en geestesstromingen, vastgelegd in tal
loze geschriften, mede in veiligheid is ge
bracht in, en op wetenschappelijk verant
woorde wijze wordt ontsloten door de
Bibliotheca Philosophica Hermetica; een
bibliotheek die wij tot ons nationale cul
tuurgoed mogen rekenen, en die daardoor
op haar eigen en waardige wijze een bij
drage kan leveren aan deze tentoonstel
ling in de Bibliotheek der Oranjes.
De boom der
Kennis van Goed
en Kwaad,
Geheime Figuren
der Rosenkreuzer.
Deze tentoonstelling is historisch, omdat
vanaf het verschijnen van de eerste Mani
festen met ieder nieuw geschrift, met ie
dere nieuwe opvolging van de broeder
schappelijke idealen, gevochten werd
voor de vrijheid van de Geest. Het is deze
geestkracht, die achter de Roep van het
21
24. PR0FETIE IS WERKELIJKHEID GEWORDEN
Toespraak doorA.H van den Brui, Lectorium Rosicrucianum
De Fama Fraternitatis, de Roep van de
Broederschap die een kleine vierhon
derdjaar geleden de wereld ingezonden
werd, is blijven klinken tot op heden, 10
december 1998. Dat bewijst deze ten
toonstelling. Daarin komt duidelijk
naar voren, hoe deze Roep eeuwenlang
heeft doorgewerkt tot op de dag van
vandaag. Dat bewijst ook u, dames en
heren, die hier in grote getale gekomen
bent voor de opening van deze bijzon
dere tentoonstelling.
~Vij zijn ervan overtuigd, dat alle aan
wezigen hier zich bewust zijn van een his
torisch moment in de tijd. Opnieuw
verschijnt een Nederlandse vertaling van
de Fama Fraternitatis. Een vertaling, die
door het onvermoeibare werk van dr. Car
los Cilly en wijlen Pleun van der Kooij de
orginele tekst het dichtst nabij komt.
Wij achten het dan ook van bijzondere
betekenis, dat de presentatie van deze
nieuwe vertaling plaats mag vinden in de
Koninklijke Bibliotheek, het centrum van
het Nederlandstalige boek, waar heden en
verleden zo volledig mogelijk vertegen
woordigd zijn.
Zo bevindt zich hier de eerste druk
van de Fama Fraternitatis in het Neder
lands, uitgegeven in het jaar 1615. Hetgeen
betekent, dat reeds een jaar na de eerste
druk in Kassel — in 1614 — de grote beteke
nis van dit geschrift in de Nederlanden be
grepen werd. En dat is nog immer zo.
Want wij kunnen zeggen, dat Amsterdam
niet alleen de hoofdstad van Nederland is,
maar eveneens de hoofdstad van de Ro
zenkruisersgeschriften, bijeengebracht in
de Bibliotheca Philosophica Hermetica te
Amsterdam. Een schatkamer van onnoe
melijk veel wijsheid en godsdienstige eer
bied, van werken die verwijzen naar de
Oer-Bron van het geestelijke zijn.Van wer
ken, die van uiterst groot belang zijn voor
het onderzoek dat met het functioneren
van de nieuwe Leerstoel in de geschiedenis
van de Hermetische Filosofie en verwante
stromingen gepaard zal gaan.
INSPIRERENDE GEESTELIJKE AGENS
Nu, een kleine vierhonderd jaar later,
wordt deFama Fraternitatis opnieuw met
grote interesse tegemoet gezien door al
diegenen, voor wie het woord Rozenkruis
niet alleen een intrigerend woord is, maar
ook een inspirerende geestelijke agens.
Hier willen wij aansluiten bij het voor-
Tijdens zijn openingstoespraak gaf
de heer AJ-Z van den Brui namens het
Lectorium Rosicrucianum en de uit
geverij Rozekruis Pers een exemplaar
van de nieuwe vertaling van de Fama
Fraternitatis ten geschenke aan dr~
W van Drimrnelen, directeur-biblio
thecaris van de Koninklijke Biblio
theek) aan mevrouw .ET Hamelink
Leene, dochter van de beer j Leene,,
aan de heerH Leenç, zoon van de beer
ZW Leene en aan de beerJJ~ Ritman,
stichtervan deBibliotheca Philosophica
Hermetica.
22
25. woord van dr. W. van Drimmelen in de ca
talogus van deze tenstoonstelling. Daarin
stelt hij terecht, dat deze spirituele agens
«tot op de dag van vandaag mensen bezig
houdt (en daarop willen wij de nadruk leg
gen) en inspireert. » Dat dit door de afgelo
pen eeuwen heen inderdaad zo is geweest,
blijkt uit het omvangrijke onderzoek dat
dr. Carlos Gilly heeft verricht en waarvan
de resultaten worden gepubliceerd in de
Bibliografie van de Vroege Rozenkruisers,
een boek waar wij met ongeduldig verlan
gen naar uitzien.
Dat de inspirerende kracht voor ontel
baren in onze tijd actueel is, kunnen wij
onderbouwen met de ervaringen die wij
opdoen tijdens onze reizen door Europa
en daarbuiten. Waar wij talloze mensen
ontmoeten die op de Roep van de Broe
derschap antwoorden en die de geestelijke
hervorming, die toch de diepste betekenis
is van de Roep van het Rozenkruis, in het
centrum van hun leven willen plaatsen.
Dat bewijst dat de Fama nog altijd klinkt
en op de draaggolf van haar spirituele
kracht wereldwijd mensen aanraakt. Het
antwoord op die aanraking blijft al lang
niet meer beperkt tot Europa.
Aan het eind van de twintigste eeuw
wordt zo de cirkel gesloten. Immers, aan
de basis van de Manifesten liggen dezelfde
wijsheid en dezelfde geestelijke impuls ten
grondslag, die lang voordien reeds in de
geschriften van Hermes Trismegistos
waren neergelegd. En niet te vergeten in
de gnostieke bronnen en in tal van arabi
sche en Griekse invloeden die ook uit de
Bijbel naar voren komen. Wij mogen
daarom wel zeggen, dat het Universele
NIEUWE GEBOORTE SCHEPPEN IN DE
MICROKOSMOS
In dit verband mogen wij grote be
wondering koesteren voor de vertaler
van de eerste Nederlandse uitgave van de
Fama uit 1615, en voor het antwoord van
Haslmayer daarop, waarin hij het ver
minkte ‘Cnothi Seauton’ herkende als
‘Kendt u selven’. Haslmayer begreep di
rect de diepe geestelijke betekenis van
Dr.W van Drim
melen, mevrouw
E.THamelink
Leene en de heer
H.Leene ont
vangen een
exemplaar van de
nieuwe vertaling
van de Fama uit
handen van de
heer A.H.van den
Brui
Woord, dat van de Oerbron van het
Leven uitgaat als een geestelijke kracht,
vrijgemaakt kân en moét worden om de
geestelijke waardigheid van de mens te
herstellen en hem zijn afkomst te doen
herinneren. Een afkomst, die als een god
delijk monadisch kernbeginsel in zijn
microkosmos verborgen ligt.
23
26. De dagbladen
Trouw, het Alge
meen Dagblad, het
Financieel Dagblad
en de Volkskrant
gaven een uitvoe
rige beschrijving
van de tentoon
stelling en haar
achtergronden.
deze woorden. Hij schreef, dat de mens
een nieuwe geboorte moet scheppen in
zijn microkosmos en dat hij die Nieuwe
Geestelijke Geboorte dient te vieren, wil
hij het Rijk van God eenmaal kunnen be
treden. De basis daartoe is het ‘Mens ken
uzelven’.
Deze aansporing doorgloeit de Mani
festen: « de Ware Mens te wekken, vooraf
gegaan door een innerlijke, geestelijke om
wenteling. »
U zult het ons niet euvel duiden, dat
wij, als leden van het Lectorium Rosicru
cianum de man, die voor ons het geheim
en de diepe betekenis van de Man~festen
der Rozenkruisers heeft ontsluierd, onze
grootmeester Jan van Rijckenborgh, be
wonderen en dankbaar zijn. Van jongs af
aan, zo heeft hij ons eens toevertrouwd,
wist hij dat de naam Rozenkruis in zijn
leven van grote betekenis zou zijn. Dat
heeft hij ook bewezen door opnieuw de
Roep van de Broederschap van het Rozen-
kruis in zijn volle omvang te doen herle
ven. Maar wat meer is, hij heeft de volle
betekenis van die Roep voor iedere zoeker
naar de Waarheid vrijgemaakt. Iedereen
die van zijn verklaringen van de Fama,
de Confessio en de Alchemische Bruiloft
kennis neemt, zal, ook al wenst hij het Ro
zenkruispad zoals Van Rijckenborgh dat
voor hem ontvouwt, niet te gaan, volmon
dig erkennen, dat er een grote geestelijke
schat uit deze geschriften is vrijgemaakt.
De Fama is voor Van Rijckenborgh
geen romantisch reisverhaal van ene
C.R.C., maar een mysteriegeschrift, waarin
het geestelijke pad dat de mens moet gaan
om tot wereld- en mensheidsvernieuwing
te komen, wordt uitgebeeld. In de Confrs
sio ziet hij niet een geloofsbelijdenis in de
geijkte betekenis, maar een geweldige pro
fetie, die in onze dagen op vervaarlijke
wijze wordt onthuld. Uit de Alchimische
Bruiloft ontvangt Van Rijckenborgh de
grote inspiratie die hem de sleutels in han
den geeft om dit geschrift, dat in zoveel
mystificaties is gehuld, te openen naar
zijn ware betekenis. Wij citeren Van
Rijckenborgh uit zijn inleiding tot de Al-
chemische Bruiloft: «Wie was, of beter is
Christiaan Rozenkruis? Hij is het proto
type van de ware, oorspronkelijke mens,
de nieuwe mens die waarlijk christen is;
die Christus in zich vrijgemaakt heeft
door het pad te gaan van het kruis in de
kracht van de roos. Het kruis is een ont
moeting tussen twee krachtlijnen die dia-
metraal tegenover elkaar staan. Het bete
kent een totale verandering, een omzet
ting van krachten, een alchemische
omzetting. De roos in de mens moet ver
bonden worden met haar ware levens-
veld, het veld der onsterfelijkheid. De roos
moet worden vrijgemaakt door de kruis-
weg van trans/guratie. Daarom spreken
wij van Rozenkruis. Men is Rozenkruiser,
wanneer men ditpad ten einde toe bewan
deld heeft. Men wordt Rozenkruiser, wan
neer men ermee aanvangt. Wie dit pad
aanvangt, beleeft natuurlijk ervaringen.
Voor zo iemand zal het heel belangrijk
zijn te weten ofzijn ervaringen en de ge
volgen daarvan juist zijn, of zij kloppen
met het pac4 of zijn reacties van dag tot
dag bij het gaan van dat pad, wel juist
zijn. Welnu, also/het een uiterst nauwkeu
rig verslag is van de eigen levensgang,
24
27. TrOUvt~ DONDERDAG 31 DECEMBER 1998
Ueervek Leer van de ltvoenkrvd.
nernwelliohtonbegrijpelijkenon.ree tong .rnkelijh zijn, inch staat dcve
eterieehe stroming volop in de
‘)RJMR van 5459 belangstelling. Daarvan getnigen
wonderbaarlijke de rijk gevulde uitstalkasten van
os mysteilrun. ze. de moderne bonklrandel. Nog
nd bnndollofeest, npeekeoder is het bericht dat de
in tloveoknris als Universiteit van Amsterdam een
verschijnen en de aparte hoogleraar krijgt voor de
cda optrad als oere- genotniedenin van de hermetinvbe
ren. De gasten wrr. fdosofie — de gnnotische eten.
opeenvvregnchaul ming die een belangrijke inspira.
ontvingen een Gul- ttebrnnwasvandeflozenkrnlneen
den binnen in en —en andere alternatieve religien.
nlot en worden Deteerrtnelwordtmngelijkdrnk
t met dans en to. rij de Ilnancible bijdrage non en
eiltie landgenoot. die vooralsnog
plaatste rich opde onbehendwrnntteblijren. Teken
het vierkante ei- den tijdn~ de alternatieve gods.
ipns meten acht dirnotontenechap oniplooit rich
rllrndetnren. waar op en moment slot de traditinne.
npelkeetagenirra. te pnrdlkansenopleiding aan de
beleefde. tlnren- UoAverdedjni.
- mee hoe en Ben ander voorbeeld is de ten.
traal rloeg in de toossntellirng De reepcnrn het erom
honing enen knsir, van is deijember int rg fe
ingen beiden brosari in de Koninklijke Iliblin.
er van de theeb in Den Haag. Aan de hand
node en last- van rlln nodeboeken krijgt de kr.
endegasten roeker en Isiniorisch ooerninhr
an deC00. van de gorenkrosinern, Dr Kit pot
‘envoartaan voor tweederde uit de Bibliollr.ca
~rGodsals Philenrpldca klerorlica, de kinto
le kenvbnn. ninclse verzameling van de Arts
‘lijke free. sterdamse oodrmemer en 9w
moenten rrnknaineo loont Ilitman. De en.
nvmijden~ positie is tenen aardniding noor
oovendirn weer en hneiv i’ama &alroriiao,
leven dan her radar rvonjj?rt der Re,rokrni.
rees Broederschap.
looft van InfleoHaagralookmatresaal
rvd begin te zien rijn vii nnilecties run ver.
door de wante groepen. Diverse steansin.
asValentin gen foorduren namrlljk voort op
neen van de hei gedaohiengued van de Bonen.
- Rooentorrai. kmuinrrs. In deeelfdr traditie
snkildert Im- staande antroposolle ende eIsen.
e srrbioding soge. kon syrohnlieklnaanneoig
rake gezien In delen van de snijmetnrlarlj.
ooonbjkbeide- Dok het hedondaagse ren-age.
ie graficus en derskenin eterkhelnnlneddoonde
derlsodenin Dr old agevan het roornkeuir.
fi ootaijjjivl, - Ondanks—ofrrnssclnirn juist
Daarin laat als gevolg van — de gemeen.
.arrrreks nchappelijkr oorsprong staan de
nvoeov’ soms op
vindt iedere leerling die het pad gaat, zijn
ervaringen en de gevolgen daarvan aan
gegeven in de ~Alchemische Bruiloft~
BLADZIJDE NA BLADZIJDE WORDT HET PAD
VERKLAARD
Zo ontvouwt Van Rijckenborgh voor
de Rozenkruisleerling het Rozenkruis
pad zoals het in de Alchemische Bruiloft
beschreven wordt. Bladzijde na bladzijde
ziet de leerling het pad voor zich en hij
tracht zelf een C.R.C. te worden. Op ge
lijke wijze heeft Jan van Rijckenborgh het
engstolliog noor de bistndncho to
oenhwiinvs ton en worden bon not
sprovkoljkewooilrstooin onrooge
h1hr tube vertaald.
Devnreiankn kloof noor rneoignon tin
grvvhiedeoir rode betvkrnis one de
Rneoehaoioennhewrgingrn oog all5d
in vovrleo gohold. Wet000chappees
stelden nteeds npninvrw do ovang of
vr wel wrebdjh Dooeohoaioers heb.
kon bostaun. Die wang wordt door
de teotoonntrltivg ‘De roep van net
Doronhi-as, die mnroovtrof insieto
rdnli1kr 9 bhnthovh in Den [laag Ir
keekhtigen is, knoentigrod h~arrt.
weord lIet ovennioerbge hstonincbe
onatreiaal dat doen in nanvnrngeltradnt
laat tien derde loemoierosvrij sinds
haar ootstaae in het begin van de
trventienrievrrmvcorreiebsovaarser
beogen, maan dnroodookn vedrr
wennen krovdr traditie is gobltvrrn.
Ook na nog rijn erin oo hidtoo Ne
derland inenten die ahh niet deen
en voernen maar nok trachten te le
nen vnlgrvn deadfde intootirs als
bon kasriehe a-nergovgoos. Dneern
kriuters, en laat de esgioutie en voor.
al de bijbehorende catalogus tien.
sijn geen leden van ren okacow seb.
te. maan rnoosen evettroeggrvtreode
kroon, dir ren rpidtoeei Ineen na.
ntreetdoo ee -streven Zij staan ode
iolrnaniie danrnmrrert rijn in wenen krt model
van de renroomteling svev do amnditie von dr
Rooenkrvioeru mde Knoinklimke Bibkndieeb. De
Broedernohap der Roneekrniarvo nninrnnd bets
nndettefnrsnade,wauooeeherclvnistelijbtrlnol
een protrssaastre variant h-een me
1101 sledagtvi’
Corpus Hermeticum, de boeken van Her-
mes Trismegistos besproken en verklaard.
De hermetische filosofie stond bij de klas
sieke Rozenkruisers in hoog aanzien.
De verklaringen van Van Rijcken
borgh van de Manifesten van de Rozen
kruizers alsmede die van het Corpus He
meticum zijn beide in vier delen uitge
bracht. Zij zijn inmiddels in meer dan
zeven talen vertaald en uitgegeven. Later
heeft Jan van Rijckenborgh ook een schit
terende uitleg gegeven van het gnostieke
Evangelie van de Pistis Sophia dat wordt
toegeschreven aan Valentinus. En hij
‘~ Geen rozen voor d
~ dnne Cmhk5r nare Limpt
DEN IIMO— Egyptssntre rnnoeikre
aan bot begin van de ehestoljho
aartvlling begroeven uit angst
‘r bloedige gndsdierrstoodogvn,
mavifrsteo dikwijls uit, ver
~
NN 6sZ
~
‘de’ -
- vl..~t, ~
vNe-~REFORMA9
: ~ Oproep tot regeneratie
c4~~xpositie Koninidijke Bibliotheek sluit aan bij groeiende belangstelling voor esoterie
“.reovMirs_ty Dien ~de~J rvn.~bgtin~apoi
r)nisunwooelsnkoreonldounbrsiornul Tsietpsgsou’-andererstedarnbvan
)sae en muaks de haloon op Doelrn, die IV, Arrdre,e Atlgerooine and P’ “de ~‘~° runt
itGvtd L.) her algolopon jarr nier njn hereiks worden General ttnfnrmaeaon deegnoiurn ~g#4firrolbk Iie turnait
~~~~ttOenen als voornemens voor her nievwe)asr wnisrnWrli. Beneben der pama INN ,ndatsaesnoritnsisoo
ie shiodigd -toe pennainob dievoomemers ook Frasss,rdtatiu ‘KanantWiibebn NNi4~ zoon.
NorP.nl ignnsijn—stoppenosrrrnkrnuoretgohnord Wrosal,1614 ~ ø ~ O~5~
9er .,fog~g nr min is weren leoeoskenobouiorlgk van
i~’v-~’i$j denarogerino -_ ~ 9
- radare, die mde kern vrligrenn Is In nore
se- T snmenleosognvnmmenonskeeken n’ropinievvoneinrnsi
- - een reomosetrlkng none de traditie voo
- -. — us Den Ilurg run hij hei doem- en voomit- ge Grens 000mdr 10cm
i-.vkee. dat de laarure njd nogal eenu ore svconmrvb--eI
“dc mei bni nadorrod einde van her eens anvr —
keek beest een tasnekil je
‘nsderewnekr”
de groeiende kelongstolling hiervoor.
klei die stelling kerk Van Ddmssselen grmn
nngrkjb. Afgerion von hen dwkbenovhtr now
age.000ioim Oibibin de danniordam, sears alle
rrawenovdn nroredrokeninomiognneogrloofs
ovorioigingmnsorersnirvwrmligieuarnnrvoep
wurden vnooergd Ir ovlangs run delinivernisrit
vassAmsterdamdeivcrrdrlrrentoelindeweeeld
oaogrsreld, speviani voor do knomdedog non de
wrsrrrnoesniednokeseadidrsledsdelgerreissav.
ee. Dit betekent das een Int nu toe vemnaohr
naamd doel van oom oativar, dat ode loop dor
eeuwen door her okdsreodam werd ‘weggrnai
orvd’, onderdeel is gnwordrv van de gravoep
reerde wosnoochap’ no dosrdoor ongrrsdjEeld
om ovlmeele vvaorde aal minnen, -
Hemmniiirrmrfvnordeieoroonatelllsgiredetu
nmntdijkr Bibliotheek ging sisvau hei Leomrium
lkvnicrodao- -Ir touenbosivnivurdeintieder
land lOeP —-‘ “odrobenuandebe
25
28. heeft de Tao Teh King van Lao Tse ver
klaard in de Chinese Gnosis. Nog vele an
dere werken uit de universele wijsbegeerte
heeft hij opnieuw in het licht geplaatst en
tot een vloeiende stroom van geestelijke
kracht gevoerd.
Wij willen met dit alles slechts be
togen, dat de rijkdom aan wijsbegeerte
die uit deze werken te voorschijn treedt,
geheel is geï nitieerd en geï nspireerd door
de Fama Fraternitatis, de Confessio en de
Alchemische Bruiloft van Christiaan
Rozenkruis. Drie geschriften, die ook in
deze tentoonstelling een centrale plaats
innemen.
ONTWIKKELING VAN ESOTERISCH DENKEN
Jan van Rijckenborgh heeft altijd
groot respect getoond voor mevrouw Bla
vatsky, dr. Rudolf Steiner en uiteraard
voor Max Heindel. Maar ook voor de
grote denker Inayat Kahn. Hoewel hij
duidelijke verschillen onderkende in de
realisatie van hun gedachten heeft Van
Rijckenborgh direct na de tweede wereld
oorlog in 1945 en in 1946, een poging on
dernomen om met Vrijmetselaren, Theo
sofen, Antroposofen en Soefi’s tot een be
paalde samenwerking te komen. Een
reeks brochures uit die tijd getuigen van
die pogingen. Maar tot zijn grote teleur
stelling is daarop geen reactie gekomen.
Misschien ook wel, omdat Van Rijcken—
borgh de volle overtuiging huldigde, dat
de Broederschap van het Rozenkruis in
die samenwerking een centrale rol op
zich zou nemen. In 1946 schreef hij: «Wij
hier staan op het reeds meermalen verde
digde standpunt, dat zich momenteelgrote
veranderingen bezig zijn te voltrekken in
het esoterische levensveld. Dat wij allen
partij zijn in deze veranderingen, dat wij
de goddeljke wil in deze wieling moeten
leren verstaan en dat wij van ganser
harte aan alle noodzakelijke processen
moeten gaan medewerken. Het gaat hier
dus om een taak die gelijkelijk door Rozen
kruisersstudenten (ook in andere stromin
gen) moet worden omvat, waar zij zich in
het esoterisch veld bevinden. In de ko
mende jaren zal duidelijk gaan blijken
wie zichzeif heeft gezocht en wie het er
om te doen was het Grote Werk onpersoon
lijk te dienen.
Alle grote werkers die de laatste hon
derdjaren naar voren getreden zijn in het
openbare leven, wisten dat al hun arbeid
deel was van een ingenieus plan waarin
natuurnoodzakelijk het Rozenkruis de
slotfase zou uitvoeren. Deze idee kan dus
niet alleen leven in Rozenkruiserskringen,
maar zij moet, als het waar is, ook bij an
dere werkers naar voren treden.
Welnu, geachte aanwezigen, wij menen
gezien dit aspect van deze tentoonstelling,
dat dit profetische woorden zijn geweest.
26
29. DE KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK IS HET
COLLECTIEVE GEHEUGEN VAN NATIONAAL ERFGOED
Gesprek met dr W van Drimmelen, Directeur-Bibliothecaris van de
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
Door wie is de Koninklijke Bibliotheek
opgericht en wanneer was dat?
Deze bibliotheek is opgericht door de
Volksvertegenwoordiging van de Bataafse
Republiek. In 1798. Stadhouder Willem de
Vijfde had het land verlaten en zijn biblio
theek was achtergebleven. Toen was er een
lid van de Volksvertegenwoordiging, die
vond het nuttig voor het parlement om
een bibliotheek te hebben. Die achtergela
ten bibliotheek van de stadhouder leek
hem een aardig begin. De Volksvertegen
woordiging heeft toen aldus besloten. Pas
onder koning Lodewijk Napoleon werd
het de Koninklijke Bibliotheek. In 1806.
Dus het predikaat «Koninklijk» hebben
we te danken aan een vreemde vorst.
Maar ja, Lodewijk Napoleon heeft wel
meer goed gedaan voor Nederland. Die
was Nederland goed gezind.
En is er vanuit die tijd na te gaan ofeen
bepaalde richting werd gekozen?
In verzamelingen, of... Ik denk dat je
het beste kunt zeggen, dat de KB een klas
sieke humaniorabibliotheek was. Een ge
leerdenbibliotheek. Dat is hij nog. Onze
wetenschappelijke collectie ligt op het ter
rein van de geesteswetenschappen. En
niet op het terrein van natuur en techniek.
Maar er is een aspect bijgekomen en dat is
de KB als depotbibliotheek. Depot van
alle publicaties die in Nederland versche
nen zijn. Dat is bij uitstek een taak van de
Nationale Bibliotheek. Dus het cultureel
erfgoed van het eigen land bewaren. Het
is nu al heel lang zo, dat alle uitgevers in
Nederland 1 exemplaar van hun publica
ties opsturen naar de KB. Dat wordt hier
opgenomen in het depot. En als het goed
is, zijn ook alle publicaties van het Lecto
t~ium Rosicrucianum aanwezig.
U zei zoëven, dat de ontwikkeling begon
met geesteswetenschappen. Wat is de oud
ste druk in de KB die te maken heeft met
geestelijke vernieuwing?
Het oudste geschrift is een evange
liarium uit de 9e eeuw.Wij hebben ook ge
schriften uit de eeuwen daarna. Uiteraard
zeer veel oude drukken uit de Nederlan
den uit de 16e, 17e en 18e eeuw. Geschrif
ten die je kunt aanduiden als een vernieu
wingsbeweging? Ik denk, dat je de in het
Nederlands vertaalde Bijbel als een voor
beeld kunt beschouwen. Dat de Bijbel in
de taal van het volk beschikbaar kwam,
was vernieuwing. Dus zou je kunnen zeg
gen, dat de beroemde Delftse Bijbel aan
dat criterium voldoet. Wat we ook hebben,
ja dit is heel aardig, een jaar of wat geleden
was er iemand in Delft, die zijn huis ver
bouwde en tussen de binten oude boekjes
vond. Die bleken 16e eeuws te zijn. Ge
deeltelijk aangevreten door muizen of
ander ongedierte en er zaten van die loop-
graven in, waar beestjes zich doorheen
gevreten hadden. Er waren boekjes bij,
waarvan bekend was dat ze bestaan
hadden, maar er was tot nu toe geen
enkel exemplaar gevonden. Er waren ook
een paar onbekende titels bij. Ketterse ge
schriften, die helemaal onbekend waren.
Het was gevaarlijk om die boekjes te
27
30. De Koninklijke
Bibliotheek in
Den Haag.
hebben. Vandaar, dat ze tussen die binten
waren verborgen. En er zaten er bij van
een drukker van wie bekend is, dat hij op
het schavot is omgekomen omdat hij ket
terse geschriften drukte.
Welke geschriften waren dat?
Dat weet ik niet uit mijn hoofd. Het
zijn theologische werken die uiteraard te
maken hebben met de reformatie. De Ma
nifesten van de Rozenkruisers moet je
toch ook plaatsen in de traditie van de Re
formatie.
Zijn er ook wel eens tentoonstellingen ge
weest in clie richting? U bedoelt tentoon
stellingen over de Reformatie?
Ja, bijvoorbeeld. In ieder geval over dit
soort vernieuwingsgedachten? Zo’n ten
toonstelling specifiek over zo’n beweging
zoals we nu hebben, kan ik me in de tijd
dat ik hier zit niet herinneren. Onze ten
toonstellingen gaan over een heel groot
scala van onderwerpen. Dat is natuurlijk
het bijzondere van zo’n grote en oude bi
bliotheek, dat er geen aspect van het be
staan is, dat je daar niet vindt. Al die on
derwerpen hebben gemeen, dat het boek
er zo’n grote rol in speelt. Dat is ook ken
merkend voor de Rozenkruiserstraditie,
dat het boek daarin zo’n grote rol speelt.
En dat er vanuit die Rozenkruiserstraditie
zelf zoveel belangstelling voor die boeken
is. En dat zij het principe huldigen van «ad
fontes ». Nou, dan kom je dus bij bibliothe
ken terecht. Daar ligt een belangrijke ver
binding tussen ons werkende Rozenkrui
serstraditie.
Plus het fit dat ze behouden zijn! Dat is
natuurlijk een heel belangrijk punt?
Er zijn boeken verloren gegaan in de
loop der eeuwen, ja. Maar er is ook veel
bewaard gebleven. Bijvoorbeeld in Neder
landse bibliotheken. Daarbij speelt een
rol, dat Nederland in de 17e en 18e eeuw
het grootste boekenproductiecentrum
van de wereld was.
Vandaar, dat deMan~festen al eenjaar
na verschijning in Nederland waren ver
taald en gedrukt. Uit vele landen kwamen
de mensen hierheen met hun manuscrip
ten omdat zij hier wel gedrukt konden
worden en ergens anders niet.
De bekende tolerantie... Ja, dat heeft er
ook een rol in gespeeld.
rnh
-rnr~
28
31. Hoe ervaart uw bibliotheek de ver
nieuwde belangstelling voor de herme
tische filosofie, de Rozenkruisersfilosofie?
Is er meer aanvraag dan voorheen? Is
er bij u ook meer aankoop van dat soort
werken? Ja, als we kijken in Nederland
naar belangstelling voor de hermetische
traditie, dan is het denk ik een feit, dat de
BPH daar een grote rol in speelt. Die heeft
tentoonstellingen georganiseerd en zo
hebben de mensen erover gehoord. In
onze collectie zijn dit soort onderwerpen
vanouds ook een onderdeel. Hermetisme,
esoterie, gnosis, mystiek, al dat soort on
derwerpen zitten van ouds in onze collec
tie. En het is nog steeds een actief gebied in
ons beleid. Dat is zo gegroeid en het is nu
een van de sterke onderdelen van de col
lectie. Het is overigens ook een van de aan
trekkelijke aspecten van de tentoonstel
ling die we hier nu hebben, dat je daar boe
ken ziet, die op een periode van vier
eeuwen betrekking hebben; in dit geval
dan vier eeuwen Rozenkruiserstraditie.
Een bibliothecaris vindt dat natuurlijk in
teressant.
Zij vormen natuurlijk ook een onloo
chenbare getuigenis van mensen die voor
de filosofie achter de Reformatie soms
zet/s hun leven in de waagschaal stelden.
Ik denk aan Huss die op de brandstapel te
recht kwam... De boeken in deze Natio
nale Bibliotheek vormen ons collectieve
geheugen. Dat is het bijzondere van boe
ken. Alles wat mensen bedacht hebben,
wat ze beleefd hebben, wat ze ervaren heb
ben, wat ze uitgevonden hebben, dat vind
je allemaal terug in die 26 lettertjes op pa
pier. Dat is een wonder. Dat is het wonder
van een bibliotheek. Het is heel belangrijk,
dat, wat die mensen bedacht hebben en
uitgevonden hebben, bewaard wordt. Dat
die getuigenissen van mensen bewaard
blijven.
Maar er zijn nog meer redenen. Het
voorkomt ook dat we elk jaar opnieuw
het wiel moeten uitvinden. We kunnen
nu op de schouders staan van de mensen
die ons voorgingen.Verder denk ik dat het
ook gewoon boeiend en interessant is. Zo
zijn er verschillende redenen om dat col
lectieve geheugen in stand te houden.
In verband met de filosofie, waarmee
wij bezig zijn, ligt er in de tentoongestelde
boeken een verbinding met de toepassing
en de realiteit van het leven. Dat is zo,
maar ik moet u wel zeggen, dat een Natio
nale Bibliotheek daarin niet kiest. Een Na
tionale Bibliotheek heeft een dienende
taak voor het hele land. Vanuit die die
nende taak moeten wij ons eigen cultureel
erfgoed bewaren en onze eigen cultuur
documenteren. Bij die cultuur hoort ook
de Rozenkruiserstraditie. Dus als biblio
thecaris zegt ik: natuurlijk moet dit er
zijn. En natuurlijk kan dit van belang
Opening van de
tentoonstelling
door Dr.WVan
Drimmelen,
Directeur-Biblio
thecaris van de
KB.
29
32. zijn. Ik wil ook wel zeggen: is het van be
lang voor geestelijke ontplooiing van
mensen nu. Maar dat is één kant van de
zaak. Vanuit mijn taak als bibliothecaris
moet ik wijzen op al die belangrijke func
ties die boeken in bibliotheken hebben en
erop wijzen, dat er verschillende verza
melterreinen zijn en dat voor elk van die
terreinen een nuttige taak en functie is
aan te wijzen. Maar die u nu noemt, is er
natuurlijk één. En ik moet u zeggen, per
soonlijk ervaar ik het als een wonder dat je
een boek kunt lezen van laat ik zeggen
2000 jaar oud... laat ik maar iets roepen:
van Marcus Aurelius. Dat je een boek van
Marcus Aurelius nu kunt lezen — dat we
het kunnen vertalen is al prachtig, want
we weten toch vrij zeker wat er gestaan
heeft. En dat je dat nu openslaat en gaat
lezen en dat je dan echt het gevoel hebt
dat je die man kunt begrijpen. En dat hij
daar iets zegt dat nu van betekenis is.
Voor mensen nu. Dat is een wonder. Dat
geldt ook voor de Manifesten van de Ro
zenkruisers. Dat geldt natuurlijk voor
een heel scala van boeken.
Wat verwacht u van hetfunctioneren van
die nieuwe leerstoel voor hermetischefilo
sofie en aanverwante stromingen in Am
sterdam?
Ik ben zeer benieuwd hoe zich dat
gaat ontwikkelen. Ik denk dat het goed is.
Maar je moet het wel breed opvatten en
niet tot bepaalde stromingen beperken.
Ik denk dat het goed is, dat er ook voor
dit gebied aandacht is bij de universiteiten.
Hermetische tradities, gnosis, natuurlijk,
die zijn er al een paar duizend jaar. Die
zijn in het verleden wel eens onderge
schoffeld. Uit de aandacht verdwenen. En
nu is er weer beweging, is er weer aan
dacht voor. Dat moeten we dan bestude
ren, laten we daar kennis van nemen.
Laten we onderzoek doen op dat gebied.
Ik vind het heel goed dat het gebeurt. Van
uit de bibliotheek gezien, komt er natuur
lijk nog iets bij. En dat heeft ook weer te
maken met de BPH. Er is door de Rozen
kruisersbeweging en door de belangstel
ling die ze hebben opgeroepen, en door
de belangstelling die ze zelf hebben voor
oude boeken, een bijdrage geleverd aan
de boekwetenschap. Dat is van ons uit ge
zien natuurlijk heel erg interessant. Men
sen zouden mij kunnen vragen waarom
nou een tentoonstelling over de Rozen
kruiserstraditie in de KB? — dan zeg ik, er
zijn verschillende redenen, maar dit is er
in ieder geval één. Dat is voor mij een be
langrijke reden om te zeggen: zo’n ten
toonstelling vind ik interessant. Daar
zijn wetenschappelijke bijdragen geleverd
aan het vak boekwetenschap, nou, ziet u
deze tentoonstelling ook maar als erken
ning daarvan.
33. U zei dat er verschillende invalshoeken
zijn. Welke zijn er nog meer?
Eén heb ik al genoemd. Dat is het be
ginsel «ad fontes ». Dat spreekt een biblio
thecaris natuurlijk wel aan, zo’n principe.
Dan kom je toch te biecht bij een biblio
thecaris, als je «ad fontes» wil. Dus dat is
een belangrijke reden om zo’n tentoon
stelling te willen. Er is nog een reden:
400 jaar in één tentoonstelling is inhoude
lijk gezien interessant. Ook dat is een
reden om dat te doen.
Ik wilde nog even terugkomen op die leer-
stoel in Amsterdam. Dat heeft toch met
deze tijd te maken? Dat zou kunnen...
Er is toch belangstelling ... Ja, dat zou
kunnen. Maar ik vind dat ik een beetje
voorzichtig moet zijn met uitspraken
daarover. Het is zo moeilijk om precies te
zien wat er in je eigen tijd gebeurt. Een kei
hard feit is natuurlijk, dat er een — moet u
me niet kwalijk nemen, dat ik die titel nu
noem, ik begrijp dat het een ander soort
literatuur is dan waar u het over heeft —
maar dan noem ik de Celestijnse Belofte.
Ja, dat vind ik interessant, dat u dat
boek noemt. Daar liggen raakpunten.
Hoewel ik niet begrijp, dat zo’n samenge
raapt boek binnen de kortste keren in Ne
derland weet ik hoeveel edities haalt. Het
betekent wel, dat er dus heel breed belang
stelling is voor wat men dan meestal ge-
makshalve spiritualiteit noemt. Dat is
een soort grote gemene deler waar dat
dan aangehangen wordt. Of ze noemen
het New Age, maar dat zijn natuurlijk
wat gebrekkige begrippen. Laten we het
voor het gemak maar even als paraplu
zien. Nou, als ik naar die paraplu kijk,
dan is het onmiskenbaar, dat de belang
stelling daarvoor groot is. Ik kan die be
langstelling moeilijk definiëren. Hoe gaat
zich dat verder ontwikkelen? Het lijkt mij
voor iemand die deel uitmaakt van deze
tijd heel erg moeilijk dat te zeggen. Als je
over 50 jaar terugkijkt, kun je dat beter be
oordelen. Maar ik kan me wel voorstellen
dat in zo’n klimaat de belangstelling voor
de Rozenkruiserstraditie ook groter
wordt. Want dat past wel een beetje in dit
tijdsbeeld. Het zou kunnen, dat vanuit dat
algemene klimaat ook de belangstelling
daarvoor toeneemt. Dat zou heel goed
kunnen. Of we dat nou in de KB zo goed
kunnen merken, dat betwijfel ik.
Is het een verschuiving in de belangstelling
voor spiritualiteit vanuit het meer kerke
lijk-religieuze?
Naar buitenkerkelijke spiritualiteit?
Zo’n verschuiving kun je inderdaad in de
Nederlandse bibliografie zien. Als je daar
de onderwerpscodes langs gaat, kunt je
het hier zien groeien en daar minder wor
den. Eigenlijk zou je zeggen, dat zo’n tra
34. ditie die al 2000 jaar bestaat het verdient
om permanent ergens bestudeerd te wor
den. Het is een onderdeel van onze wes
terse cultuurgeschiedenis. En alleen om
die reden al vind ik het de moeite waard
om het te bestuderen, nog afgezien van
wat ik er persoonlijk van zou vinden.
Wat vindt u ervan, dat wij een PENTA
GRAMsamenstellen dat bij heel veel men
sen in en buiten Europa terecht komt?
Ja, u praat met mij nu als bibliothecaris
van de KB. Uit dien hoofde vind ik het na
tuurlijk heel erg leuk, dat hier een ten
toonstelling is, waar dan ook aandacht
aan wordt besteed. Ik vind het erg prettig
dat daar artikelen over in de krant ver
schijnen. Dat betekent ook, dat er aan
dacht is voor ons werk. Als u daar dan
zelf ook nog aan gaat bijdragen door in uw
tijdschrift — uw tijdschrift verschijnt boven
dien in 10 of 15 talen — daar nog meer men
sen op te wijzen, ja, uiteen oogpunt van be
kendheid geven aan het werk van de KB
vind ik dat heel prima. Dat is ook een stukje
van ons...
Wij vinden het juist zo ontzettend be
langrijk, dat wij deze verbinding met dit
fundamentele punt hebben. Nederland
speelt daarin toch wel een zeer gepronon
ceerde rol. Ik zal u mijn visie geven op wat
u daarnet zei. Ik heb in de loop van dit ge
sprek al een paar keer elementen genoemd
waarom deze tentoonstelling past in ons
beleid. Ik heb aspecten genoemd als «ad
fontes» en ook de BPH. Dat wij met de
BPH samenwerken is ook één van die din
gen. Dus ik vind dat het op verschillende
manieren aansluit bij het werk en de taak
van deze bibliotheek. Nu zegt u dat u het
van belang vindt om ook in het buitenland
te kunnen tonen: kijk eens, in Nederland
kunnen wij in de Nationale Bibliotheek
zo’n tentoonstelling hebben. Het zou
kunnen, dat andere Nationale Bibliothe
ken in andere landen daar terughoudend
in zouden zijn. Het zou kunnen, dat ze
dan denken dat het net is, alsof wij als
overheidsinstelling kiezen voor een gees
telijke stroming. Ja, dat zou kunnen, dat
er collega’s in het buitenland zijn, die
daardoor terughoudend zouden zijn. Ik
weet het niet, dat moet u ze zelf vragen.
Maar het zou kunnen. Nou, mijn ant
woord daarop is: ik heb u de redenen ge
noemd waarom ik deze tentoonstelling
interessant vind voor de KB. Hij voldoet
tevens aan de kwaliteitseisen. En ja, dan
moet ik zeggen, in dit land kan dit dus.
En als dat in een ander land niet zou kun
nen, dan vind ik dat jammer voor dat land.
Maar ik vind, dat mensen moeten kunnen
begrijpen, dat een Nationale Bibliotheek
niet automatisch als instelling kiest voor
de inhoud van de boeken die er liggen.
Kiezen wij daarmee nu voor de Rozen
kruisers? Nee. Waar wij voor kiezen, is
dat die boeken die daar liggen en die ten
toonstelling als geheel interessant zijn en
aan kwaliteitseisen voldoen. Bovendien is
het heel erg interessant om oude boeken te
laten zien waar dan ook nog door be
paalde oorzaken geheimzinnigheid om
heen geweven is. Die geheimzinnigheid
kan ook te maken hebben met het feit,
dat oorspronkelijk toen ze geschreven
werden, het misschien niet helemaal vei
lig was om al te openlijk daarover te
doen. Dat op zich kan al spannend zijn
om in een tentoonstelling te laten zien. Ik
heb dus nog weer een reden genoemd,
waarom het aardig is. Ik vind het wat sim
plistisch om te zeggen, dat een Nationale
Bibliotheek die bepaalde dingen laat zien,
zich daarmee zou engageren...
Nu heb ik een vraag en die kunnen we bui
ten het bestek houden als we dat willen.
Die heeft ook met het Lectorium Rosicru
cianum te maken, dat is een duidelijke
stroming in Nederland. Niet alleen in Ne
derland, maar in tientallen landen. Heeft
u daar geen moeite mee?
Nee, daar heb ik geen moeite mee. Ik
32
35. bedoel, er had hier ook een tentoonstel
ling kunnen zijn van de Hervormde
Kerk. Als ze gekomen waren met een
thema en een verzameling boeken, waar
door het inhoudelijk en qua kwaliteit vol
doet aan onze criteria, dan had het ook de
Hervormde Kerk kunnen zijn. Die kun
nen ook komen met een interessant on
derwerp. Maar nu is het Lectorium ge
komen. Dan vind ik dat wij moeten kijken
naar onze normale criteria die wij hebben
voor tentoonstellingen. Dat hebben we
gedaan.
Wij hebben daarbij ook de mogelijk
heid te baat genomen om andere bewegin
gen die met Rozenkruiserij te maken
hebben, in het licht te zetten. Er is een
catalogus bij verschenen die heel informa
tief is voor iemand die om welke reden
dan ook zich hierin wil verdiepen.
Iedereen die dat gelezen heeft, ook van
buitenaf die zegt: nou heb ik eindelijk een
beeld. Ja, mij is geen andere publicatie be
kend waarin je dat zo handig, zo bij elkaar
kunt vinden. Dat is ook nog eens een
goede reden om zoiets te doen. Dan heb
ben we meegeholpen om een publicatie in
het leven te roepen waarin je op een effi
ciënte manier informatie kunt vinden
over deze stroming. Maar u heeft gelijk,
dat je ook kunt zeggen, dat er in het kli
maat van deze tijd dingen aan het veran
deren zijn en belangstellingen zich open
baren. Daaraan kun je ook nog eens een
argument ontlenen om aan zo’n onder
werp nu aandacht te besteden.
Dat vind ik toch wel een belangrijk punt.
Alleen moet ik het in van die vage woor
den aanduiden. New Age of spiritualiteit
of...
Ja, de verschuiving van het godsdien
stige-religieuze thema. Men wordt echt
in de laatste halve eeuw losgeweekt van
een enorme orthodoxe invloed en in de
breedte geconfronteerd met de gedachten
gangen die er allemaal geweest zijn en die
altijd op de achtergrond gehouden zijn.
De Roep van het
Rozenkruis, vier
eeuwen levende
traditie
33
36. Er is inderdaad een heel brede reli
gieuze belangstelling. Laat ik me voor
zichtig uitdrukken. Je kunt dat ook zien
in de boekwinkels. God verkoopt dus
ook, even heel simpel gezegd. Maar tege
lijkertijd zie je, dat die belangstelling zich
niet manifesteert in de traditionele ker
ken. Dat is helder. Want die hebben te
maken met afnemende ledenaantallen.
Doordat ze zo blijven vasthouden aan
tradities? Dat mag u zo zeggen. Dat vind
ik weer een andere discussie. Ik consta
teer, dat dit zich voordoet. Aan de ene
kant een vorm van brede religieuze be
langstelling, terwijl de kerken leden ver
liezen. Er zit ook een tendens in, denk ik,
dat mensen meer de nadruk leggen op een
individuele beleving en een eigen vorm
van beleving. Ik denk, dat je dat ook kunt
waarnemen. Daar zult u wellicht van zeg
gen, dat het aansluit bij uw eigen traditie,
omdat daarin ook die eigen verantwoor
delijkheid en die eigen weg worden bena
drukt.
Dat is gnostiek... Ja, dat wordt erg bena
drukt, dat sluit op elkaar aan. Ik denk,
dat je in zijn algemeenheid kunt constate
ren, dat de nadruk ligt op individuele,
eigen vormen van beleving van die reli
gieuze belangstelling.
Daar ligt natuurlijk ook een stuk vrij
heid in. De vrjheidsgedachte dat je tot
eigen innerlijk schouwen kunt komen, tot
eigen innerlijk denken... Hoewel dat bij de
Rozenkruiserstraditie toch wel in georga
niseerd verband gebeurt? Je doet het nooit
in het luchtledige. Het gebeurt toch altijd
in een sociaal verband.
Een laatste vraag. U heeft in uw collectie
het dagboek van Paulus de Kempenaer
uit 1615. Hij schrijft daarin dat hij de Ma
nifesten van de Rozenkruisers heeft gezien
en dat het eigenlijk misschien een beetje te
vroeg is voor de algehele Reformatie die zij
voorstaan. Als u nu een dagboek zou bij
houden — u bent nu met die Man~festen ge
confronteerd — wat zou u dan in uw dag
boek schrijven?
Dat het in deze tijd belangrijk is, dat er
ruimte is voor beschouwelijkheid. Ja, eh,
misschien meditatie, bezinning, maar
laat ik zeggen, ruimte om de file op het
Prins Clausplein te ontvluchten. Bezin
ning, meditatie.., zij lijken door de manier
van wonen en leven in dit land, steeds
moeilijker te worden. Terwijl er wèl be
hoefte aan is. Dat blijkt uit die belangstel
ling, waar we het over hadden. Dat blijkt
uit zo’n Celestijnse Belofte die zoveel
drukken beleeft. Er is wel een behoefte
aan. Dus ik denk, dat oproepen tot be
schouwelijkheid, bezinning, inkeer, niet
de hele dag over de snelweg racen... dat
dat tegenwicht heel welkom is. Ik pleit er
niet voor dat iedereen in de woestijn gaat
zitten mediteren, want wie bakt er dan
nog het brood? Maar dat we een tegen
wicht naar die kant nodig hebben, daar
ben ik van overtuigd. Dus wat dat betreft
is elke oproep tot bezinning, meditatie of
wat dies meer zij welkom. Ik denk dat dit
in deze tijd als tegenwicht heel belangrijk
is.
Wij danken u voor dit boeiende gesprek.
34
37. OVER DE INVLOED VAN DE ROZENKRUISERS
GEDACHTEN OP ONTWIKKELINGEN IN EUROPA
Gesprek met d~ Carlos Gilly, biblio
thecaris van de Bibliotheca Philosophi
ca Hermetica te Amsterdam.
~Naar aanleiding van de tentoonstelling
in de Koninklijke Bibliotheek in Den
Haag komen twee belangrijke aspecten
naar voren: de mystieke Rozenkruisers
van de 17e eeuw en de historische Rozen
kruisers van de 20ste eeuw. Mystiek,
omdat zij tot de traditie van de mysteri
euze alchimisten worden gerekend en
personen veelal niet met historische figu
ren in verband gebracht kunnen worden.
Maar ook mystiek, omdat hun boodschap
als een utopie en een sprookje wordt
beschouwd. Het geschreven woord en de
gedrukte letter leveren echter onfeilbare
getuigenissen van hun bestaan. De histori
sche identiteit van de 20ste eeuwse Rozen
kruisers staat eveneens vast en hun
boodschap wordt evenmin serieus geno
men. Nu bezitten de KB in Den Haag en
de BPH in Amsterdam een grote hoeveel
heid materiaal waaruit de enorme invloed
blijkt van het gedachtengoed van de Rozen
kruisers op de culturen, politieke ontwik
kelingen en religieuze stromingen in
Europa. Vele historici hanteren deze feiten
echter als ‘bewijs’ van allerlei tegenstrijdige
en negatieve aspecten (de Verlichting en
haar bestrijders, linkse en rechtse ideo
logieën, sekten als die van de Zonnetempel
en sektencommissies in landen als Frank
rijk, Duitsland en Zwitserland.)
Dr. Gilly, kunt u op basis van defeiten die
bijeen heeft gebracht, aantonen dat het
gedachtengoed van de Rozenkruisers posi
tieve invloed had op ontwikkelingen in
Europa?
Het eerste Manifest van de Rozen
kruisers verscheen in 1614 in Duitsland.
De titel was: Fama Fraternitatis. Daarbo
ven stond :Allgemeine und GeneralRefor
mation dergantzen weiten Welt. Er is geen
ander reformatorisch geschrift dat in de
afgelopen vier eeuwen bij tijdgenoten
zo’n directe weerklank vond als deze
Fama Fraternitatis des löblichen Ordens
des Rosenkreutzes an alle Gelehrte und
H~iupter Europas geschrieben. Nog geen
acht jaar later waren al ruim 300 geschrif
ten gedrukt waarin het verschijnsel
‘Rozenkruis’ vanuit zeer verschillende
kringen werd aanvaard of bestreden.
Theologen van alle christelijke richtingen,
artsen uit de oude school van Galenus en
de nieuwe school van Paracelsus, conser
vatieve volgelingen van Aristoteles en aan
hangers van de hermetische wijsbegeerte,
alchimisten, astrologen, juristen, politieke
schrijvers en literatoren namen hartstoch
telijk het woord en bestreden of verdedig
den de onzichtbare Broederschap en haar
aangekondigde ‘herwaardering’ van alle
waarden en normen in godsdienst, maat
schappij en wetenschap. En dat gebeurde
niet alleen in Duitsland, maar ook in En
geland, de Nederlanden, Frankrijk, Italië,
Bohemen en Zweden. Al spoedig raakte
heel Europa betrokken in het debat over
de Rozenkruisers. In hun eerste Manifest
schreven zij reeds over idealen die pas
later in de Europese cultuur als vanzelf
sprekend werden beschouwd. Religieuze
verdraagzaamheid bijvoorbeeld. Geloof
35
38. in de vooruitgang, het inzicht dat ervaring
meer waard is dan autoriteit of speculatie,
het streven naar evenwicht tussen denken
en handelen in alle aspecten van het leven.
Verwacht u dat door de nieuwe leerstoel in
de hermetische wetenschappen in Amster
dam in de wetenschap en daarbuiten een
ander standpunt zal ontstaan ten aanzien
van de Rozenkruisersgedachten?
Met een leerstoel voor hermetische
wijsbegeerte aan de Universiteit van Am
sterdam gaat een zeer oude wens in ver
vulling. De eerste hermetische leerstoel
in Europa werd door niemand minder
dan Marsilio Ficino bezet. De uitstraling
was zo enorm, dat Theodor Zwinger in
Bazel, één van de grootste geleerden van
de 16e eeuw, daarover het volgende
schreef: «Hoeveel dank onze Respublica
Literaria verschuldigd is aan de platoni
sche Academie in Florence en aan haar op
richter Cosimo de’ Medici blijkt hieruit,
dat in onze tijd, waarin de grofite barbarij
alle wetenschap heeft doordrongen en ver
dorven en het Latijn en het Grieks hun re
naissance, de Academie van Florence de
eerste was, die is begonnen met het bestu
deren van een zuiverder wijsbegeerte, ont
leend aan platonische en hermetische
bronnen [...] Dankzij de leden van deze
Academie kunnen wij nu ook vrij en ele
gant filosoferen. Aan de universiteiten
van de 16e en 17e eeuw, waar de leer van
Aristoteles nog domineerde, was echter
weinig van deze invloed te bespeuren.
Daardoor werden de hermetische weten
schappen gedwongen een schaduwbe
staan te leiden buiten hun muren. Het
feit, dat de nieuwe leerstoel uitgerekend
in Amsterdam komt, kan slechts voor die
genen een verrassing zijn, die niets afwe
ten van de geschiedenis van Amsterdam.
In de 17e eeuw had Amsterdam geen uni
versiteit. Maar wel een zeer geëngageerde
boekdrukker, die niet alleen het Corpus
Hermeticum in de vertaling van AW van
Beyerland uitgaf~ maar ook de werken van
Jacob Boehme, Comenius, Breckling en
andere Theosophen, van mystici en chi
liasten, van alchimisten, Paracelsisten en
andere hermetische natuurvorsers en
Godzoekers. En voor zover het de Rozen
kruisers betreft, in 1615 werd de Fama
Fraternitatis in Amsterdam in het Neder
lands gedrukt. Uit heel Europa trokken
aanhangers van het Rozenkruis naar Am
sterdam. Het is dan ook geen wonder, dat
de vier grote, nog bestaande verzamelin
gen van Rozenkruisersgeschriften (in
Gotha, Halle, Wroclaw [Breslau] en Wol
fenbüttel) uit Amsterdam afkomstig zijn.
De nieuwe leerstoel heeft dus ook banden
met een stuk geschiedenis van de Rozen
kruisers in Amsterdam.
Een conflict tussen de hermetische
wetenschappen en andere wetenschappen
speelt zich volgens mij voornamelijk af in
de hoofden van diegenen, die juist het en
thousiasme en de toewijding van de oude
Hermetici, natuurfilosofen en Rozen
kruisers niet in de moderne wetenschap
kunnen plaatsen. Maar voor diegenen,
die de wiskundige en natuurkundige ver-
handelingen kennen van de schrijver van
de Fama Fraternitatis of de alchimische
activiteiten van Newton, bestaat zo’n con
flict in het geheel niet.
Komt dit aspect ook niet duidelijk naar
voren in uw bibliografie die binnenkort
door de BPH zal worden gepubliceerd?
In de bibliografie over de Rozenkrui
sers van 1604-1800 worden ruim 1500
drukken, manuscripten en archiefdocu
menten in chronologische volgorde opge
nomen en van commentaar voorzien. Als
criterium geldt, dat de Rozenkruisers in
zo’n geschrift uitdrukkelijk worden ver
meld. Door voor- of tegenstanders. Alle
geschriften worden met dezelfde maat ge
meten, ongeacht of zij gaan over theolo
gie, natuurfilosofie, artsenij, alchimie, as
trologie, politiek of andere zaken.
36
39. Deze enorme collectie geschriften zal
ons hopelijk ook aantonen hoe gecompli
ceerd de geschiedenis van de wetenschap
is. Hoe de meningen over de vooruitgang
van de wetenschap steeds zijn gewijzigd
en hoe de rollen van voor- en tegenstander
om beurten door één en dezelfde persoon
kunnen worden gespeeld. Dankzij het op
treden van de Rozenkruisers en de daaruit
voortgekomen stromingen krijgen wij een
zeer diepgaand inzicht in het culturele en
religieuze leven van een sterk bewogen pe
riode in Europa.
Welke Rozenkruisersbewegingen van nu
sluiten volgens u het dichtst aan bij de
bronnen en de boodschap van de Man~fes
ten? In hoeverre zetten zij de traditie
voort, aangepast aan deze tijd?
Zoals elke historische stroming heeft
ook die van de Rozenkruisers steeds ver
anderingen ondergaan. De schrijvers van
de Manifesten en hun vrienden waren na-
tuurlijk ook kinderen van hun tijd. Hun
kritiek was gericht tegen de heersende
dogmatiek in godsdienstige en weten
schappelijke leerstellingen, zonder dat zij
zich daarbij baseerden op eigen religieuze
ervaringen of wetenschappelijke onder
zoekingen. De Fama Fraternitatis riep
voornamelijk op tot het in evenwicht
brengen van geloof en leven, kennis en
ervaring, theorie en praktijk. Daarom
greep de schrijver terug op de hermetische
wijsbegeerte, de middeleeuwse mystiek,
de alchimie en zelfs ook op de magie van
de directe wisselwerking tussen de mens
als microkosmos en de macrokosmos. De
Broeders van het Gouden Kruis die zich
in 1675 in Italië hadden gegroepeerd (de
Goud- en Rozenkruisers, zoals zij na
1710 in Duitsland heetten) namen wel de
boodschap over, maar vergaten de oor
spronkelijke Manifesten. Toen de Fama
Fraternitatis in 1783 in hun tijdschrift
werd afgedrukt, was de tekst zo onbekend
Kernbibliotheek
van de B~bIiotheca
Philosophica
Hermetica,
Amsterdam.
1 i
1 ‘1 OU
II
ri?‘~~ [11 ~
1~ ii C~1.f
4